Loonkloof tussen zorg en de markt bijna onoverbrugbaar
De loonkloof tussen de markt en de zorgsector blijft ontoelaatbaar groot. Weliswaar stelde VWS in 2022 geld beschikbaar om het gapende gat te dichten, maar nadat dit geld begin 2023 was geïnvesteerd in nieuwe cao’s, bleef de arbeidsmarkt in de zorg aanhoudend zeer gespannen. In een brandbrief aan de Tweede Kamer dringt de VGN, samen met andere brancheorganisaties in de zorg, daarom sterk aan om het overgebleven verschil - door de SER becijferd tussen de 6 en 9 procent – te verkleinen en dit te bespreken tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen.
Gat wordt groter
Uit cijfers van het CPB bleek al dat de marktsalarissen in 2023 tot nu toe meer zijn gestegen dan in het voorjaar was geraamd. Maar deze loonstijging is in de nieuwe rijksbegroting niet meegenomen in de bijdrage die de overheid betaalt voor arbeidskosten in de zorgsector. Daardoor groeit de loonkloof nu juist weer.
Meer rode cijfers
Intussen is de arbeidsmarkt in de zorg nog steeds oververhit. Zorgorganisaties gaan tot het uiterste om voldoende personeel te vinden en te behouden. Dit valt niet mee, omdat de kosten ook als gevolg van het ziekteverzuim hoog blijven. Waardoor zorgaanbieders zich genoodzaakt zien om steeds meer ZZP’ers in te zetten. Met als gevolg dat een snel toenemend aantal zorgorganisaties rode cijfers schrijft.
Voer voor algemene beschouwingen
Een eerdere brief aan de minister over de sterk afnemende concurrentiepositie van de zorg op de arbeidsmarkt had op het departement niet het gewenste effect. In de ‘aanmaning’ aan de Tweede Kamer wordt daarom aangedrongen om de gevaarlijk groeiende loonkloof tussen de zorg en de markt onderwerp van debat te maken tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen die morgen begint.
Zie hier de brief en de bijlage met een nadere uitleg over de groeiende loonkloof met bijlage.