Provocerend krantenartikel geeft slechte afdronk

Geschuif met GGZ-cliënten met een IQ van boven de 70 die steeds vaker in de gehandicaptenzorg terecht komen. Wat deze cliënten ‘overkomt’, stond beschreven in een artikel dat NRC op 11 april publiceerde. Het stuk leverde meteen veel reacties van de VGN-achterban op, omdat er inhoudelijke onjuistheden in staan én omdat de NRC bij de VGN geen wederhoor had toegepast.

Krantenartikel NRC

In het artikel werden twee zaken verhaspeld: zorg achter de deuren van gehandicaptenzorginstellingen die niet past, omdat cliënten met een laag IQ naar de gehandicaptenzorg worden doorverwezen, terwijl zorg en ondersteuning vanuit de GGZ, de Jeugdzorg of het sociaal domein meer op zijn plaats is. En de veronderstelling dat GGZ-cliënten die in de GHZ belanden de grondrechten zouden afnemen, vanwege de toepassing van de Wet Zorg en Dwang (Wzd). Twee artsen en een universitair docent kregen alle ruimte om deze aannames uiteen te zetten.

Tegengeluid: zo kan het ook 

Nadat de redactie was gewezen op deze onzorgvuldigheden kreeg bestuurder Jan van Hoek van Ipse de Bruggen de gelegenheid om nog dezelfde dag in de krant een tegengeluid te laten horen. En er volgde een afspraak om aanvullend een reportage te maken in Nootdorp, waar Ipse de Bruggen samen met GGZ-aanbieder Parnassia laat zien hoe het ook kan: onder één dak passende zorg verlenen, ongeacht het IQ of de indicatie. 

Verschillende reacties, unanieme verbazing

De reacties vanuit de VGN-achterban liepen sterk uiteen. Van aanmoediging om hard in het geweer te komen tot stille diplomatie in combinatie met een krachtige lobby. Wat overheerste was de verbazing. De VGN deelt de mening dat er in de GGZ meer oog kan zijn voor complexere problematiek die samenhangt met een laag IQ. Er is door steeds betere samenwerking tussen de GGZ en de gehandicaptenzorg zeker ruimte voor verbetering in de zorg en ondersteuning voor deze doelgroep. In de praktijk is ook te zien dat die verbetering zich op sommige plekken aftekent. Mede daarom is de krant gevraagd om de werkelijkheid in Nootdorp te komen optekenen. 

GHZ kijkt juist goed naar de context

Juist in de gehandicaptenzorg zijn we in staat om mensen met een (licht) verstandelijke beperking zo zelfstandig mogelijk te laten leven en werken. Dit geldt vaak ook voor mensen die eerder in de GGZ zijn behandeld. Dit komt omdat er in de gehandicaptenzorg minder wordt gestuurd op de beheersing van gedrag, maar meer wordt gekeken naar de achterliggende behoeften van mensen. We kijken dus goed naar de context: hoe ziet iemands sociale omgeving er uit, kan iemand betaald werk doen? We concentreren ons niet alleen op de kwaliteit van zorg en ondersteuning, maar juist ook op de kwaliteit van leven. 
Daarbij kijkt de gehandicaptenzorg zorgvuldig naar het IQ. Overigens leidt de ondersteuning door de gehandicaptenzorg ook tot het inzicht dat mensen met een wat lager, beneden gemiddeld IQ vaak prima terecht kunnen in het sociaal domein. Dit kan voorkomen dat de gehandicaptenzorg het ‘afvoerputje’ wordt voor cliënten die in het artikel worden genoemd. 

Niemand wordt zomaar opgesloten

In het gewraakte artikel wordt verder een beeld geschetst dat mensen zomaar hun grondrechten kunnen worden afgenomen, zonder dat daar een zorgvuldige afweging aan vooraf gaat. Vooropgesteld: het klopt dat de rechtsbescherming in de gehandicaptenzorg via de Wet Zorg en Dwang, door de wetgever anders is vormgegeven dan in de GGZ. Maar dit houdt niet in dat de rechtsbescherming minder is of dat bij het toepassen van onvrijwillige zorg geen zorgvuldige afweging wordt gemaakt. Mensen worden niet zomaar gefixeerd en opgesloten. Als na een zorgvuldige afweging vooraf de conclusie is dat onvrijwillige zorg onvermijdelijk is en in het belang van de client, dan vindt vervolgens een zeer uitvoerige afweging plaats. Die is juist gericht om onvrijwillige zorg zo snel mogelijk weer af te bouwen. De VGN is er juist een voorstander van dat de rechtspositie van de client wordt gerespecteerd en dat de zorg daar zoveel mogelijk bij moet aansluiten. 

Wet Zorg en Dwang is te bureaucratisch

Het NRC-artikel meldt terecht dat de VGN kritisch is op de huidige werking van de Wet Zorg en Dwang. Daar staan wij niet alleen in, want uit de onafhankelijke wetsevaluatie blijkt dat de wet in de praktijk op veel punten onuitvoerbaar is en een papieren werkelijkheid creëert. Juist omdat wij het als zorgaanbieders belangrijk vinden dat cliënten recht wordt gedaan, willen we dat onze medewerkers maximaal zorg kunnen bieden en minder bezig hoeven te zijn met overbodige bureaucratie. De wetsevaluatie laat zien dat te veel focus op alle procedures de rechtspositie van de cliënt eerder beperkt dan versterkt. Mede daarom heeft de VGN verbetervoorstellen gedaan die leiden tot minder gedetailleerde bureaucratische voorschriften, die onnodig veel administratieve lasten voor medewerkers veroorzaken. Er ligt een opgave om te zorgen voor een uitvoering die zorgmedewerkers minder belast, zonder dat de rechtsbescherming van cliënten daaronder lijdt. 

Zorgbehoefte is altijd leidend

Voor de VGN is de zorgbehoefte altijd leidend en wordt de rechtspositie van de cliënt, op basis van de professionaliteit van de zorgmedewerkers geborgd. Dit vertrouwen en minder focus op bureaucratie creëren ruimte voor professionals voor scholing en kennisontwikkeling over de toepassing van onvrijwillige zorg. Dat zorgt er voor dat onvrijwillige zorg zoveel mogelijk wordt voorkomen. 

Samengevat: goede samenwerking tussen de ggz en de gehandicaptenzorg werkt. Door rust en specialisatie op behandeling en begeleiding van mensen met een licht verstandelijke beperking weten we vaak meer uit mensen te halen. Juist door onze medewerkers vrij te maken van overbodige bureaucratie kunnen we passende zorg verlenen, die dwang naar de achtergrond drukt. Het debat over complexe zorg moet op basis van de praktijk worden gevoerd. Die praktijk ziet er genuanceerder uit dan in het NRC-artikel staat weergegeven.

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Johan van Ruijven
Telefoonnummer
06-21213460
Johan van Ruijven