Iedereen moet 24 uur per dag terecht kunnen voor medisch-generalistische zorg
Dat schrijft minister de Jonge in zijn antwoorden op de kamervragen van tweede kamerlid Evert Jan Slootweg over de brief en het manifest die de VGN samen met Ieder(in) heeft opgesteld over de toegang tot huisartsenzorg. De VGN had hiervoor bij de kamerleden opnieuw aandacht gevraagd in het kader van het debat over de begroting van VWS.
Toegang tot huisartsenzorg
Minister de Jonge heeft in zijn antwoorden op de kamervragen van Slootweg over de VGN brief aangegeven dat iedereen, als het nodig is, 24 uur per dag terecht moet kunnen voor medisch-generalistische zorg en dat in de gehandicaptenzorg de huisarts en de arts verstandelijk gehandicapten (AVG) complementair aan elkaar zijn en elkaar nodig hebben om deze zorg te leveren. Een AVG is geen huisarts. Hij vindt het onwenselijk dat er problemen ontstaan in de toegang.
De Jonge geeft aan dat hij ook de signalen kent over de opzeggingen door huisartsen. Van huisartsen hoort hij de knelpunten van het ontbreken van voldoende deskundigheid voor deze cliënten, het niet beschikbaar zijn van of bekend zijn met Artsen verstandelijke gehandicapten (AVGs) en het ontbreken van een verpleegkundige voorwacht. Hij begrijp dan ook dat huisartsen randvoorwaarden stellen aan zorgaanbieders voor het leveren van goede zorg. Hij ziet een rol voor de zorgkantoren en zorgverzekeraars in de regio om alle betrokkenen het gesprek aan te gaan over de manier waarop de zorg geborgd kan worden en afspraken te maken over de benodigde acties. Tot slot verwijst hij naar het bestuurlijke overleg dat de VGN op 15 oktober heeft geïnitieerd met alle betrokken partijen. In dit constructieve overleg zijn acties benoemd voor de korte en langere termijn die erop gericht zijn dat alle cliënten in de gehandicaptenzorg de medisch-generalistische zorg krijgen die zij nodig hebben, zowel overdag als in de avond-, nacht- en weekenden. Deze acties worden door de VGN uitgewerkt in een convenant. In het overleg is de Landelijke huisartsenvereniging (LHV) en Ineen, Vereniging van organisaties voor eerstelijns zorg, opgeroepen om geen verdere overeenkomsten op te zeggen en gedane opzeggingen op te schorten. De afspraken in het convenant moeten hiervoor voldoende vertrouwen geven.
Met betrekking tot het tekort aan AVGs heeft minister Bruins aangegeven dat hij positief staat tegenover het verplicht stellen van een co-schap AVG in de opleiding geneeskunde, als de beroepsgroep en de opleiders dit wenselijk vinden en het in overeenstemming is met het raamplan geneeskunde. Hij wil dit met de UMCs bespreken.
Overige onderwerpen in de begrotingsbespreking
De VGN heeft in de aanloop tot het begrotingsdebat aan de kamerleden gevraagd om naast het huisartsenknelpunt aandacht te besteden aan de arbeidsmarktproblematiek, specifiek voor complexe doelgroepen; administratieve lasten; aanpassen van de hoge VG-zorgprofielen naar aanleiding van de actualisatie door de VGN en ingrijpen in de uitvoering van de Jeugdwet en de Wmo (zie bijlage).
In het kader van de krapte op de arbeidsmarkt is een motie aangenomen die de regering oproept te onderzoeken hoeveel het kost om een voltijdsbonus van 5% per kwartaal te verstrekken, als extra stimulans voor mensen om meer uren te gaan werken. Ook is in het kader van de houdbaarheid en organiseerbaarheid een motie aangenomen over een inventarisatie en actieve verspreiding van bewezen (kosten)effectieve digitale innovaties en e-healthtoepassingen en dit te monitoren. Daarnaast wordt in een andere motie verzocht te verkennen of voor initiatieven waar tegen wet- en regelgeving aangelopen wordt, een bijzondere experimenteerstatus voor die initiatieven kan bijdragen aan de kwaliteit van leven van cliënten.
Voor het terugdringen van de regeldruk is een motie aangenomen die de regering verzoekt actief te bevorderen dat iedere zorginstelling aan de slag gaat met het verminderen van regeldruk en zorginstellingen hierbij te ondersteunen.