Proeftuinen meerzorg krijgen status Wmg-experiment
De proeftuinen meerzorg 2.0 vallen gezien de bekostiging onder de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg). In de praktijk is gebleken dat er spanning bestaat tussen de werkwijze van de proeftuinen meerzorg 2.0 en de regelgeving van de NZa. Om te bereiken dat de lopende experimenten ruimte houden om de nieuwe werkwijze in de praktijk te toetsen, heeft de staatssecretaris van VWS de NZa een aanwijzing gegeven om de proeftuinen een experimenteerstatus te geven op grond van de Wmg.
Hiermee worden de deelnemende instellingen gefaciliteerd en de continuiteit de komende jaren geborgd (zie bijlage voorhangbrief aanwijzing). De voorhangperiode is inmiddels verstreken en de aanwijzing is ontvangen door de NZa.
Experimenteren met meerzorgregeling
De proeftuinen meerzorg zijn als gezamenlijk initiatief van CCE, VGN en ZN in overleg met cliëntenvertegenwoordigers in 2015 van start gegaan. Het doel van de proeftuinen is te zoeken naar een andere manier van invulling van de meerzorgregeling die meer de nadruk legt op kwaliteit en daarbij kijkt naar de cliënt in zijn context. Verbetering voor een cliënt berust ten slotte meestal op een mix van cliëntgerichtheid en een omgevingsgerichte aanpak. Deze manier van werken neemt het effect op een groep cliënten of de omgeving mee en niet alleen op het op individueel niveau maken van afspraken. In een tiental proeftuinen wordt het accent verlegd naar betere uitkomsten voor de cliënt. Veelal kan het effectiever zijn om te investeren in de randvoorwaarden en de omgeving van de cliënt in plaats van het leveren van (nog) meer zorg. Essentieel daarbij is het gesprek tussen professionals en de focus op ontwikkeling en perspectief voor de cliënt. Zorgaanbieders en Wlz-uitvoerders maken onderling afspraken over de besteding van de meerzorgmiddelen, geadviseerd door CCE. In dit traject (genoemd “proeftuinen meerzorg 2.0”) zoeken alle betrokken partijen inclusief cliëntenvertegenwoordigers samen naar andere manieren om met minder (of gelijke) inzet van middelen meer resultaten te kunnen bereiken.
Inhoud van de aanwijzing
De staatssecretaris wil dit experiment zo regelarm mogelijk inrichten. Daartoe is de NZa een algemene opdracht gegeven die haar de armslag geeft om zoveel mogelijk naar bevind van zaken te handelen en de experimenten proeftuinen meerzorg 2.0 zo goed mogelijk te kunnen faciliteren, mits voldaan wordt aan het uitgangspunt dat partijen in gezamenlijkheid streven naar een andere werkwijze bij de meerzorg die per saldo leidt tot een bredere (en daarmee wellicht betere) inzet van de middelen die beschikbaar zijn voor de meerzorg. Aangezien de proeftuinen meerzorg 2.0 al in 2015 zijn gestart, zal het experiment met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2015 in werking treden. Het experiment proeftuinen meerzorg 2.0 kent een looptijd van maximaal 3 jaar. Het experiment zal door de NZa worden geëvalueerd vanuit Wmg-invalshoek.
Na evaluatie van de resultaten van de experimenten zal worden besloten of er reden is tot wijziging van de regels.
Vooralsnog zullen alleen de huidige proeftuinen als Wmg-experiment worden aangemerkt. De VGN zal samen met CCE en ZN een verzoek aan VWS richten om ook nieuwe initiatieven onder het experimenteer artikel ex Wmg te laten vallen.