TNO werkt aan regionaal vastgoedinstrument ’CareTool’

TNO maakt in opdracht van VWS een instrument (CareTool) voor het in kaart brengen van (zorg)vastgoed op regionaal niveau, ter ondersteuning van de regionale samenwerking (Wmo, extramuralisering). De VGN is positief en ziet goede mogelijkheden om hiermee de regionale gesprekken te faciliteren. Hieronder geven we een korte samenvatting van het model.

Met het instrument kan in een regio informatie over zorggebouwen in kaart gebracht worden. Je krijgt inzicht in vragen als: waar staan welke gebouwen, welke gebouwen worden maar gedeeltelijk gebruikt, aan welke gebouwen is in de regio behoefte en hoe kun je het gebouwenbestand dus efficiënter benutten?

Als er zo een regionaal plaatje komt, zullen banken en verzekeraars gemakkelijker financiering willen geven en meerjarige contracten willen sluiten, want in de regio is dan vraag en aanbod breed op elkaar afgestemd. Ook mensen die langer thuis blijven wonen (en voorheen een lichte ZZP kregen) kunnen in het model worden meegenomen.

De VGN organiseerde op 14 februari hierover een expertmeeting met een aantal instellingsdeskundigen en met TNO en VWS. Enkele conclusies waren:

  • Het model is tot nu toe met name toegespitst op de VVT-sector, want de gehandicaptensector is moeilijker in dit model in te brengen. Maar voor een goede regionale werking is een adequaat beeld van onze sector wel noodzakelijk. TNO kan onze sector GHZ wel verder modelleren in CareTool.
  • Het gaat tot nu toe in het model om woongebouwen, (nog) niet om dagbestedingsgebouwen. Het risico in onze sector zit voor de korte termijn echter met name bij de gebouwen voor dagbesteding. Ook de Jeugdzorg zit er nog onvoldoende in. TNO kan deze gebouwen wel toevoegen.
  • Het model gaat uit van een gemiddeld dekkende huur bij VVT. Maar in onze sector zijn huuropbrengsten vaak lager dan de NHC-inkomsten. TNO kan dit aspect verder uitzoeken.

Al met al: het is positief dat er een dergelijk instrument komt, mits onze sector goed en volledig ingevoerd wordt en er wel een regionale regie gevoerd wordt. Voor een verdere uitleg en voor het vervolg: zie de bijlage.

Deze pagina is een onderdeel van