Hoogleraar: ‘Mensen met ernstige beperkingen zijn geen baby’s’
‘De gedachte dat mensen met ernstige meervoudige beperkingen baby’s in grote-mensenlichamen zijn, is hardnekkig.’ Dat zegt de Groningse hoogleraar Annette van der Putten in een interview in het juninummer van Markant. Ook deze mensen hebben volgens haar het recht om in hun ontwikkeling te worden gestimuleerd.
Van der Putten wijst erop dat mensen met emb zich alleen vanuit een relatie kunnen ontwikkelen, omdat ze afhankelijk zijn van anderen. Maar helaas is de aandacht voor ontwikkeling in de dagelijkse praktijk nog onvoldoende: ´We kunnen een redelijk gevarieerd dagprogramma aanbieden en een beetje duiden wat de ander wil, maar ik zie nog steeds professionals die goede zorg voldoende vinden.’ En dat is ´erg´, vindt de hoogleraar: ‘Beeld je eens in dat je leven bestaat uit wachten op het volgende verzorgingsmoment. Dat is dan jouw bestaan, blijkbaar.’
Werkdruk
Eén van de oorzaken dat begeleiders niet de ‘topzorg’ kunnen leveren die bij deze doelgroep nodig is, is volgens Van der Putten ‘de enorme werkdruk’: ‘Aan het einde van de werkdag merken ze dat ze alleen maar bezig zijn geweest met regelen en verzorgen. Er moet meer gelegenheid zijn om iemand met ernstige meervoudige beperkingen goed te leren kennen, zodat je hem of haar optimaal kunt begeleiden.’
Geen baby’s
De hoogleraar wijst er ook dat mensen met ernstige meervoudige beperking vaak worden onderschat, doordat zij worden gekarakteriseerd aan de hand van hun zogenaamde ‘ontwikkelingsleeftijd’: ‘Natuurlijk zijn deze mensen fysiek beperkt en hebben ze nabijheid nodig om de wereld te ervaren. Maar kun je daarom een man van 26 jaar behandelen als een baby van zes maanden? Hem Teletubbies voorzetten terwijl hij misschien geïnteresseerd is in Justin Bieber? Misschien houdt hij van opera of kermisattracties, of is hij geïnteresseerd in seks. Of misschien wil hij een glas wijn.’