Werking en bijwerkingen van de coronavaccins
Uit onderzoek blijkt dat de coronavaccins goed werken. Mensen die een vaccin hebben gekregen van AstraZeneca hebben minimaal 60% minder kans om ziek te worden van het virus. Bij mensen die gevaccineerd zijn met Moderna of Pfizer is dit zelfs 95%. Bij deze percentages gaat het om bescherming tegen milde klachten.
Bescherming tegen ernstige ziekte
Belangrijker nog is dat mensen na vaccinatie beschermd zijn tegen ernstige gevolgen van COVID-19. Alle drie coronavaccins beschermen hier heel goed tegen, ook het vaccin van AstraZeneca. Dat betekent dat er na vaccinatie veel minder mensen met corona in het ziekenhuis terechtkomen. In de video "twee vragen over AstraZeneca licht Hoogleraar Vaccinologie, Cécile van Elstoelichten dit nader toe.
Bijwerkingen
Bij een aanzienlijk deel van de mensen treden wel bijwerkingen op als koorts, hoofdpijn en moeheid na vaccinatie met COVID-19 vaccins. Maar ook spierpijn, pijnlijke gewrichten, griepachtig gevoel met rillingen en soms misselijkheid en braken kunnen optreden na vaccinatie met Pfizer, Moderna en het AstraZeneca vaccin. Dit is een teken dat het lichaam antistoffen tegen het coronavirus maakt en deze reacties zijn dus onschuldig. Paracetamol (normale dosering) kan verlichting geven.
De klachten gaan vanzelf weer over binnen 1-2 dagen. Maar ze zijn wel hinderlijk en kunnen leiden tot het tijdelijk niet inzetbaar zijn voor het werk in de eerste 24-48 uur na vaccinatie. Wanneer COVID-19 vaccinaties worden ingepland voor bepaalde beroepsgroepen, zoals werkers in de gezondheidszorg maar ook andere groepen, moet dit effect van vaccinatie worden meegenomen. Zowel bij de eerste als de tweede vaccinatie.
De klachten zijn uitgesprokener bij jongeren dan bij ouderen. Na de tweede vaccinatie nemen deze bijwerkingen bij de vaccins Pfizer en Moderna toe (meer mensen met klachten en ook meer klachten). Ook het AstraZeneca vaccin kan behoorlijke bijwerkingen veroorzaken na de eerste en de tweede vaccinatie.