Eindrapport Aanjaagteam ‘Langer zelfstandig wonen’ gepresenteerd.

Gemeenten, woningcorporaties en zorgkantoren werken meer en meer samen om langer zelfstandig wonen mogelijk te maken. Zij zijn op de goede weg, al staan ze nog aan het begin van die weg, aldus het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen op 24 maart bij de presentatie van het eindrapport.

Op 4 juli 2015 informeerden we u over de voortgangsrapportage over ‘Langer zelfstandig wonen’ aan de Tweede Kamer. Sindsdien heeft het Aanjaagteam (Marnix Norder) in de regio’s gewerkt aan stimulering en verbetering van de onderlinge samenwerking tussen gemeenten, corporaties, zorginstellingen en zorgkantoren. Ook cliëntenorganisaties speelden hierbij een belangrijke rol. Het Aanjaagteam is nu ‘uitgewerkt’ en heeft het eindrapport aan minister Blok en staatssecretaris Van Rijn aangeboden (zie bijlage). Kern van de boodschap: gemeenten, verantwoordelijk voor wonen en zorg, moeten meer optreden als regisseur en vanuit een woon- en zorgvisie afspraken maken met corporaties, zorgaanbieders en zorgkantoren. Parallel aan de woonvisie zou de gemeente een zorgvisie kunnen opstellen. Zo’n beeld van de langere termijn (10 jaar) is nodig om investeerders in woningen en woon-zorgarrangementen aan te trekken. Zorgkantoren zouden in overleg met gemeenten en zorgverzekeraars een ‘langjarig kader’ moeten aanbieden. Het is aan woningcorporaties om meer te investeren in wonen en zorg en om nieuwe beschutte woonvormen te ontwikkelen. Er is geen blauwdruk voor het realiseren van dergelijk initiatieven. Wel helpt het volgens het Aanjaagteam als de gemeente de regie naar zich toe trekt. Als alternatief voor het verzorgingshuis of het beschermd wonen vereist ‘zelfstandig wonen’ voldoende geschikte woningen voor mensen met een lichte zorgvraag. Corporaties hebben hier een taak: volgens het Aanjaagteam moeten zij meer investeren in ‘wonen en zorg’, een kerntaak op grond van de Woningwet 2015. Het kabinet reageert binnenkort op de aanbevelingen uit het rapport van het Aanjaagteam Langer Zelfstandig Wonen.


Visie van de VGN

De VGN is bij de bestuurlijke overleggen over langer thuis wonen betrokken geweest. Daarbij hebben we de volgende punten ingebracht:

  • Er moeten voldoende woningen beschikbaar komen die betaalbaar zijn voor deze burgers/cliënten;
  • Er is een grijs gebied tussen enerzijds extramuraal/thuis wonen en anderzijds het intramurale wonen en het Aanjaagteam lijkt dat wel wat te versimpelen;
  • De administratieve last tussen instellingen en corporaties bij huur en verhuur moet naar beneden;
  • Het verdwijnen van de beleidsregel over zorginfrastructuur is een gemiste kans voor langer zelfstandig wonen;
  • Het vraagstuk van het vastgoed wordt vaak versimpeld tot een boekwaardeprobleem, terwijl er juist mogelijkheden moeten komen voor vernieuwende woonconcepten;
  • De kwaliteit van wonen moet meer aandacht krijgen (veiligheid, brandveiligheid, sociale betrokkenheid).

De realiteit is echter dat ook onze instellingen in de praktijk ten aanzien van deze randvoorwaarden met nogal wat belemmeringen worden geconfronteerd, zoals de verhuurderheffing, de lokale heffingen, de bestemmingsplannen en de inkomenstoets bij onderverhuur. Ook de verruiming van de bevoegdheid van het Waarborgfonds voor de zorgsector om investeringen buiten de Wet langdurige zorg te borgen, is nog niet geregeld. Dit alles zet toch een zekere rem op de gezamenlijke ontwikkeling van nieuwe woon-zorgconcepten door zorgaanbieders en woningcorporaties.

Al met al is er nog veel werk aan de winkel om burgers en cliënten uit instellingen meer en langer thuis te laten wonen. De VGN is van mening dat haar instellingen al veel doen op dit terrein (zoals scheiden wonen zorg) en blijft de instellingen langs de bovengenoemde uitgangspunten ondersteunen.

Deze pagina is een onderdeel van