Gemeente Den Haag mag subsidie niet korten vanwege inkomen bestuurders
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 4 mei 2016 uitgesproken dat gemeente Den Haag de subsidie van zorginstelling Brijder niet mag korten omdat enkele bestuurders van Parnassia Groep B.V.,waar Brijder aan gelieerd is, salarissen boven de Wopt verdienen. Dit is in strijd met de wet.
In 2013/2014 speelde een soortgelijke zaak in de gemeente Eindhoven en heeft de Afdeling een vergelijkbare uitspraak gedaan.
Op grond van de Algemene wet bestuursrecht mogen aan de subsidieontvanger alleen verplichtingen worden opgelegd als die "strekken tot verwezenlijking van het doel van de subsidie". De Haagse subsidieregels verplichten Brijder om de maximumnorm uit de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens in acht te nemen. Als die verplichting niet nagekomen wordt, kan de subsidie volgens de subsidieregeling van de gemeente Den Haag gekort worden. de Afdeling bestuursrechtspraak oordeelde dat deze verplichting niet op het doel van de subsidie zag, het bieden van verslavingszorg, maar op het verwezenlijken van een ander doel, namelijk het voorkomen van topsalarissen bij gesubsidieerde organisaties.
Hoewel de wet mogelijkheden biedt om ook niet-doelgebonden verplichtingen aan een subsidie te verbinden, moeten die wel enig verband houden met de gesubsidieerde activiteit. Het verband tussen de verplichting geen topsalarissen te betalen en het bieden van verslavingszorg is echter "te ver verwijderd" om toelaatbaar te zijn.