Rechter verwerpt eis zorgaanbieders over inkoopbeleid ’24-’26
De rechter heeft de eis die de VGN samen met 58 gehandicaptenzorgaanbieders in kort geding indiende over de voorgenomen inkooptarieven grotendeels verworpen. Deze uitspraak is teleurstellend, maar het vonnis bevat ook aanknopingspunten voor de VGN om in gesprek te gaan met de zorgkantoren en zo nodig ook langs de politieke weg aandacht te gaan vragen voor de zorgelijke situatie.
Uitgebreide uitspraak
De zorgkantoren hebben van de rechter dus de ruimte gekregen om hun voorgenomen inkoopprocedures voor de jaren 2024-2026 door te zetten. Dat kan worden opgemaakt uit een uitgebreide uitspraak, waarin de rechter is ingegaan op alle bezwaren die de zorgaanbieders hadden aangevoerd. Voor het grootste deel zijn de 58 eisende zorgaanbieders echter in het ongelijk gesteld.
Ondeugdelijke onderbouwing
De rechter volgt de zorgkantoren in de onderbouwing voor het richttariefpercentage. Hierbij gaan de zorgkantoren er vanuit dat 75% van het totale aantal zorgaanbieders een neutraal of positief resultaat boekt. De zorgkantoren hebben één dag voor de uitspraak aanvullend informatie verstrekt die de rechter niet heeft meegewogen. Daaruit blijkt nu dat deze groep geen goede afspiegeling vormt van de sector.
Lichtpunten
Een pleister op de wond blijft dat de zorgkantoren onder druk van het kort geding de VGN eerder al op een aantal punten tegemoet kwam: een aanpassing van het richttarief met 0,3%, het schrappen van de korting op grond van de meerjarencontractering voor het jaar 2024 en het verdwijnen van de korting op de Normatieve Huisvestingscomponent (NHC) bij enkele lage zorgprofielen.
Daar kwam in de uitspraak nog wat bij. Een aantal vorderingen tegen Menzis kreeg immers wel gehoor. Zo staat de rechter niet toe dat dit zorgkantoor voor een aantal lage ZZP’s een maximum aantal verblijfsdagen hanteert. Een ander lichtpunt is dat de rechter in de uitspraak de toezegging van de zorgkantoren heeft verwerkt dat zorgaanbieders jaarlijks bezwaar kunnen maken tegen de berekende richttariefpercentages en de modelmatige onderbouwing daarvan. Menzis wilde dat niet toezeggen, maar is daar, zo blijkt ook uit de uitspraak, nu toe gedwongen.
Vastberaden doorzetten
Het neemt niet weg dat in VGN-kringen de teleurstelling overheerst. Maar de rug blijft recht. “Wij zullen in ieder geval in gesprek blijven met de zorgkantoren, om tot een betere oplossing te komen,” liet VGN-directeur Theo van Uum in een eerste reactie weten. “Het gehandicaptenzorgdebat eerder deze week sterkte ons in de overtuiging dat ook de Kamer ziet dat de sector nu al in zwaar weer verkeert.”
“We nemen nu kennis van de uitspraak en gaan die uiteraard grondig bestuderen. We voelen ons hoe dan ook zeer gemotiveerd om ons punt te blijven maken. Menigeen zal zich achter de oren krabben bij een model dat reële tarieven moet opleveren, terwijl de zorgkantoren zelf hebben becijferd dat 40 procent van de sector bij die tarieven onder water komt te staan. Dat is voor ons onverteerbaar.”
De VGN heeft vier weken om hoger beroep aan te tekenen en heeft deze optie nog in overweging.
Links naar het persbericht en de uitspraak van de rechtbank: https://www.rechtspraak.nl/Organisatie-en-contact/Organisatie/Rechtbanken/Rechtbank-Den-Haag/Nieuws/Paginas/Inkoopbeleid-2024-2026-gehandicaptenzorg-grotendeels-niet-onrechtmatig.aspx
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:15099