Begeleiders van mensen met EMB: ‘Te weinig tijd’
Begeleiders van mensen met ernstige meervoudige en verstandelijke beperkingen (EMB) hebben niet genoeg tijd om hun werk goed te doen. Ook vinden zij zelf dat zij te weinig kennis hebben over de doelgroep. Dit blijkt uit een onderzoek van het Expertisecentrum EMB.
Mensen met EMB hebben een ernstige verstandelijke beperking in combinatie met motorische beperkingen, waarnaast zij vaak ook nog zintuiglijke problemen hebben. Voor hun dagelijks leven zijn zij volledig afhankelijk van familieleden en zorgprofessionals.
766 problemen
Het Expertisecentrum EMB onderzocht welke problemen de begeleiders van mensen met EMB in hun werk hebben. In het oktobernummer van Markant publiceren de onderzoekers een artikel over de 766 problemen die zij tegenkwamen. Bovenaan staat het gebrek aan tijd. ‘We staan vaak twee op tien’, zegt één van de 157 deelnemers aan het onderzoek. ‘Dan heb je te weinig tijd op alle gebieden.
Samenwerking onvoldoende
Door het tijdgebrek werken de begeleiders ook onvoldoende samen met ouders en verwanten van hun cliënten. En niet alleen met hen. ‘Ik weet vaak niet hoe collega’s uit mijn eigen team met een cliënt werken’, zegt één van de deelnemers aan het onderzoek.
Pijn en probleemgedrag
Opvallend is ook dat de begeleiders van mensen met EMB zelf aangeven dat zij onvoldoende kennis hebben over hun doelgroep. Daardoor kunnen zij bijvoorbeeld pijnsignalen niet goed opvangen en weten zij niet hoe ze moeten omgaan met gedragsproblemen zoals zelfverwonding.
Nieuwe kennis
De onderzoekers wijzen erop dat er de afgelopen jaren veel nieuwe kennis is ontwikkeld, die nog niet op de werkvloer is beland. Zij pleiten voor meer training on the job.
Het artikel over de begeleiding van mensen met EMB is geschreven door Suzanne Jansen, Petra Poppes, Willeke de Jong en Annette van der Putten. Het expertisecentrum EMB is een samenwerking tussen Rijksuniversiteit Groningen en ’s Heeren Loo.
U kunt het artikel ook lezen in het oktobernummer van Markant.