AP stelt beleidsregels prioritering klachtenonderzoek vast
Op grond van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) heeft iedere betrokkene het recht om een klacht in te dienen bij Autoriteit Persoonsgegevens (AP) indien hij vindt dat de AVG wordt geschonden bij de verwerking van zijn persoonsgegevens. Onlangs heeft de AP beleidsregels vastgesteld omtrent de prioritering bij deze klachtenonderzoeken.
In situaties waarin nader onderzoek nodig is om vast te stellen of sprake is van een overtreding van de AVG, stelt de AP zichzelf de volgende vragen:
Hoe schadelijk is de vermeende overtreding voor de betrokkene(n)?
De AP kijkt naar de aard van de persoonsgegevens (bijzondere categorieën of niet?), de aard van de overtreding (ernstig of minder ernstig, incidenteel of structureel?) en de schadelijkheid (niet alleen financiële schade).
Wat is de omvang en de bredere maatschappelijke betekenis van een eventueel optreden van de AP?
De AP kijkt naar de kring van betrokkenen (zijn enkelen of velen getroffen en in welke mate? Is sprake van een grensoverschrijdend karakter?). Bij de uitleg van het criterium ‘bredere maatschappelijke betekenis’ is relevant of sprake is van een door de AP jaarlijks bekend gemaakt aandachtspunt in het Toezichtskader. Die aandachtspunten zijn kort gezegd: verwerking van persoonsgegevens door overheden en in de zorg, handel in persoonsgegevens, niet-gemelde datalekken en datalekken die veroorzaakt zijn door ernstige tekortkomingen in de beveiliging.
In hoeverre is de AP in staat doeltreffend en doelmatig op te treden?
De AP richt zich bij de behandeling van klachten primair op het bereiken van normconform gedrag. Ten aanzien van doeltreffendheid zal worden ingeschat welk (handhavings)instrument geschikt is om op het korte termijn het gewenste effect te bereiken. Ook informele interventies zoals een telefonische confrontatie, een normoverdragend gesprek, een (openbare) waarschuwingsbrief of bemiddeling kunnen effectief zijn. Ten aanzien van doelmatigheid zal worden afgewogen of een nader onderzoek mogelijk is met de beschikbare menskracht en toegekende financiële middelen. Deze zullen evenwichtig verdeeld moeten worden over alle nader te onderzoeken klachten.
Er is geen sprake van cumulatieve prioriteringscriteria. Wel volgt uit de toelichting op de beleidsregels dat als een klacht op meerdere criteria hoog scoort, er eerder aanleiding bestaat voor een nader onderzoek en als een klacht op één criterium laag scoort dat al aanleiding kan zijn om nader onderzoek achterwege te laten. Daar staat tegenover dat als sprake is van bijzondere omstandigheden ook een nader onderzoek kan worden gestart als een klacht op alle criteria laag scoort.
Voor meer informatie of vragen kunt u contact opnemen met Lilly Wijnbergen, lwijnbergen@vgn.nl.