Woningtoewijzing en inkomenstoets door corporaties.
Bij de woningtoewijzing moet een woningcorporatie 90% van haar gebouwenbestand in de sociale huursector verhuren aan mensen met een inkomen < €34.678 (prijspeil 2014). Huurders met een hoger inkomen komen in principe niet meer in aanmerking voor een huurwoning met een huurprijs < € 699 (prijspeil 2014). Op intramurale cliënten en cliënten met meer dan 10 uur extramurale zorg zijn deze toewijzingsregels niet van toepassing. Bij verhuur door tussenkomst van een andere rechtspersoon (voor onze sector: een zorginstelling) gelden deze toewijzingsregels ook. Corporaties moeten daarom de inkomens van hun huurders toetsen en vragen soms naar de zorgindicatie. We krijgen geregeld vragen over de kwestie of corporaties inkomens- en zorggegevens mogen opvragen. We zetten de wijzigingen in de regelgeving op een rij, zodat u weet waar u rekening mee moet houden.
De oorsprong van de toewijzingsregels liggen in een Ministeriële Regeling per 2011 (zie bijlage). Corporaties zijn aan deze Regeling gehouden, om hun staatssteun (lees: borging door het Waarborgfonds in de sociale huursector) niet te verliezen. Voor intramuraal gelden deze toewijzingsregels niet.
Per 2013 is deze toewijzingsnorm ook niet meer van toepassing op huurders die beschikken over een CIZ-indicatie met een geldigheidsduur van langer dan één jaar en met minimaal 10 uur toegekende zorg (persoonlijke verzorging, verpleging, of individuele begeleiding) per week, of die beschikken over een CIZ-indicatie voor een aanspraak ADL-assistentie. Achtergrond: in de Regeling stond geformuleerd: woongelegenheden die op basis van een indicatie op grond van de AWBZ zijn toegewezen en waar sprake is van een integrale levering van wonen en zorg (zonder huurcontract maar op basis van een inkomensafhankelijke bijdrage) vallen niet onder de toewijzingsnorm. Maar ten gevolge van de extramuralisering per 2013 worden door het CIZ geen lichte ZZP’s meer geïndiceerd. Deze cliënten zouden dan (terwijl in de zorgzwaarte niks verandert: dus het niveau van voorheen een verblijfscliënt) wél onder de toewijzingsnorm vallen. Dat zou vreemd zijn in het kader van het overheidsbeleid van langer thuis wonen. Daarom is de Regeling per 2013 gewijzigd (zie bijlage).
In de praktijk doen zich kwesties voor tussen een corporatie en een zorginstelling over vragen als: mag de instelling de corporatie gegevens verschaffen over het inkomen of over de zorgindicatie van de cliënt? Om die reden is de Regeling per mei 2013 verder aangepast (zie bijlage). Kern: zorgaanbieders toetsen zelf de inkomens conform de regels die voor corporaties gelden. De corporatie blijft ervoor verantwoordelijk dat de zorgaanbieder deze regels correct naleeft en goed over de toewijzingen informeert. Overigens zal de nodige souplesse worden betracht bij oude afspraken tussen corporaties, zorgaanbieders en / of huurders die de verantwoording niet (volledig) mogelijk maken.
Het Kenniscentrum voor Wonen en Zorg geeft op haar site ook een uitvoerige uitleg van de toewijzingsregels.
De Ministeriële regelingen voegen we als bijlagen toe.