Wlz-contractering 2017 wijkt niet wezenlijk af
Zorgaanbieders stellen vast dat er dit jaar ten opzichte van vorig jaar weinig verschillen bestaan in het inkoopbeleid. Dit blijkt uit een rapport waarin de jaarlijkse enquête over Wlz contractering staat samengevat. Steeds meer organisaties kunnen met de productieafspraken uit de voeten.
Uit de rapportage (zie bijlage) kunnen op hoofdlijnen vier conclusies worden getrokken: de verschillen tussen de Wlz-uitvoerders worden op onderdelen groter, de kwaliteit van de dialoog tussen aanbieders en het zorgkantoor neemt toe, steeds meer aanbieders hebben een meerjarenafspraak en er komt meer ruimte voor persoonsvolgende bekostiging.
Uniform inkoopbeleid
Sommige Wlz-uitvoerders voeren in toenemende mate hun eigen beleid, naast het ZN-inkoopkader. Waar dit aanvullende eisen betreft, wordt dit ervaren als een verslechtering. Waar dit meer persoonsvolgende bekostiging en betere dialoog betreft, ervaren de VGN-leden dit als een verbetering. De VGN blijft dan ook pleiten voor een uniform inkoopbeleid zonder aanvullende eisen.
Kortingen stabiel
De toegepaste kortingen blijven gemiddeld genomen vrij stabiel. Inzicht in de benutting van de contracteerruimte is niet voor alle zorgaanbieders beschikbaar en blijft een belangrijk aandachtspunt. Hierdoor kunnen zorgaanbieders onvoldoende inschatten of er genoeg ruimte is voor alle geleverde productie. Zo blijft onduidelijk wat de gevolgen zijn van beleidswijzigingen. Denk aan de toevoeging van schoonmaak aan het verzekerd pakket voor MPT en het niet meer apart indiceren van dagbesteding.
Het overgrote deel van de zorgaanbieders heeft een meerjarenafspraak kunnen maken. Hierdoor ervaren veel aanbieders een verlichting van de administratieve lasten. Al geldt dit zeker niet voor alle aanbieders.