Een goed leven voor mensen met EMB: praktijkonderzoek LACCS
Het programma LACCS heeft vermoedelijk een positief effect op het leven van mensen met ernstig meervoudige beperkingen (EMB). Dit is de conclusie van zeven N=1 casuïstiek-onderzoeken. Het onderzoek is een initiatief van de expertisegroep EVMB van Carante Groep en het Platform EMG. De leden daarvan zien dat de praktijk graag werkt met LACCS en willen meer onderbouwing van de werkende bestanddelen van dit programma.
Hamid is een man van 35 jaar. Door het werken met LACCS is vooral het contact en de communicatie met de omgeving verbeterd. Daardoor neemt hij nu meer initiatieven, is minder vaak boos en gespannen. Ook lichamelijk ging hij vooruit: zijn conditie en ontlastingspatroon verbeterden. Dat blijkt uit de analyse van zijn casus voor en na de inzet van LACCS.
Een goed leven voor mensen met EMB
LACCS is ontwikkeld door orthopedagogen Karin de Geeter en Kirsten Munsterman. Centraal in deze visie staat een ‘goed leven’ voor mensen met EMB. Door te werken aan vijf gebieden, kun je dit bereiken: lichamelijk welzijn, alertheid, contact, communicatie en stimulerende tijdsbesteding.
De praktijk omarmt LACCS en vindt het een inspirerende en motverende manier van werken. De ervaring is dat het contact tussen begeleider en de persoon met EMB groeit, ‘Je ziet het gebeuren’. De verhoudingen worden gelijkwaardiger en meer vanzelfsprekend. Maar het effect van LACCS is nog nooit systematisch in kaart gebracht. Daarom nam de expertisegroep EMB van Carante Groep samen met het platform EMG het initiatief om dit te gaan doen. Behalve deze twee organisaties leverden ook Amerpoort, ASVZ, de Zijlen, Omega en Sherpa een inhoudelijke en financiële bijdrage aan de uitvoering van dit onderzoek in een nieuw opgerichte kenniskring LACCS van het Platform EMG.
Een eerste stap van een mogelijk langere onderzoeksroute was het doen van N=1 onderzoek. Zeven orthopedagogen van de deelnemende organisaties werden hierbij ondersteund door Martin Schuurman van Kalliope Consult. Tussen april en december 2016 is bij zeven cliënten systematisch bijgehouden wat het werken met LACCS met hen deed en op welke van de vijf LACCS gebieden het leven verbeterde.
Verschillende instrumenten van het LACCS-programma werden hierbij gebruikt, zoals het ontwikkelingsfase-gesprek, de LACCS-proef (of het ‘goed leven-gesprek’) en de vijf olifanten, een manier om het contact te verbeteren. Bij Hamid bijvoorbeeld was het ontwikkelingsfase-gesprek waardevol. Dit gaf richting aan de ondersteuning. Dit gesprek is diagnostisch onderzoek en interventie in één: tijdens het gesprek komen de deelnemers op één lijn en ontstaat er een gezamenlijk draagvlak om te werken aan een goed leven.
De uitkomsten laten zien dat bij de meeste cliënten op veel LACCS-gebieden vooruitgang werd geboekt, De tendens in de gegevens is dat toepassing van LACCS vermoedelijk een positief effect op goed leven van cliënten heeft. Een conclusie die kan worden getrokken na analyse van alle waarnemingen die binnen de methodische cyclus zijn gedaan.
Het werken met LACCS maakt dat er breder wordt gekeken naar de cliënt en de ondersteuning. De meerwaarde van ‘Goed leven’ zit voor de organisatie in de ontwikkeling van een gemeenschappelijk referentiekader en het spreken van een gemeenschappelijke taal binnen de organisatie. De specifieke meerwaarde van LACCS zit in de handvatten/instrumenten die zijn ontwikkeld. Het werken met LACCS zorgt bovendien voor verdere professionalisering.
De Kenniskring LACCS is nu in gesprek met de academische werkplaats Tranzo van de Universiteit Tilburg om het onderzoek naar LACCS verder te ontwikkelen. Een belangrijke invalshoek voor verder onderzoek is het in kaart brengen van de manier waarop de LACCS-visie bij de verschillende instellingen geïmplementeerd wordt. Als dat bekend is, kan dat een opstap zijn naar onderzoek van de effectiviteit van LACCS.
Hieronder kun je het eindrapport downloaden: De toepassing van LACCS in de zorg en ondersteuning aan mensen met ernstig meervoudige beperkingen: Resultaten van zeven N=1 studies / door Martin Schuurman (Kalliope Consult); Met medewerking van Adriënne van den Berg...[et al.]