Herindicaties voor Wlz indiceerbaren in 2015
Vanaf begin april is het mogelijk herindicaties voor de Wlz-indiceerbaren (‘vergeten groep’) te krijgen. Herindicaties zijn nodig als de bestaande indicatie niet meer passend is door veranderde zorgvraag. Het CIZ is begonnen om de aanvragen die er lagen snel en met terugwerkende kracht te behandelen. Ook nieuwe herindicaties voor de Wlz-indiceerbaren kunnen weer worden aangevraagd. Deze (aangepaste) zorg blijft in 2015 voor de Wlz-indiceerbaren onder het extra Wlz-overgangsrecht vallen.
Knelpunt herindicatie en overgangsrecht
Met het extra overgangsrecht in de Wlz is het vorig jaar gelukt om in totaal ongeveer 13.500 cliënten, waaronder veel thuiswonende kinderen in de KDC’s, alsnog een beroep te laten doen op de Wlz. Eerder was onduidelijk hoe omgegaan moest worden met een veranderde zorgvraag in relatie tot het overgangsrecht, omdat in de Wlz in zorgprofielen wordt geïndiceerd en niet meer in functies en klassen. Deze zorgprofielen zijn niet altijd passend voor de betreffende kinderen/jongeren. Ook zou beoordeling op basis van de Wlz criteria kunnen leiden tot een negatief besluit, waardoor de toegang tot de Wlz vervalt. De VGN heeft daarom steeds gelobbied dat voor deze groep de beleidsregels indicatiestelling uit de oude AWBZ van toepassing blijven gedurende het overgangsjaar in 2015.
Bereikte oplossing
VWS heeft uiteindelijk besloten dat voor deze groep een aanpassing van de regelgeving gaat plaatsvinden, zodat het overgangsrecht (recht op dezelfde zorg in 2015) ook bij herindicatie van kracht blijft (zie: https://www.hoeverandertmijnzorg.nl/wlz-overgangsrecht/veranderde-zorgvraag). Het CIZ gaat de nieuwe zorgvraag (herindicatie) voor deze groep beoordelen op basis van de AWBZ-regels die van kracht waren op 31 december 2014. Dit kan dus ook in functies (behandeling, begeleiding, verpleging, persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf) en klassen. Het nieuwe indicatiebesluit geldt vervolgens tot en met 31 december 2015. De beoordeling of iemand definitief toegang krijgt tot de Wlz of alsnog een beroep moet doen op de Jeugdwet, volgt later dit jaar, waarschijnlijk na de zomer.
Best passende profiel
Een ander probleem bij de Wlz-indiceerbaren is dat de zorg die deze cliënten kregen in de AWBZ, verschilt van de zorg die veelal is ingekocht bij de zorgprofielen in de Wlz. Dit speelt vooral bij de instroom van nieuwe cliënten, die geen beroep kunnen doen op het extra Wlz-overgangsrecht. Zo maken thuiswonende kinderen in de KDC’s veel gebruik van behandeling groep, maar we krijgen signalen dat zorgkantoren vooral dagbesteding (begeleiding groep) hebben ingekocht. Behandeling maakt geen onderdeel uit van de rekenmodule bij het Modulair Pakket Thuis (MPT). Hierover kunnen met het zorgkantoor apart afspraken gemaakt worden. Ook is het mogelijk om voor deze groep extra financiële ruimte af te spreken door toepassing van ‘enige ondoelmatigheid’.
De VGN denkt dat deze extra afspraken het probleem rondom logeren niet afdoende zullen oplossen. In de Wlz zijn voor thuiswonende kinderen in de KDC’s minder mogelijkheden om te logeren dan voorheen in de AWBZ. We zijn hierover eveneens druk in overleg met VWS, maar zullen indien nodig ook de Kamer proberen in te zetten om dit probleem op te lossen. Daarnaast zijn we in overleg met ZN, om de inkoop van behandeling groep voor cliënten die dit nodig hebben goed in het inkoopbeleid 2016 op te nemen.