Voortgang Wlz indiceerbaren
In de regeling langdurige zorg is nu wettelijk vastgelegd hoe de zorg- en ondersteuning voor de groep Wlz-indiceerbaren is geregeld. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen cliënten die wel en geen toegang hebben gekregen tot de Wlz per 1 januari 2017. Daarnaast zijn in de afgelopen weken verschillende brieven naar cliënten gestuurd om hun te informeren.
Geen toegang tot de Wlz vanaf 1 januari 2017
Voor cliënten die vanaf 1 januari 2017 geen toegang krijgen tot de Wlz is het overgangsrecht met een half jaar verlengd tot 1 juli 2017. Deze cliënten hebben afgelopen maand een brief ontvangen van het CIZ (zie bijlage). Deze brief bevat de verlenging van hun huidige indicatie tot 1 juli 2017. Mochten cliënten in de tussentijd een gewijzigde zorgvraag hebben dan kunnen zij eerst met het zorgkantoor overleggen over de mogelijkheden en zo nodig een herindicatie aanvragen bij het CIZ via de beleidsregels AWBZ 2015. Cliënten kunnen tot 1 juli 2017 gebruik maken van de onafhankelijke cliëntondersteuning van het zorgkantoor. Vanaf 1 juli 2017 valt de zorg en ondersteuning voor deze cliënten onder verantwoording van de gemeente en/of zorgverzekeraar. Gemeenten ontvangen de gegevens van de cliënten die aangewezen zijn op ondersteuning vanuit de Wmo of Jeugdwet. Zij nemen contact op met deze cliënten. Wanneer cliënten voor 1 januari 2017 nog niets gehoord hebben, is het advies om zelf contact op te nemen met de gemeente.
Zorgaanbieders krijgen via het notitieverkeer van het zorgkantoor een melding welke cliënten uit deze groep geen toegang hebben gekregen tot de Wlz.
Wel toegang tot de Wlz
Cliënten, uit de groep Wlz-indiceerbaren, voldoen aan de toegangscriteria van de Wlz hebben een zorgprofiel gekregen. In de afgelopen week hebben de zorgkantoren naar deze cliënten een brief gestuurd (zie bijlage). Hierin gaan zij in op verschillende situaties van cliënten. Uitgangspunt is dat de cliënt tot en met 31 december 2019 in de thuissituatie recht op zorg heeft, gelijk aan 2016. Wanneer de zorgvraag verandert is overleg met het zorgkantoor noodzakelijk. Samen met hen kan gekeken worden wat er mogelijk is binnen de huidige indicatie. Zo nodig kunnen cliënten gebruik maken van de Extra kosten thuis of de meerzorgregeling. Dit alles wordt geregeld in de vangnetregeling. In tegenstelling tot eerder gemeld is de ingangsdatum van het zorgprofiel niet leidend om hiervoor in aanmerking te komen. Bepalend is of de cliënt valt onder de groep Wlz-indiceerbaren.
Meer informatie over deze regeling is ook te vinden op onze site of via https://www.wlz-overgangsrecht.nl.