Wijzigingen pgb en indicatiestelling Wlz

Op 14 juli heeft het ministerie van VWS wijzigingen gepubliceerd in het Besluit langdurige zorg. De belangrijkste wijzigingen betreffen de mogelijkheden voor pgb-houders in een kleinschalige woonvorm die naturazorg wil gaan leveren en indicatiestelling met terugwerkende kracht.

pgbvaardig

Pgb in kleinschalige wooninitiatieven

Pgb-houders die in kleinschalige wooninitiatieven wonen, kunnen vanaf 15 juli 2021 hun pgb behouden als het wooninitiatief ook zorg gaat leveren via een contract met een zorgkantoor. Eerder was het niet mogelijk om als pgb-houder alle zorg af te nemen bij een aanbieder die ook zorg in natura biedt. De nieuwe uitzondering geldt alleen voor pgb-houders die ten tijde van de contractering al in het betreffende wooninitiatief wonen en het pgb willen behouden. De zorgvraag van mensen wordt daarmee vooropgesteld in plaats van de financieringsvorm. Met deze aanpassing wil het ministerie het zorg in natura aanbod van kleinschalige woonvormen stimuleren. Een woonvorm kan hiermee geleidelijk over gaan van pgb naar natura.

Indicatiestelling met terugwerkende kracht

Een verzekerde die Wlz-zorg nodig heeft, kan een indicatiestelling aanvragen bij het CIZ. in bijzondere omstandigheden kan een indicatie een terugwerkende kracht hebben van maximaal 2 weken. Het gaat dan om bijzondere omstandigheden, zoals een onvoorziene verandering in de gezondheidssituatie van een cliënt of het wegvallen van mantelzorger waardoor de cliënt met spoed moet worden opgenomen in een instelling. Per 1 september kan een indicatiestelling met terugwerkende kracht alleen worden verleend bij verblijf in een instelling. Met deze wijziging is het niet meer mogelijk dat een indicatiebesluit met terugwerkende kracht wordt afgegeven in de vorm van een pgb, mpt of een vpt.

Het op dit moment geldende Besluit langdurige zorg vindt u hier. Per 1 september zal de wijziging voor de indicatiestelling worden opgenomen.

Deze pagina is een onderdeel van