Uitspraak Hoge Raad over medezeggenschap en begrip 'instelling' Wmcz
Op grond van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen (Wmcz) moet de zorgaanbieder voor elke door hem in stand gehouden instelling een cliëntenraad instellen. Eind december heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan over het begrip 'instelling' in de zin van de Wmcz en geconcludeerd dat een instelling niet verplicht is tot het organiseren van medezeggenschap op het niveau waarop daadwerkelijk zorg wordt verleend.
Aanleiding voor de uitspraak was de nieuwe organisatiestructuur van Lunet zorg. In deze zaak is de vraag aan de orde of Lunet zorg kon volstaan met een cliëntenraad op het centrale niveau of verplicht zou moeten worden om ook cliëntenraden in te stellen op andere niveaus (afzonderlijke organisatorische verbanden die onderdeel zijn van de instelling, in dit geval de zelfsturende teams).
Onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis oordeelt de Hoge Raad dat een instelling niet verplicht is tot het organiseren van medezeggenschap op het niveau van zelfstandige organisatorische verbanden waarop daadwerkelijk zorg wordt verleend. Hiermee stelde de Hoge Raad Lunet zorg in het gelijk, hetgeen betekende dat Lunet zorg niet op het niveau van de zelfsturende teams cliëntenraden behoeft in te stellen. De Hoge Raad constateert ook dat dit onderwerp de aandacht heeft van de wetgever. De Hoge Raad vindt niet dat het zijn taak is om te bepalen op welk niveau naar huidige maatschappelijke opvattingen cliëntenraden moeten worden ingesteld.
Deze uitspraak van de Hoge Raad betekent dat de wetgever, die ten tijde van de uitspraak al een wijziging van de Wmcz in voorbereiding had, dus duidelijkheid moet geven op welk niveau van de instelling cliëntenraden moeten worden ingesteld.
In de consultatieversie van de wijziging van de Wmcz waar de VGN in BoZ-verband (in oktober 2016) op heeft gereageerd (zie hiervoor het artikel https://www.vgn.nl/nieuws/reactie-vgn-op-internetconsultatie-wijziging-van-de-wet-medezeggenschap-clienten-zorginstellingen) wordt een voorstel gedaan wanneer en op welke niveaus cliëntenraden moeten worden ingesteld. De VGN is het niet eens met dit voorstel en in de BoZ-reactie zijn voorstellen gedaan voor een andere invulling. Het ministerie van VWS is op dit moment bezig alle reacties op de consultatieversie te verwerken. Zodra zij daarmee klaar is wordt het wijzigingswetsvoorstel voor advies naar de Raad van State gezonden. Na ommekomst van dit advies zal door VWS een reactie hierop worden gemaakt, waarna het wetsvoorstel, naar verwachting vóór de zomer, bij de Tweede Kamer zal worden ingediend. Dan zal duidelijk worden wat het uiteindelijke voorstel is van de regering is en op welk niveau van de instelling cliëntenraden moeten worden ingesteld en waar volstaan kan worden met informele vormen van medezeggenschap.
Bijgaand de uitspraak van de Hoge Raad via deze link: https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2016:2890 als mede een artikel uit Zorgvisie over deze uitspraak van de Hoge Raad via deze link: https://www.zorgvisie.nl/kwaliteit/nieuws/2016/12/clientenraden-vechten-voor-behoud-bevoegdheden--/.