Onduidelijkheid over verhuurderheffing
De Belastingdienst en instellingen/accountants hebben een verschil in de interpretatie van de verhuurderheffing. Het gaat om de interpretatie van 'wonen met een AWBZ-indicatie'.
Volgens Deloitte, die de VGN op het interpretatieverschil attendeerde, leggen de Belastingdienst en het ministerie van Financiën in het kader van de verhuurderheffing het begrip ‘woningen bestemd voor verhuur’ wel erg ruim uit. De Belastingdienst stelt dat die delen van het gebouw waarin wordt gewoond met een AWBZ-indicatie en waarvoor geen separaat huurcontract is gesloten, in beginsel ook onder de verhuurderheffing vallen, mits deze als afzonderlijke WOZ-objecten worden aangemerkt. Deloitte deelt dit standpunt niet.
Twee aspecten zijn in geding:
- De Wet verhuurderheffing spreekt in artikel 2 over ‘…. voor huur bestemde woning…’. Deloitte en de VGN kunnen daarbij aanhaken: appartementen in eigendom van een instelling waar verblijfsgeïndiceerden wonen, zijn helemaal niet bedoeld voor verhuur, maar voor verblijfszorg.
- Er is bovendien helemaal geen sprake van een huurcontract.
De VGN heeft hierover ook enkele vragen gekregen. We weten inmiddels dat Deloitte dit punt verder uitzoekt. Ter informatie voegen we de nieuwsbrief van Deloitte waarin dit beschreven wordt als bijlage bij. Zodra we meer horen, informeren we u.