Huisarts wil zorg bij verstandelijke beperking verbeteren

Door nieuwe wet- en regelgeving kunnen huisartsen meer mensen met een verstandelijke beperking in hun praktijk gaan krijgen. Dit baart ze zorgen, want zij vinden dat hun zorg aan deze mensen op een aantal punten verbeterd kan worden, zo blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL in Huisarts & Wetenschap.

De overheid hervormt de langdurige zorg. De verantwoordelijkheid voor welzijnsvoorzieningen wordt overgeheveld van het rijk naar gemeenten en een groot deel van de langdurige zorg wordt in de toekomst buiten de muren van instellingen gegeven. Mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking zullen daardoor wellicht vaker zelfstandig gaan wonen of bij familie, en dan zullen meer van hen met gezondheidsproblemen bij de huisarts komen. Huisartsen willen hierop anticiperen. Van de huisartsen die ervaring hebben met deze patiënten ervaart 64% nu al knelpunten in de zorg. Ruim de helft werkt ook nog niet samen met een arts voor mensen met een verstandelijke beperking (AVG-arts).
 
Specifieke kennis
De huisartsen hebben het idee dat hun kennis van deze patiëntengroep verbeterd kan worden. Bijvoorbeeld hun kennis over gedragsproblemen, psychische problematiek, maar ook over specifieke medische ziektebeelden die vaker voorkomen bij mensen met een verstandelijke beperking of het syndroom van Down. Huisartsen zouden graag meer tijd hebben voor deze patiënten en vinden dat de samenwerking met begeleiders en artsen uit de verstandelijk gehandicaptenzorg op een hoger plan getild moet worden.
 
Onderzoek
Voor het onderzoek is een vragenlijst ingevuld door 377 huisartsen die al mensen met een lichte of matige verstandelijke beperking in hun praktijk hebben.