Mensen met beperking gebaat bij minder antipsychotica
Een derde deel van de bewoners van instellingen voor mensen met verstandelijke beperking gebruikt antipsychotica. Vaak zijn deze niet vanwege een psychotische ziekte voorgeschreven, maar om gedragsproblemen te bestrijden. Stoppen of verminderen van het gebruik van antipsychotica leidt volgens UMCG-onderzoeker Gerda de Kuijper juist tot afname van afwijkend gedrag.
Als mensen met een beperking minder antipsychotica gebruiken, daalt naast het afwijkend gedrag ook het gewicht. Bovendien neemt het risico op het Metabool Syndroom af; dit is de combinatie van te veel buikvet, verhoogde bloedsuiker, afwijkende bloedvetten en hoge bloeddruk, waardoor de kans op hart- en vaatziekten toeneemt. Dit alles blijkt uit onderzoek van AVG’er (Arts voor Verstandelijk Gehandicapten) Gerda de Kuijper. Zij promoveert op 4 september op haar proefschrift aan de Rijksuniversiteit Groningen.
Probleemgedrag
Antipsychotica zijn geneesmiddelen geïndiceerd voor het bestrijden van psychotische symptomen. Ongeveer 3 procent van de mensen met een verstandelijke beperking lijdt aan een chronische psychotische ziekte. Uit onderzoek in woonvoorzieningen voor mensen met een verstandelijke beperking, bleek dat antipsychotica aan maar liefst 32 procent van de bewoners voorgeschreven werd. Bij 80 procent van deze antipsychoticagebruikers was het gebruik langer dan 10 jaar, bij 58 procent was dit voor probleemgedrag en bij 22 procent voor psychotische symptomen of een chronisch psychotische ziekte. Langdurig gebruik van antipsychotica kan neurologische, metabole en hormonale bijwerkingen tot gevolg hebben. In haar onderzoek ging De Kuijper na of het gebruik van antipsychotica vanwege probleemgedrag afgebouwd kon worden in 14 of 28 weken.
Afbouw mogelijk
Uit de studie van De Kuijper blijkt dat volledige afbouw bij 43 procent van de 98 deelnemers mogelijk was; bij follow-up na 12 weken gebruikte 36 procent nog steeds geen antipsychotica Zowel in de groep die volledig had afgebouwd als in de groep bij wie dat niet gelukt was werd bij het merendeel geen gedragsverslechtering gezien. De resultaten van afbouw in 14 en afbouw in 28 weken waren vergelijkbaar.
Pleidooi
Volgens De Kuijper hebben de resultaten van haar studie duidelijke consequenties voor de klinische praktijk. De Kuijper: ‘Behandelaars dienen zorgvuldig onderliggende oorzaken van gedragsproblemen bij mensen met een verstandelijke beperking te onderzoeken en kritisch te zijn op het direct instellen van een medicamenteuze behandeling’. Bij mensen met een verstandelijke beperking kunnen neurologische bijwerkingen van antipsychotica een rol spelen in het onderhouden van probleemgedrag. De Kuijper pleit daarom voor het stoppen of verminderen van antipsychotica bij gebruik buiten de geldige indicatie, zoals gebruik voor gedragsproblemen. ‘Uit mijn proefschrift blijkt dat volledige afbouw al is te realiseren in een periode van 3-4 maanden’. Verder is zij een groot voorstander van het bevorderen van scholing en coaching van zorgverleners en behandelaars in het omgaan met probleemgedrag.