Ook voor mensen met een lichamelijke handicap is sporten gezond

Sport en bewegen is zinvol voor mensen met een lichamelijke handicap. Vooral beweegvormen waarbij kracht en conditie worden getraind lijken positieve effecten op hun gezondheid te hebben. Bij sportorganisaties, trainers en begeleiders is veel praktisch bruikbare kennis aanwezig voor het sporten van mensen met een lichamelijke handicap. Dit blijkt uit de kennissynthese ‘Sport en bewegen voor mensen met een lichamelijke handicap: zinvol en effectief?’  die het NIVEL maakte in opdracht van het ministerie van VWS. 

Sport

In het kabinetsbeleid ‘Grenzeloos actief’ staat het realiseren van een passend lokaal en regionaal sportaanbod voor mensen met een handicap centraal. Dit vraagt extra investeringen van overheid en sportaanbieders.  In dat kader is het relevant om te weten wat de effecten van sport en bewegen zijn voor mensen met een lichamelijke handicap, en wat specifieke aanbevelingen zijn voor het sporten.

Sport en bewegen effectief 

Voor mensen met een lichamelijke handicap is sport en bewegen belangrijk. Aandoening-specifieke klachten als verminderde spierkracht, coördinatie of balans kunnen door sport en bewegen gunstig worden beïnvloed. Maar ook algemene gezondheidsproblemen die een indirect gevolg zijn van de handicap kunnen verbeteren, zoals een verminderde conditie. In deze kennissynthese werd weinig onderzoek gevonden dat is opgezet vanuit de gedachte dat sport gewoon leuk mag zijn, of dat sport belangrijk is om mee te doen als volwaardig lid van de maatschappij. Dit zijn echter vanuit het ministerie van VWS belangrijke motivaties om sport voor mensen met een handicap te stimuleren. Een aanbeveling is dan ook om deze aspecten verder te onderzoeken.

Gewoon waar het kan, aangepast als het moet

Een andere belangrijke aanbeveling is om bij het sporten met mensen met een lichamelijke handicap vooral uit te gaan van hun mogelijkheden en niet van hun beperkingen. Dus ‘gewoon te sporten waar het gewoon kan, en aangepast waar het moet’. NIVEL-onderzoeker Chantal Leemrijse:  ‘Trainers moeten goed overleggen met de sporter zelf wat hij/zij wil, kan en mag, en welke hulp gewenst is. Waarschijnlijk is een sportaanbod ‘in de buurt’ niet voor ieder type handicap haalbaar, en kan soms beter worden ingezet op goede regionale voorzieningen en een bijpassende vervoersregeling.’

Onderzoek             

In de kennissynthese is een overzicht gemaakt van de wetenschappelijke literatuur. Verder werden praktische tips en aanbevelingen verzameld via websites van relevante (sport)organisaties. Tevens zijn trainers, begeleiders en zorgverleners benaderd die ervaring hebben met het sporten met mensen met een lichamelijke handicap. In het rapport worden aanbevelingen geformuleerd voor beleidsmakers en sportaanbieders om het sporten voor mensen met een lichamelijke handicap verder te stimuleren. 

In de bijlage vindt u het volledige rapport Kennissynthese 'Sport en bewegen voor mensen met een lichamelijke handicap: zinvol en effectief?'