Minder psychofarmaca in de zorg voor mensen met een beperking
De meeste zorgaanbieders in de zorg voor mensen met een verstandelijke beperking kijken kritisch naar het gebruik van psychofarmaca en dringen dat gebruik waar mogelijk terug. Dat concludeert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd in oprichting op basis van een onderzoek bij veertig grote en kleine instellingen in de verstandelijke gehandicaptenzorg. VGN is verheugd met deze uitkomst. De VGN vindt het belangrijk dat organisaties kritisch kijken naar het gebruik van psychofarmaca en dat gebruik van deze gedragsmedicijnen waar mogelijk wordt terug gedrongen.
'We zien dat artsen, verpleegkundig specialisten en apothekers de rol van cultuurdrager innemen om het belang van onderbouwd voorschrijven in de organisatie uit te dragen' De inspectie stelt vast dat de cliënt(vertegenwoordiger) een belangrijke partij speelt in het gesprek met zorgaanbieders over nut en de noodzaak van nieuwe en bestaande psychofarmaca. Zorgaanbieders zijn in het algemeen realistisch in hun benadering: als een medicijn niet werkt of als de afbouw daarvan negatieve gevolgen heeft voor de cliënt, nemen zij passende stappen om aan te sluiten bij de behoeften en wensen van de cliënt.
Om dat te bewerkstelligen hebben een aantal partijen vorig jaar het landelijke programma 'Beter af met minder: bewust gebruik psychofarmaca' gestart. Dertig organisaties werden intensief begeleid en gemonitord. Tijdens dit programma is onder andere een toolkit ontwikkeld die professionals hulpmiddelen biedt die helpen bij het terugdringen van psychofarmaca. Dit zijn tools over medicatie en onbegrepen gedrag, over scholingsmogelijkheden en e-learningmodules, over interventies, richtlijnen en over ervaringen van anderen.