Bekostiging corona-units in 2021 gewijzigd

In de beleidsregel voor de compensatie van extra corona-kosten (Wlz) is voor 2021 de formulering voor de bekostiging van corona-units gewijzigd. Van belang is dat u bij deze activiteiten vooraf afspraken maakt met het zorgkantoor. Hieronder leggen we het uit.

Coronavirus op blauwe achtergrond

Corona units

Meerdere aanbieders in onze sector hebben specifieke units ingericht om cliënten/patiënten met COVID-19 (ook afkomstig van andere aanbieders) op te vangen en te verplegen. Meestal zijn daarover in regionaal verband afspraken gemaakt tussen zorgorganisaties, verzekeraars en de GGD. Op 19 oktober informeerden we u over de bestuurlijke afspraken. Kort samengevat: voor patiënten met een Wlz-indicatie geldt de beleidsregel extra kosten corona om deze kosten te dekken; voor Zvw-patiënten geldt een apart tarief. De  huidige beleidsregel loopt eind december 2020 af. Deze beleidsregel is voor 2021 geactualiseerd. In de tekst is een wijziging opgenomen. Als volgt.

Vergoeding personele kosten

Per 2021 geldt voor de vergoeding van personele kosten: de extra personele kosten van het personeel dat beschikbaar moet zijn en werkt om cliënten op de cohort-units te verzorgen.

Vergoeding extra materiële kosten

Per 2021 wordt een definitie gegeven van extra materiële kosten. Hieronder worden verstaan de kosten die gemaakt zijn in de periode 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021 en het gevolg zijn van de uitbraak van het SARS-CoV-2 virus en samenhangen met de maatregelen van het kabinet of als gevolg van maatregelen die volgen uit RIVM-richtlijnen. Het gaat hierbij om de extra kosten die nodig zijn om de gebruikelijke en (aanvullend) noodzakelijke zorg veilig en verantwoord te leveren. In de opsomming van kostenposten die in ieder geval voor vergoeding in aanmerking komen, staat de vergoeding van materiële kosten voor corona-units niet meer expliciet vermeld (in tegenstelling tot in de beleidsregel 2020). Nu zouden de materiele kosten van cohort-units in 2021 kunnen vallen onder de overige materiële kosten: voor zover overeenstemming bestaat met het zorgkantoor komen deze voor vergoeding in aanmerking.

De VGN heeft bij de NZa  gepleit voor voortzetting van de formulering van 2020. De NZa heeft echter als volgt geantwoord:

Het Ministerie van VWS heeft ons het volgende meegegeven in de opdrachtbrief:

“Die vergoeding betreft extra kosten van zorgaanbieders die zij voor overeengekomen en gerealiseerde Wlz-zorg hebben moeten maken. Het gaat hierbij om personele en materiële kosten die het directe gevolg zijn van de uitbraak van het coronavirus en die strikt noodzakelijk zijn om de zorg aan Wlz-cliënten veilig en verantwoord te kunnen leveren en die -vanzelfsprekend- niet al op andere wijze zijn gecompenseerd. Zo is het bijvoorbeeld in beginsel niet de bedoeling om onderhoud of vernieuwing van de inventaris of vastgoed op grond van deze regeling te vergoeden. De extra kosten als gevolg van corona kunnen worden vergoed, als het zorgkantoor akkoord is met de aanvraag voor de vergoeding van de extra kosten. Wij hebben de kapitaallasten (kosten) behorende bij de materiele kosten behorende bij Cohort Units dan ook niet opgenomen bij ‘algemeen akkoord’. Deze horen bij het onderdeel ‘overleg zorgkantoor en zorgaanbieder’. Partijen kunnen hier afspraken over maken. Wij sluiten de kosten niet uit in de beleidsregel. Wel is een specifieke afspraak nodig tussen partijen. Zie:

Artikel 4, lid 2, sub d:

Extra materiële kosten die het gevolg zijn van een omstandigheid die niet onder artikel 6, tweede lid, onder c, van deze beleidsregel is genoemd en samenhangen met de omstandigheden geformuleerd onder artikel 6, tweede lid, onder b, van deze beleidsregel en waarvoor overeenstemming bestaat met het zorgkantoor komen voor vergoeding in aanmerking.

 

Van belang is dus dat u bij de verdere uitwerking van uw plannen en uw werk rond cohorten vooraf afstemt met het zorgkantoor. Mochten er dan toch problemen ontstaan met de bekostiging, dan horen we dat graag van u.

Deze pagina is een onderdeel van