Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling nu verplicht

De wet Verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling is maandag 1 juli ingegaan. De wet geldt voor de sectoren: gezondheidszorg, onderwijs, kinderopvang, maatschappelijke ondersteuning, jeugdzorg en justitie.

Een meldcode beschrijft in vijf stappen wat bijvoorbeeld een huisarts, leerkracht, verpleegkundige, begeleider of hulpverlener moet doen bij vermoedens van geweld. Organisaties en zelfstandige beroepsbeoefenaren stellen een eigen meldcode op, gebaseerd op de vijf stappen.

Stappen

  • Stap 1: in kaart brengen van signalen.
  • Stap 2: overleggen met een collega en eventueel raadplegen van het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) of het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG).
  • Stap 3: gesprek met de cliĆ«nt.
  • Stap 4: wegen van het geweld of de kindermishandeling.
  • Stap 5: beslissen: hulp organiseren of melden.

Wie een meldcode gaat opstellen, kan het Basismodel meldcode gebruiken. Ook bevat de toolkit Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling hulpmiddelen om de meldcode in de organisatie in te voeren. Zoals een checklist voor managers en een standaardpresentatie.

Onderzoek heeft uitgewezen dat professionals, die werken met een meldcode, drie keer zo vaak ingrijpen als collega's die zo'n code niet gebruiken. Beroepsbeoefenaren moeten daarom beschikken over een meldcode voor het omgaan met signalen van geweld.

Geen meldplicht
Een verplichte meldcode is iets anders dan een meldplicht. Bij een meldplicht moet de professional zijn vermoeden van geweld melden bij andere instanties. Die verplichting bestaat niet bij een meldcode. De beslissing om vermoedens van huiselijk geweld wel of niet te melden, neemt de professional. Het stappenplan van de meldcode biedt hem houvast bij die afweging.

Deze pagina is een onderdeel van