Herziene versie Handreiking vroegsignalering van een LVB
Voor professionals in het sociale domein is het belangrijk dat zij een licht verstandelijke beperking of zwakbegaafdheid niet alleen bij kinderen en jongeren, maar ook bij (jong)volwassenen, zo vroeg mogelijk herkennen om overvraging te voorkomen. Deze herziene versie van de Handreiking vroegsignalering van een LVB en zwakbegaafdheid beschrijft de mogelijkheden voor vroegsignalering.
Bij mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) en zwakbegaafdheid is er veelal sprake van leerachterstanden, van problemen met het begrijpen van taal, met sociale vaardigheden en met alledaagse praktische vaardigheden, zoals het regelen van bankzaken.
Kans op overvraging
Aan het uiterlijk kun je echter niet zien dat iemand licht verstandelijk beperkt of zwakbegaafd is. Mede hierdoor worden ze vaker overvraagd op school, op het werk en in het alledaagse contact. Er wordt meer van hen gevraagd dan ze kunnen of aankunnen. Dit kan leiden tot faalervaringen, gevoelens van frustratie en een negatief zelfbeeld. Deze negatieve gevoelens kunnen zich op hun beurt uiten in o.a. opstandig gedrag. Ze worden dan gezien als lastig, terwijl het niet zozeer gaat om niet willen, als wel om niet kunnen.
Vroegtijdige signalering
Uit bovenstaande blijkt het belang van vroegtijdige signalering van een LVB/zwakbegaafdheid en het vervolgens aansluiten op de mogelijkheden van een persoon. Doordat het niet aan het uiterlijk te zien is dat iemand een LVB heeft of zwakbegaafd is, wordt het vroegtijdig herkennen ervan lastiger. Toch zijn er signalen in het kind, jongere of (jong)volwassene die direct kunnen wijzen op een LVB/zwakbegaafdheid. Maar ook andere kenmerken, zoals probleemgedrag van een jeugdige of problemen in de gezinssituatie, kunnen indirect wijzen op een mogelijke LVB/zwakbegaafdheid in een jeugdige of (jong)volwassene.
Herziene versie
De herziene versie van de Handreiking vroegsignalering van een LVB en zwakbegaafdheid beschrijft de mogelijkheden voor vroegsignalering bij (jonge) kinderen en jongeren, maar ook bij (jong)volwassenen, door professionals in het sociale domein. Zij zijn immers degenen die veelal als eerste met mensen met een LVB/zwakbegaafdheid te maken krijgen.
Per leeftijdsgroep (jeugdigen versus (jong)volwassenen) bespreken we in de handreiking achtereenvolgens:
- Informatiebronnen die informatie geven over de normale of gemiddelde ontwikkeling, op basis waarvan achterstanden kunnen worden gesignaleerd op verschillende ontwikkelingsgebieden, maar ook van mogelijke indirecte signalen, zoals gedragsproblemen en gezinsproblemen.
- Screeningsinstrumenten die ontwikkelingsachterstanden, maar ook de belangrijkste indirecte kenmerken op een meer gestandaardiseerde manier in kaart kunnen brengen.
- Instrumenten voor verdiepende diagnostiek naar een LVB/zwakbegaafdheid.
De Handreiking is hieronder gratis te downloaden.