Gevolgen van een wijziging in de toegang tot PGB in 2013/2014
We krijgen geregeld vragen over PGB, met name over de (on)mogelijkheden van het verzilveren van het PGB in een instelling. Nu de Ministerraad begin juli de zogenaamde 10-uursgrens per 2014 voor nieuwe cliënten heeft geschrapt, zetten we de belangrijkste implicaties voor onze instellingen op een rij. Een brede beschrijving treft u aan in de bijlage (de brief van de staatssecretaris aan de Tweede Kamer dd. 5 juli 2013.
Per 2013 is de toegang tot PGB voor nieuwe cliënten als volgt geregeld (zie ook het CVZ, bij toegangsvoorwaarden):
- Men komt in aanmerking voor een PGB bij een indicatie voor verblijf, PV en/of VP (al dan niet in combinatie met Begeleiding).
- Eerste beperking: de cliënt moet een budgetplan bij het zorgkantoor indienen. Hierin moet de cliënt aantonen dat een reguliere AWBZ-aanbieder geen passende ondersteuning kan bieden. Tevens moet de cliënt zelf de regie willen voeren en de verzekerde mag niet van plan zijn om het PGB uitsluitend te gebruiken voor het inkopen van zorg bij door het zorgkantoor gecontracteerde zorgaanbieders. Als dit alles niet adequaat aangetoond wordt, volgt automatisch ZIN.
- Als tweede beperking geldt dat men niet voor PGB in aanmerking komt: bij een indicatie voor Begeleiding minder dan 10 uur (dit is de zogenaamde 10-uursgrens of het 10-uurscriterium); een dagdeel begeleiding groep geldt daarbij als één uur begeleiding individueel en kortdurend verblijf wordt niet meegerekend. Ook niet als de zorgvraag korter zal duren dan één jaar. En ook is er geen PGB voor de ZZP’s LVG 4,5 en SGLVG.
Cliënten die in 2012 reeds PGB ontvingen, behouden hun rechten ook in 2013 en 2014. Tussen ‘bestaande’ en nieuwe cliënten treden dus wel verschillen op.
Per 2014 zal (naar de stand per juli 2013, zie de bijlage) het volgende gebeuren: de beperkingen blijven opnieuw voor nieuwe cliënten in 2014 van kracht. Echter, de staatssecretaris was van plan om het 10-uurscriterium (wie voor <10 uur BG is geïndiceerd heeft geen recht op PGB) ook op alle ‘bestaande’ cliënten per 2014 toe te passen. Het gaat daarbij om een groep van ongeveer 45.000 cliënten. Deze laatste beperking heeft de staatssecretaris nu op 5 juli geschrapt. Met andere woorden: voor nieuwe cliënten in 2013 én in 2014 blijft de toegang bij <10 uur BG gesloten; de groep van 45.000 ‘bestaande’ cliënten behoudt haar recht.
Gevolgen van de wijzigingen voor instellingen: in 2013 is het in de regelgeving niet meer mogelijk dat een cliënt zijn of haar volledige PGB verzilvert bij slechts reguliere AWBZ-aanbieders. Er moet ook (al is het slechts voor een paar uur) zorg ingekocht worden bij een niet-AWBZ zorgverlener (bijvoorbeeld bij de buren). Het Kabinet hanteert als uitgangspunt dat Zorg in natura (ZIN) het primaat heeft en dat slechts cliënten die hun PGB zelf adequaat kunnen beheren (er loopt nog een discussie met Per Saldo wat dat betekent) een PGB kunnen krijgen, maar dat over meerdere aanbieders (dus ook bij niet-AWBZ aanbieders) moeten spreiden. Het CVZ formuleert: het PGB stelt u in staat om zorg in te kopen die niet beschikbaar is bij zorgaanbieders waarmee het zorgkantoor een contract heeft afgesloten. De achterliggende gedachte is: als de hele zorg door reguliere AWBZ-instellingen geleverd kan worden, kan die zorg dus ook in ZIN geleverd worden en dan ligt het primaat bij ZIN. Vanuit instellingen horen we als bezwaar tegen deze redenering dat vervolgens het zorgkantoor geen ‘extra’ ZIN contracteert, vanwege de beperking in (het slot op) de contracteerruimte.
Vanuit de VGN maken we geen principiële keus tussen ZIN of PGB. De VGN is voorstander van een cliëntvolgende en regelarme bekostiging, nu al en ook straks in de (kern-)AWBZ. PGB is primair een instrument van en voor de cliënt. Wel behoren voor PGB en ZIN gelijke uitgangspunten te gelden. De financiële middelen in de AWBZ zijn beperkt en we willen geen onbeperkte groei van het PGB ten koste van de ZIN. Ook de staatssecretaris geeft dat als zijn beleid aan en hij werkt toe naar dienovereenkomstige tarieven.
Het PGB is vanuit zichzelf al persoongebonden en ZIN moet dat ook zoveel mogelijk zijn. Daarvoor wordt op diverse plaatsen geëxperimenteerd. De VGN is bij een dergelijk experiment in Siza (Arnhem) betrokken. Een aantal ‘ZIN-cliënten’ gaat daar het ZZP-budget (minus 25%) zelf beheren, als was het PGB. De bevindingen zullen worden gemonitored en bij voldoende positieve ervaringen zal de VGN in de toekomst meewerken aan een stapsgewijze landelijke verbreding.