Modelklachtenregeling aangepast aan de Wzd en de Wmcz 2018
De modelklachtenregeling Wkkgz en Jeugdwet, die VGN en het LSR hebben gepubliceerd in 2016, is aangepast aan de Wet zorg en dwang (Wzd). Ook is de modelregeling al aangepast aan de nieuwe Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen 2018 (Wmcz 2018) die 1 juli 2020 inwerking treedt. In de modelklachtenregeling is opgenomen dat klachten die op basis van de Wzd moeten worden behandeld, doorgestuurd worden naar een Wzd-klachtencommissie. De Wzd bepaalt dat deze klachten behandeld moeten worden door een klachtencommissie die is ingesteld door één of meer representatieve organisaties van zorgaanbieders en één of meer representatieve cliëntenorganisaties. Zorgaanbieders moeten zich derhalve aansluiten bij zo’n klachtencommissie (artikel 53 Wzd).
KlachtenCommissie Onvrijwillige Zorg (KCOZ)
De VGN en het LSR hebben samen met KansPlus, Ieder(in), ActiZ en het LOC, een Wzd klachtencommissie op landelijk niveau ingesteld: de KlachtenCommissie Onvrijwillige Zorg (KCOZ). De KCOZ zal vanaf 1 januari operationeel zijn. Leden van de VGN kunnen gebruik maken van de KCOZ. Zij hoeven zich hiervoor niet aan te melden, maar kunnen volstaan met het opnemen van bepaling in hun Wkkgz klachtenregeling dat de Wzd klachten behandeld worden door de KCOZ. De modelklachtenregeling Wkkgz van de VGN en het LSR is hierop aangepast. Meer informatie over de KCOZ leest u hier.
Overgangsrecht
Zorgorganisaties moeten er rekening mee houden dat, op basis van het overgangsrecht, ook na 1 januari 2020 nog klachten op basis van de Bopz kunnen worden ingediend. De Bopz-klachtencommissie kan dus nog niet worden opgeheven. De mogelijkheid om een klacht op basis van de Bopz in te dienen bestaat zolang het zorgplan van een cliënt nog niet is aangepast overeenkomstig de Wzd. Dit moet binnen zes maanden na inwerkingtreding van de Wzd gebeurd zijn. Bopz-klachten kunnen dus nog tot 1 juli 2020 worden ingediend en moeten dan door de Bopz-klachtencommissie worden behandeld.
Rol cliëntenraad bij wijziging klachtenregeling
Een besluit van de zorgaanbieder om de Wkkgz-klachtenregeling te wijzigen, valt onder het verzwaard adviesrecht van de cliëntenraad. Als het echter gaat om een wijziging die voortvloeit uit een wettelijk voorschrift, kan de zorgaanbieder besluiten af te wijken van een eventueel negatief verzwaard advies van de cliëntenraad zonder dit besluit eerst ter beoordeling aan de commissie van vertrouwenslieden voor te leggen (artikel 4, lid 2 Wmcz).
Het intrekken van de Bopz-klachtenregeling vloeit voort uit een wettelijk voorschrift. Een individuele zorgaanbieder kan immers op basis van de Wzd geen klachtencommissie in stand houden. Het besluit om aan te sluiten bij een Wzd-klachtencommissie vloeit eveneens voort uit een wettelijk voorschrift. De Wzd verplicht hiertoe immers. Als een zorgaanbieder alleen aan deze verplichting kan voldoen door zich aan te sluiten bij de KCOZ, kan hij hiertoe dus besluiten ondanks een eventueel negatief verzwaard advies van de cliëntenraad, zonder dat dit besluit aan de commissie van vertrouwenslieden moet worden voorgelegd. Als een zorgaanbieder de keuze heeft tussen aansluiting bij de KCOZ of aansluiting bij een andere klachtencommissie, die voldoet aan de eisen die de Wzd stelt, moet een besluit hierover, dat afwijkt van een negatief verzwaard advies van de cliëntenraad, wel ter beoordeling worden voorgelegd aan de commissie van vertrouwenslieden.
Tot slot wijzen wij er nog op dat een klachtenregeling zoals bedoeld in de Wet zorg en dwang wordt vastgesteld door de Wzd-klachtencommissie (artikel 56, lid 2 Wzd). Zorgaanbieders hebben hierbij geen rol, cliëntenraden derhalve evenmin. De representatieve organisaties van cliënten en zorgaanbieders die een Wzd-klachtencommissie in stand houden, dragen zorg voor benoeming van de leden van de commissie. Ook op deze benoemingen hebben individuele zorgaanbieders en cliëntenraden geen invloed.
Wmcz 2018
1 juli 2020 treedt de nieuwe Wmcz 2018 in werking. De modelregeling is al ‘Wmcz 2018 proof’ gemaakt. De wijzigingen in de modelregeling betreffen het vervangen van het verzwaard adviesrecht bij besluiten over de klachtenregeling door een instemmingsrecht. Er wordt een instemmingsrecht geïntroduceerd voor besluiten over het profiel van de klachtenfunctionaris. En de cliëntenraad heeft geen verzwaard adviesrecht meer bij benoeming van de leden van de klachtencommissie.