Contractering in de Wmo

De Wmo staat toe dat gemeenten de uitvoering van de wet niet zelf doen, maar inkopen bij derden (aanbieders). Het gaat hierbij met name over algemene voorzieningen en maatwerkvoorzieningen. Hier afspraken over maken kan in een overeenkomst - bijvoorbeeld een subsidie - maar soms is aanbesteden verplicht. Dit hangt af van het bedrag van de opdracht en het soort dienst dat het college wil inkopen.

De wet

Gemeenten bepalen zelf met welke organisatie ze een contract afsluiten voor de levering van voorzieningen. De wet schrijft wél voor dat bij aanbesteding naast de prijs altijd de kwaliteit moet worden meegewogen. Alleen gunnen op grond van de laagste prijs mag niet in de Wmo.

Het college moet bij het gunnen van maatwerkvoorzieningen ook kijken naar de mate waarin een nieuwe aanbieder zorgt voor continuïteit in de hulpverlening. Dit gaat vooral om het behouden van de relatie tussen de cliënt en zijn vertrouwde hulpverlener. 

De aanbieder die uiteindelijk de opdracht gegund krijgt en de voorziening mag leveren, is volgens de wet verplicht om te overleggen met de ‘verliezende’ zorgaanbieder over overname van personeel.

Gemeenten moeten in de verordening regels vastleggen, die een goede verhouding tussen de prijs en kwaliteit van een voorziening garanderen. Wat is een reële kostprijs voor de activiteiten die aanbieders moeten uitvoeren? Gemeenten zijn verplicht rekening te houden met de deskundigheid van het personeel dat wordt ingezet en de arbeidsvoorwaarden. De wet schrijft hiervoor geen normen voor.

Ook is in de wet niet opgenomen dat de arbeidsvoorwaarden zoals opgenomen in de CAO Gehandicaptenzorg de maatstaf zijn. Het uitgangspunt is dat aanbieders personeel inzetten tegen de arbeidsvoorwaarden die passen bij de vereiste vaardigheden. De gemeente zal zich dus tenminste een beeld moeten vormen van de activiteiten en de arbeidsvoorwaarden die bij die taak horen.

De wetgever kan de beleidsvrijheid die gemeenten hebben nog inperken. Dit is voor 2015 niet gebeurd, maar er is wel een Algemene maatregel van bestuur in voorbereiding voor de inkoop 2016.


De praktijk

De monitor sociaal domein van februari 2015 laat zien dat in 2014 een mix aan type contracten is gesloten met gehandicaptenzorgaanbieders voor de nieuwe Wmo. Raamcontracten op basis van een aanbesteding, contracten met productiebekostiging (pxq) en subsidies komen het meest voor. Een deel van de contracten is voor meerdere jaren afgesloten, waarbij alleen een prijsafspraak voor 2015 is gemaakt en geen volumeafspraak. Bij de gesloten contracten is vaak sprake van hoofdaannemerschap of voert de gehandicaptenzorgaanbieder het contract alleen uit. Social return maakt vaak onderdeel uit van de inkooptrajecten. De eisen op het gebied van verantwoording, kwaliteit en registratie verschillen erg per gemeente. De respondenten geven aan dat ongeveer 10% van de eisen hetzelfde zijn.

De ingekochte zorg bestaat met name uit dezelfde type activiteiten als in de AWBZ. Dit geldt voor het overgangsrecht voor bestaande cliënten, maar ook voor de afspraken over de nieuwe instroom van kwetsbare burgers. De daadwerkelijke transformatie is vaak een ontwikkelagenda voor 2015. Er zijn vooral maatwerkvoorzieningen ingekocht bij gehandicaptenzorgaanbieders en in mindere mate algemene voorzieningen (40 procent).

Voor de overeenkomsten voor één jaar geldt dat de gemeente zich nu gaat voorbereiden op een nieuwe aanbesteding/inkoopcyclus, zodat deze daadwerkelijk voor/in de zomer van 2015 vorm krijgt.


Betekenis voor de aanbieder

De VGN heeft in 2012 een handreiking Zorgverkoop in de Wmo opgesteld, die in 2014 is aangevuld in de vorm van een addendum. Hierin is beschreven welke varianten gemeenten kiezen bij contractering, wat deze betekenen voor de zorgaanbieders en hoe zorgaanbieders zich kunnen voorbereiden op het proces van zorgverkoop. Daarnaast heeft de VGN een Juridische handreiking Zorgverkoop gemaakt, waarin een onderdeel Zorginkoop door gemeenten is opgenomen.

Zorgaanbieders die een serieuze kans willen maken om de opdracht voor een maatwerkvoorziening gegund te krijgen, moeten bereid zijn om de betrokken hulpverleners in dienst te nemen. Alleen dan lijkt de zorgrelatie tussen de hulpverlener en de cliënt immers gecontinueerd te kunnen worden. Het overnemen van een aanzienlijk deel van het personeel, kan het gevaar van overgang van onderneming met zich meebrengen. In deze situatie treden automatisch alle oud werknemers in dienst bij de nieuwe aanbieder. Meer hierover vindt u in de factsheet Wmo 2015 en overgang van onderneming.


Meer weten?

Informatie over contractering is in de Wmo opgenomen in de artikelen 2.6.4 t/m 2.6.6:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stb-2014-280.html

Wat mag en moet in de Wmo
Deze tekst is onderdeel van 'Wat mag en moet in de Wmo'. Hierin legt de VGN de wettekst van de Wmo aan de hand van tien thema's uit.