Gemeente moet onderzoek naar benodigde jeugdhulp overdoen
Op 1 mei 2017 heeft de Centrale Raad van Beroep uitgesproken dat het college van gemeente Steenwijkerland geen zorgvuldig onderzoek heeft gedaan naar de hulpvraag van een jongere die zich gemeld had voor jeugdhulp. Uit het gezinsplan bleek niet duidelijk: welke problematiek en stoornissen deze had en welke hulp en de omvang daarvan, de jongere dan precies nodig had. De gemeente moet het onderzoek overdoen. De hoogste bestuursrechter heeft in deze uitspraak een duidelijk beoordelingskader neergezet voor het onderzoek door gemeenten.
Het kader bestaat uit opvolgende stappen (stadia); daarbij moet vervolgens ook de deskundigheid gewaarborgd zijn (discipline); dat wil zeggen dat die aangepast moet zijn aan dat stadium van onderzoek. Als blijkt dat er in een stadium van onderzoek specifieke deskundigheid nodig is, dan moet er ook een specifiek deskundig oordeel en advies zijn, wat ook kenbaar is voor de hulpvrager.
De stappen/stadia zijn:
- vaststellen hulpvraag jeugdige of ouder
- is sprake van opgroei-opvoedingsproblemen, stoornissen/psychische problematiek (artikel 2.3 Jeugdwet) en zo ja welke
- dan vaststellen welke hulp nodig naar aard en omvang, gezien leeftijd en ontwikkelingsniveau
(de noodzakelijke hulp in kaart gebracht) - dan onderzoek naar eigen mogelijkheden en die van ouders en sociaalnetwerk
(bij onderscheid tussen gebruikelijke en ongebruikelijke hulp: maatstaven inzichtelijk zijn) - voorzover die mogelijkheden ontoereikend zijn: voorziening moet verleend worden
Deze uitspraak is ook van belang voor zorgaanbieders. Aanbieders moeten verantwoorde zorg leveren van goede kwaliteit. Daarvoor hebben zij ook goede en toereikende informatie nodig. Medewerkers van aanbieders kunnen soms betrokken zijn bij het opstellen van een gezinsplan (detachering) en daarbij met deze stappen van doen krijgen.