Participatie kwetsbare jongvolwassenen blijft laag
Dat concluderen de inspecties van Toezicht Sociaal Domein. TSD doet onderzoek naar de participatie van jongvolwassenen zonder startkwalificatie. Uit de eerste resultaten van het onderzoek blijkt dat hun participatie ondanks alle inzet van beleid en uitvoering nog altijd laag is.
De vraag die centraal staat is: Hoe krijgen jongvolwassenen die uitstromen uit VSO, PrO en Entree-onderwijs passende zorg en ondersteuning waardoor zij duurzaam kunnen participeren? Het onderzoek wordt uitgevoerd in drie gemeenten en moet bijdragen aan de verbetering van de participatiekansen van deze doelgroep.
Op basis van gegevens van het CBS heeft TSD een infographic gemaakt. (Zie bijlage). Dit product geeft een beeld van de doelgroep en de problematiek waar zij mee te maken hebben.
De belangrijkste conclusies die op grond van de gegevens van het CBS kunnen worden getrokken zijn:
1. Het aandeel jongeren dat doorstroomt naar vervolgonderwijs is stabiel hoog: 50 procent- Een groot deel van de jongeren stroomt door naar vervolgonderwijs. Vanuit VSO en PrO stromen veel leerlingen door naar Entree-onderwijs. Veel jongeren verlaten echter het Entree-onderwijs zonder diploma (33 procent). Bovendien zien we onder de groep uitgestroomde leerlingen uit Entree-onderwijs een hoog percentage jongeren zonder werk en zonder uitkering.
- De uitstroomprofielen vervolgonderwijs en arbeidsmarkt binnen VSO lijken niet goed te voorspellen wat de doelgroep uiteindelijk gaat doen/waar zij terecht komen. Onder jongeren met een profiel vervolgonderwijs die desondanks uitstromen uit het onderwijs, zien we een opvallend groot percentage jongeren dat geen werk heeft én geen uitkering c.q. die niet participeren. Het roept de vraag op of deze jongeren voldoende begeleid worden in hun keuze om af te wijken van hun uitstroomprofiel. Mogelijk worden zij onvoldoende voorbereid op een andere vervolgroute dan vervolgonderwijs, en weten zij niet wat ze moeten of waar ze terecht kunnen.
- Het percentage jongeren dat een baan vindt, is iets verbeterd. De verbetering is echter marginaal, zeker voor VSO en Entree-onderwijs. De grootste toename is te zien bij leerlingen die uitstromen uit het PrO.
- Het aandeel jongeren met alleen een uitkering is sterk gedaald. Dat geldt voor alle onderwijstypen.
- De groep jongeren zonder werk én zonder uitkering is toegenomen. De afname van het aantal uitkeringen, is niet te verklaren vanuit de toename van het aantal jongeren dat werkt. Afname van het aantal jongeren dat alleen een uitkering heeft is niet positief als het een verschuiving is naar non-participatie: geen werk, maar ook geen uitkering. Voor dit onderzoek is juist deze groep interessant: waar zijn die jongeren namelijk gebleven? Zijn ze in beeld van de gemeente, en wat doet de gemeente hieraan?
- Wanneer jongeren werk hebben, dan weten ze vaak ook werk te behouden. Voor alle drie de onderwijstypen geldt dat meer dan 60 procent van de jongeren die werk heeft direct na uitstroom uit het onderwijs, dat een jaar later nog steeds heeft. Dat zijn bemoedigende resultaten. Dus inzetten op werk loont!