Aanpassing Wet zorg en dwang: minister Helder wil stevige keuzes maken

Minister Conny Helder (Langdurige Zorg en Sport) heeft gereageerd op het evaluatierapport over de Wet zorg en dwang (Wzd). In een brief aan de Tweede Kamer liet ze weten dat ze de wet wil aanpassen en in de eerste helft van 2024 een nieuw wetsvoorstel wil voorleggen. Ze stelt hiervoor een aantal belangrijke wijzigingen voor, die je in dit artikel kan lezen.

vlieger

Stevige keuzes nodig om regels tot de essentie te beperken

Cliënten kunnen betere zorg krijgen en professionals kunnen betere zorg verlenen op basis van heldere, begrijpelijke regels, die zich beperken tot de essentie. Vanuit deze overtuiging wil minister Helder de Wzd aanpassen. Hierbij zullen stevige keuzes gemaakt moeten worden, zegt ze in haar brief.

De minister benoemt een aantal belangrijke wijzigingen die zij wil voorstellen. Over veel van deze onderwerpen beraadt zij zich nog.

In dit artikel staat een samenvatting van de brief van minister Helder. Vervolgens lees je wat de plannen van de VGN zijn rondom dit onderwerp. Op deze pagina is ook de volledige beleidsreactie te downloaden.

Samenvatting van reactie Minister Helder op evaluatierapport Wzd

Aanpassing besluitvorming onvrijwillige zorg

De minister wil de besluitvorming over opname van onvrijwillige zorg in het zorgplan op een andere manier vormgeven, zodat meer mogelijkheden ontstaan voor maatwerk. Als basis voor de nieuwe regeling zal zij het advies ‘Van stappenplan naar maatwerk in dialoog’ gebruiken. Dit advies is uitgebracht door een brede coalitie van veldpartijen uit de ouderenzorg en gehandicaptenzorg, waaronder de VGN.

Geen stappenplan bij vrijwillige zorg

Minister Helder wil de bepaling schrappen op grond waarvan het stappenplan moet worden gevolgd bij opname van bepaalde vormen van vrijwillige zorg in het zorgplan van een ter zake wilsonbekwame cliënt (artikel 2, lid 2 Wzd). Deze bepaling heeft betrekking op insluiting, beperking van de bewegingsvrijheid en toe­diening van gedrag­beïn­vloeden­de medicatie in afwijking van de richtlijn. Wel vindt de minister het van belang dat zorg­aanbieders in het Wzd-beleidsplan waarborgen opnemen voor een zorgvuldige besluit­vorming over opname van deze vormen van zorg in het zorgplan van wilson­bekwame cliënten.

Besluit opname en verblijf vervalt

Als het aan de minister ligt, is in de toekomst voor opname van een cliënt die niet weloverwogen kan beslissen over opname, maar zich daar ook niet tegen verzet, geen besluit opname en verblijf meer nodig. Zij beraadt zich nog over een andere manier waarop gewaarborgd kan worden dat zorgvuldig over opname van cliënten uit deze groep beslist kan worden. Hierbij denkt zij onder andere aan een toetsing door de Wzd-functionaris of door andere zorgverleners.

Verlenging geldigheidsduur huidige besluiten opname en verblijf niet nodig

Op 1 januari 2025 verloopt de geldigheidsduur van de besluiten opname en verblijf van cliënten die bij inwerkingtreding van de Wzd op basis van artikel 61 Bopz waren opge­nomen. De aangekondigde wijziging van de Wzd, waarin de minister voorstelt het besluit opname en verblijf te schrappen, is dan nog niet van kracht. De minister vindt het niet nodig dat voor deze cliënten een nieuw besluit opname en verblijf wordt aangevraagd. De opname van deze cliënten kan dus na het verstrijken van de geldigheidsduur van het besluit opname en verblijf worden voortgezet.

Richtlijn verzet

Verzet is cruciaal begrip in de Wzd. Verzet een cliënt zich tegen zorg, dan is een extra zorgvuldige besluitvorming nodig. De minister wil een richtlijn laten ontwikkelen op basis waarvan zorgverleners beter kunnen inschatten of een cliënt zich tegen zorgverlening verzet.

Verpleegkundig specialist als Wzd-functionaris

Artsen, gezondheidszorgpsychologen en orthopedagoog-generalisten kunnen nu de rol van de Wzd-functionaris op zich nemen. De minister overweegt om ook verpleegkundig specialisten die mogelijkheid te geven.

Versteviging vertrouwenswerk

De minister wil locatiebezoeken door een cliëntenvertrouwenspersoon (cvp) wettelijk regelen. Het gaat hier om bezoeken waardoor cliënten in staat worden gesteld om op een laagdrempelige manier kennis te maken met de cvp of de cvp te raadplegen. Deze be­zoeken vinden in afstemming met de zorgaanbieder plaats. Ook de cliëntenraad kan hierbij een rol spelen. Bovendien wil de minister de taak van de cvp verhelderen en overweegt zij om de cvp ook de taak te geven ondersteuning te bieden in klachten­procedures op basis van de Wkkgz. Zorgaanbieders worden verplicht om cliënten op specifieke momenten, bijvoorbeeld als overwogen wordt onvrijwillige zorg in het zorgplan op te nemen, expliciet te wijzen op de mogelijkheid om een beroep te doen op de cvp.

Crisisopname vereenvoudigen

Overwogen wordt om de crisisopname op basis van de Wzd (de inbewaringstelling) en de crisisopname op basis van de Wvggz (de crisismachtiging) te vervangen door één pro­cedure, zodat in crisissituaties niet direct gekozen hoeft te worden tussen opname op basis van de Wzd of op basis van de Wvggz. Deze keuze wordt pas gemaakt als blijkt dat voortzetting van de gedwongen opname na de crisisopname (voor de Wzd: inbewaring­stelling plus voortzetting inbewaringstelling) noodzakelijk is.

Psychische stoornis onder Wzd, gelijkgestelde aandoeningen

De aanbeveling uit het evaluatierapport om de mogelijkheid te bieden dat cliënten met een psychische stoornis, ongeacht de diagnose, onder de Wzd gebracht worden, wordt als uitgangspunt genomen voor nadere uitwerking, waarbij wordt onderzocht of de bepalingen rondom gelijkgestelde aandoeningen aangepast kunnen worden.

Gegevensverstrekking aan de IGJ minder gedetailleerd

De minister zal de IGJ vragen om kritisch te bezien welke gegevens over onvrijwillige zorgverlening de IGJ echt nodig heeft om haar toezichthoudende taak uit te voeren. Op basis daarvan wordt beoordeeld of de digitale overzichten van onvrijwillige zorgverlening, die zorgaanbieders halfjaarlijks aan de IGJ sturen, minder gedetailleerd kunnen worden.

Vervolgtraject aanpassing Wzd

In haar brief aan de Tweede Kamer geeft de minister op hoofdlijnen aan wat zij met de aanbevelingen uit het evaluatierapport over de Wzd wil gaan doen. Het is duidelijk dat de Wzd ingrijpend gewijzigd gaat worden. Dit zal echter nog veel tijd kosten. De minister wil in de eerste helft van 2024 een wetsvoorstel aan de Tweede kamer sturen. Ook als dat lukt en zowel de Tweede Kamer als de Eerste Kamer het wetsvoorstel snel behandelt, zal de gewijzigde Wzd naar verwachting op z’n vroegst per 1 januari 2026 in werking treden.

 

VGN zal aanbevelingen aanbieden aan VWS

VGN heeft in januari samen met ActiZ haar reactie op de 70 aanbevelingen uit het evaluatierapport gegeven. Binnenkort zullen we op basis van de ervaringen van onze leden, nog eigen aanbevelingen aanbieden aan VWS.

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Marijke Delwig
Telefoonnummer
Marijke Delwig

Deze pagina is een onderdeel van