Alternatieven voor overheveling behandeling voor Wlz-cliënten naar de Zvw
Minister Helder heeft op 31 oktober de langverwachte brief over behandeling in de Wlz aan de Tweede Kamer gestuurd. In de zomer heeft zij besloten de maatregel uit het coalitie-akkoord om behandeling voor Wlz-cliënten naar de Zvw over te hevelen, niet door te voeren. Daarbij is echter wel de voorwaarde benoemd dat de inhoudelijke doelstellingen die met deze maatregel beoogd werden op een alternatieve wijze worden behaald en dat de financiële doelstelling overeind blijft. In deze brief gaat zij in op het vervolgproces voor het behalen van de doelstellingen als alternatief voor de overheveling.
Alternatieven voor overheveling behandeling naar Zvw
De minister heeft in de zomer in een brief over het programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor ouderen (WOZO) aangegeven dat na gesprekken met het veld duidelijk is geworden dat overheveling niet op een zorgvuldige manier kan. Daarnaast is de integrale en multidisciplinaire behandeling die met name voor de meest kwetsbaren nodig is in de Zvw moeilijk te realiseren. Daarom heeft zij afgesproken om te onderzoeken hoe behandeling voor de meest kwetsbaren, zowel ouderen als mensen met een beperking in de Wlz kan blijven. Daarbij gelden wel harde voorwaarden over het op een alternatieve wijze realiseren van de inhoudelijke en financiële doelstellingen die met de overheveling beoogd werden.
Inhoudelijke doelstellingen
Met de overheveling waren twee inhoudelijke doelen beoogd die nu op een alternatieve manier moeten worden behaald. Het eerste doel betreft het verbeteren/borgen van de toegankelijkheid van de medisch generalistische zorg. Het tweede doel is het opheffen van de verschillen in aanspraak en de onduidelijkheid daarover tussen plekken met en zonder behandeling. Daarbij wordt nadrukkelijk benoemd dat er meer transparantie nodig is over wat er aan behandeling wordt geleverd.
Toegankelijkheid van Medisch generalistische zorg (MGZ)
De minister geeft in de voortgangsbrief aan dat er op korte termijn een alternatief moet komen om de toegankelijkheid en verdeling van de medisch generalistische zorg te verbeteren binnen het huidige stelsel. Er moeten niet-vrijblijvende afspraken komen over de (regionale) borging van 24/7 beschikbaarheid van MGZ voor alle Wlz cliënten. Het gaat dan zowel om cliënten in een instelling als om cliënten in een geclusterde woonvorm of thuis.
Knelpunten in de toegankelijkheid van de MGZ zijn al langer bekend en vormden voor de VGN al in 2020 de reden om met de relevante partijen een convenant voor de gehandicaptenzorg op te stellen.
Recent hebben de IGJ en de NZa samen een beleidssignalering opgesteld over de toegankelijkheid van MGZ. Zij constateren onder andere dat de beschikbaarheid van huisartsen, artsen VG en SOs niet meegroeit met de (steeds complexere) zorgvraag en dat de toegang tot algemene of specifieke medische zorg voor bepaalde cliënten niet altijd geborgd is. Ook geven zij aan dat door de opkomst van kleinschalige woonvormen de afbakening tussen huisartsen en artsen VG en de samenhang tussen Wlz- en Zvw-aanspraken diffuus is geworden. Daarnaast geven zij aan dat het steeds moeilijker wordt afspraken te maken over de borging van MGZ en dat huisartsen steeds vaker contracten opzeggen, omdat zij vinden dat zorg aan Wlz-cliënten niet tot hun basiszorg behoort.
Om tot afspraken te komen voor verbetering van de toegankelijkheid heeft ZN het voortouw genomen voor gezamenlijk project met de relevante partijen: VGN, NVAVG, LHV, Ineen, Actiz en Verenso. Deze partijen hebben hun commitment gegeven om hiermee aan de slag te gaan. Het project bestaat uit 2 onderdelen:
- landelijke kaders voor organisatie van de toegankelijkheid van MGZ in de regio,
- de taakverdeling van de huisarts/arts VG/ SO.
Bij het eerste onderdeel wordt gekeken naar een zo efficiënt mogelijke inzet van de capaciteit door onder meer regionale samenwerking.
De ambitie is om in april 2023 tot landelijke kaders te komen en die vervolgens in de regio’s te implementeren. Eind 2024 zou de implementatie gerealiseerd moeten zijn. Daarbij kan per regio het tempo verschillend zijn.
Bij de uitwerking is op verzoek van de VGN ruimte voor specifieke oplossingsrichtingen per sector en voor aansluiting bij bestaande samenwerkingsstructuren in de regio.
Momenteel wordt het projectplan voor dit project gemaakt. De VGN is hier bij betrokken. Bij de verder uitwerking zal de VGN waar mogelijk aansluiting zoeken bij het convenant MGZ.
Naast dit project worden de volgende activiteiten ingezet voor verbetering van MGZ:
- Het project duurzame medische zorg in de regio, dat de afgelopen jaren in de ouderenzorg is uitgevoerd, verbreed naar de gehandicaptenzorg. Daarbij komen ook middelen om dit te ondersteunen.
- Afspraken Integraal zorgakkoord (IZA): er wordt gewerkt aan passende antwoorden op vraagstukken rond de verantwoordelijkheid van iedere professional bij multidisciplinaire samenwerking, eindverantwoordelijkheid, regiebehandelaarschap en de beschikbaarheid van de expertise van de specialist ouderengeneeskunde en arts VG bij acute zorgvragen.
- Ondersteuning van VWS om instroom in opleidingen arts VG en SO.
- Aanbevelingen van expertgroep.
- Daar waar signalen zijn dat partijen er onderling niet uitkomen en er risico’s dreigen te ontstaan voor de kwaliteit of continuïteit van de mgz aan cliënten, wordt er door VWS, NZa en IGJ gezamenlijk gekeken waar ieder vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid op kan treden.
Verschillen in aanspraak
Het oplossen van de verschillen in aanspraak tussen verblijf met en zonder behandeling wordt pas op de langere termijn wordt opgepakt. Hierbij wordt onder andere het advies over toekomstscenario’s dat door de NZa wordt opgesteld gebruikt (zie hieronder).
Financiële doelstelling
De financiële doelstelling van een besparing van €170 miljoen (€80 miljoen voor de gehandicaptenzorg) blijft overeind. Hiervoor krijgt de NZa begin 2024 de opdracht om het vanaf 2025 in de tarieven van de ZZPs met behandeling te verwerken. Uiteraard zet de VGN er op in dat op basis van (kosten)onderzoek dekkende tarieven moeten worden vastgesteld en dat er geen sprake kan zijn van een op voorhand vaststaande financiële besparing.
Toekomstbestendige financiering en positionering
Daarnaast krijgt de NZa verschillende opdrachten over de behandelcomponent:
- Het in beeld brengen van de behandelcomponent van de prestaties inclusief behandeling. Hierbij wordt de NZa gevraagd om een methodiek te ontwikkelen waarbij de diverse onderdelen van de behandelcomponent apart zichtbaar worden en de inzet van behandelaren inzichtelijk wordt. Hierbij dient de NZa ook te kijken naar interne budgetallocaties (bijvoorbeeld verdeelsleutels). Hierbij dient zoveel mogelijk gebruik gemaakt te worden van beschikbare databronnen, waaronder het onder regie van de VGN opgestelde document Behandeling in de Langdurige gehandicaptenzorg. VWS wil op basis van het onderzoek een afweging maken voor een toekomstbestendige vormgeving van de bekostiging van de (diverse onderdelen van de) behandelfunctie in de Wlz. (Voorjaar 2024.)
- Ontwikkelen van toekomstscenario’s voor een transparantere en doelmatigere prestatie- en tariefregulering voor de aanspraak op behandeling binnen de Wlz. Hierbij wordt ook het deel van behandeling betrokken dat nu in de Zvw zit, worden voor- en nadelen aangegeven en worden de gevolgen voor Wlz-cliënten inzichtelijk gemaakt. Dit advies wordt door VWS gebruikt om te komen tot een toekomstbestendige inrichting van de behandelfunctie. (Zomer 2023.)
- Advies te geven over het harmoniseren van VPT met en zonder behandeling. Uit declaratiegegevens blijkt dat hiertussen grote verschillen zijn in de uitgaven voor behandeling. (Zomer 2023.)
De NZa moet bij de uitvoering van deze onderzoeken de verschillende ketenpartners, waaronder de VGN betrekken.
De VGN heeft er bij de opstelling van deze opdracht op aangedrongen om bij het in beeld brengen van de behandelcomponent breder te kijken naar de zorg die vanuit een ZZP wordt geleverd, omdat behandeling niet geïsoleerd onderdeel van de zorgverlening is, maar er een wisselwerking is tussen de verschillende onderdelen van de zorg. Dit is ook duidelijk uit de beschrijving van behandeling die we samen met de verschillende beroepsorganisaties hebben opgesteld.
Overige behandelvormen
In het kader van de voorgenomen overheveling zijn verkenningen uitgezet naar de uitvoeringspraktijk van paramedische zorg, tandheelkundige zorg en farmaceutische en hulpmiddelenzorg in de Wlz. Uit de verkenning voor farmaceutische en hulpmiddelenzorg blijkt dat een overheveling naar de Zvw meer aandachtspunten dan kansen lijkt te bieden. De verkenning tandheelkundige zorg heeft geleid tot een verkenning met de sector voor een professionele standaard. De verkenning paramedische zorg krijgt nog een beleidsreactie na overleg met het veld.