Overheveling GZSP naar Zvw afgerond per 2021

De geneeskundige zorg voor specifieke patiëntgroepen (GZSP, voorheen extramurale behandeling AWBZ) is voor wat betreft de prestaties van de AVG en de SO reeds per 2020 overgeheveld naar de Zvw. Per 2021 zullen de overige prestaties volgen. Hieronder informeren we u over de implicaties.

GZSP geneeskundige zorg voor specifieke patientgroepen

Voorgeschiedenis

In juli 2019 hebben we een uitgebreid artikel op de site geplaatst over de achtergronden en de consequenties van de achterliggende gedachte van deze overheveling. We verwijzen naar dat artikel. De daar bijgevoegde notitie van de VGN (juli 2019) bevat achtergronden en cijfers (deze notitie voegen we gemakshalve nogmaals toe).
Een logisch gevolg van de decentralisatie van de AWBZ (2015/2016) is dat de extramurale behandeling overgeheveld wordt naar de Zvw. Per 2020 zijn de prestaties van de AVG en de SO reeds overgeheveld. Per 2021 worden nu de overige prestaties (gedragswetenschapper, behandeling groep, paramedische zorg en SGLVG) ook overgeheveld. De Tijdelijke Subsidieregeling extramurale behandeling (TSR) wordt beëindigd per 2021. De VGN is met enkele leden, met Hersenz en de Borg betrokken geweest bij de voorbereidingen. Die resulteerden in een formele consultatie door de NZa (november 2019), waarin de VGN wel meeging met de overheveling, maar ook kritische punten had. De reactie van de VGN op de consultatie vindt u in de bijlage.

Wettelijke verankering en gevolgen

De minister heeft in een brief aan de Tweede Kamer (mei 2020) deze wijziging voor de Zvw aangekondigd. De brief van de minister voegen we als bijlage bij. De overheveling van de GZSP is daarmee in formele regelgeving verankerd. De NZa heeft dat uitgewerkt in de Beleidsregel GZSP 2021. Ook de Regeling en de Tarieven vindt u bij de NZa.
We attenderen u op de volgende gevolgen:

  • Inkoopproces: verloopt voor deze prestaties (let wel: alleen extramuraal, niet de Wlz-behandeling) met de verzekeraars van de betreffende cliënten/patiënten. Indien u deze prestaties uit de TSR nu levert, moet u zo spoedig mogelijk contact opnemen met de verzekeraar. In het artikel van juli 2019 wezen we reeds op de nadelen daarvan. Wel is afgesproken dat de prestaties zoals die in 2020 geleverd worden op basis van de TSR ook in 2021 door de verzekeraars zullen worden ingekocht. Daarmee voorkómen we dat er cliënten tussen wal en schip zouden vallen. VWS heeft nadrukkelijk op deze voorwaarde gewezen. Ook maken we hier melding van een quick scan die de NZa heeft uitgevoerd naar de inkoop van GZSP (prestaties AVG en SO) voor het jaar 2020. Eén van de aanbevelingen is dat zorgverzekeraars en zorgaanbieders meer samen moeten afstemmen over de inkoop, want dat proces verloopt nog niet altijd soepel. De VGN bespreekt dit ook met de NVAVG.
  • Toeleiding: verloopt via de huisarts of medisch specialist en dus niet meer via het CIZ. In een bijlage is dit schematisch weergegeven.
  • Overgangsregeling: zie de bijlage. Het principe is: vanaf 1 januari 2021 gelden de wettelijke aanspraken zoals die in de Zvw zijn opgenomen. Daarmee komt de aanspraak op basis van de Zvw in de plaats van de door het CIZ op basis van de subsidieregeling afgegeven indicatie. Dat betekent ook dat deze door het CIZ afgegeven indicaties van rechtswege niet langer geldig zijn dan tot en met 31 december 2020 (ongeacht de duur waarvoor ze afgegeven zijn) en dat de regiebehandelaar vanaf dat moment bepaalt wat de behandeldoelen zijn en hoe lang de behandeling nog nodig is. Nieuwe patiënten vanaf januari 2021 krijgen dus hun ‘toegang’ tot de Zvw via de huisarts, waarna de regiebehandelaar de duur van de behandeling bepaalt. Als overgang geldt: alle niet-verzilverde indicaties van het CIZ blijven nog geldig tot 1 april 2021. En: voor iedereen die al met de behandeling gestart is in 2020 of start in het eerste kwartaal van 2021, geldt dat zij uiterlijk 31 december 2022 een verwijzing moeten halen bij de huisarts. Voor een groot deel van de patiënten zal dat betekenen dat zij wellicht hun behandeling dan al hebben afgerond.

Positie leden VGN en mogelijke risico’s

Voor de leden van Hersenz pakt de overheveling goed uit. Het beleidsoverleg heeft veel moeite gekost, maar uiteindelijk kunnen we tevreden zijn met de inhoud van de prestaties. De tarieven liggen in de lijn van de tarieven in de subsidieregeling (vaste bedragen), maar gelden straks als maximumtarieven. Of dat kostendekkend zal zijn, is de vraag. De SGLVG is ook tevreden met de prestatiebeschrijving, maar niet met het tarief, dat voor de Borg-instellingen volstrekt onvoldoende is. Mogelijk zal dat tot een bezwaarprocedure leiden. Tenslotte is er nog een aandachtspunt: er zijn cliënten bij onze leden in behandeling die in de GGZ niet adequaat kunnen worden behandeld, vanwege hun verstandelijke beperking (momenteel te declareren via de TSR). Er is een kans dat de behandeling van deze mensen door een gedragswetenschapper onvoldoende zal worden ingekocht, omdat deze prestatie volgens de regelgeving gecombineerd moet worden met een andere prestatie uit de GZSP en dat is meestal niet het geval (zie de bijlagen: Uitgangspunten individuele prestaties en uitgangspunten zorg in een groep, ZN). Mocht u daar in de praktijk tegen aan lopen, dan horen we dat graag.

Verdere toekomst

Tot slot: het van kracht worden van de beleidsregel per 2021 is nog niet het sluitstuk van de overheveling. Er wacht nog een vervolg: het maken van meerdere integrale zorgprogramma’s. Uiteindelijk is dat vanuit zorginhoud en kwaliteit beter voor patiënten en professionals. Met integrale programma’s kan op een efficiëntere wijze integrale, gecoördineerde zorg verleend worden dan op basis van losse, individuele behandelprestaties door meerdere beroepsbeoefenaren. Want in dat laatste geval zullen regievoering, afstemming en multidisciplinair overleg al gauw in het gedrang komen, omdat het niet te declareren is en deels reeds is opgenomen in het tarief. Met name de beroepsgroepen zijn wat ons betreft primair aan zet bij het maken van deze programma’s. De VGN blijft bereid om mee te werken en te faciliteren.

In de bijlagen treft u verder nog de vastgestelde Q&A’s voor zorgprofessionals aan.

Deze pagina is een onderdeel van