Aanpassing regels rond logeren en MPT-dagbesteding
De afgelopen periode liepen aanbieders tegen problemen aan bij het maken van productie-afspraken rond logeren en dagbesteding. De VGN heeft in overleg met VWS, ZN, NZa en enkele zorgkantoren voor beide onderdelen een goede oplossing kunnen bereiken.
Probleem bij logeren
Het gesignaleerde probleem bij logeren is dat de bekostiging en de aanspraak van logeren in de Wlz niet goed op elkaar aansluiten. Dit hangt samen met het aantal etmalen dat een cliënt mag logeren (maximaal 156 per kalenderjaar) en de nieuwe prestatie voor logeren (NZa beleidsregel) die uitgaat van dagen. In het besluit langdurige zorg is vastgelegd dat een cliënt maximaal 156 etmalen per kalenderjaar (gemiddeld 3 etmalen per week) kan logeren. Dit mag ook opgespaard worden voor langere periodes in de vakantie. De nieuwe NZa prestatie voor logeren gaat echter uit van dagen, waarbij de dag van aankomst en vertrek ieder als dag meetelt. Wanneer een cliënt bijvoorbeeld op vrijdag vóór 20.00 uur komt en maandagochtend weer vertrekt, dan mag de zorgaanbieder volgens de NZa beleidsregel vier dagen declareren. Dit kan bij sommige cliënten tot problemen leiden, omdat ze op die manier snel op het maximum van het toegestane aantal etmalen zitten. Cliënten die bijvoorbeeld elk weekend logeren zijn dan in oktober door hun logeerdagen heen. Daarnaast vinden zorgkantoren het niet acceptabel dat 4 dagen mogen worden gedeclareerd in het genoemde voorbeeld waarin strikt genomen maar sprake is van 2,5 etmaal verblijf.
Oplossing
Voor logeren is afgesproken dat de beleidslijn van ZN wordt gehandhaafd, waarbij de dag van vertrek niet mag worden gedeclareerd. Hierdoor sluiten de aanspraak en de declaratie aan. Daarnaast worden de mogelijkheden voor het declareren van dagdelen dagbesteding (in combinatie met en bovenop het logeren) verruimd. Zo sluit ook de bekostiging weer aan. ZN heeft dit in een nieuwe beleidslijn (zie bijlage) aangegeven en zal conform de gemaakte afspraken het voorschrift zorgtoewijzing 2017 aanpassen. De NZa zal ook de beleidsregel aanpassen.
Probleem bij MPT-dagbesteding
Het probleem dat hier speelt komt doordat in het voorschrift zorgtoewijzing van ZN is opgenomen dat de dagbestedingscategorieën voortaan worden gekoppeld aan het zorgprofiel. Dit is nieuw maar ook tegenstrijdig met de beleidsregel MPT waarin bij dagbesteding de groepsgrootte bepalend is voor de prestatie die kan worden afgesproken. Bij de levering van MPT gerelateerde dagbesteding, komen instellingen hierdoor in de problemen omdat cliënten soms in kleine groepjes dagbesteding krijgen, maar geen ZZP7 hebben. Voorheen kon dan toch dagbesteding zwaar worden gedeclareerd (omdat het soort activiteit mede de groepsgrootte mocht bepalen). Door de wijziging in het voorschrift zorgtoewijzing kan dat niet meer. Echter, aanbieders kunnen niet van de ene op andere dag de groepen aanpassen. Daarnaast zijn er inhoudelijke gevolgen voor de dagbesteding als het soort activiteit niet meer mede kan bepalen welke prestatie geleverd mag worden.
Oplossing
In overleg met VWS, ZN, NZa en enkele zorgkantoren heeft de VGN ook hier een oplossing bereikt. De oplossing komt er op neer dat dit jaar de koppeling aan het zorgprofiel bij MPT dagbesteding van de baan is. Het voorschrift zorgtoewijzing zal conform worden gewijzigd en de ‘harde’ koppeling tussen zorgprofielen, dagbesteding en behandelprestaties wordt uit de rekenmodule gehaald (zie ook de nieuwe beleidslijn; bijlage). Dit geldt niet voor de zorgkantoren die deze handelwijze reeds in 2016 hebben ingevoerd en opgenomen hebben in hun regionale inkoopbeleid.
Omdat ZN van mening blijft dat de leveringsvorm niet zou mogen bepalen welke keuze er is bij dagbesteding, zullen partijen in het ZZP-onderhoudstraject bezien op welke wijze uniformering mogelijk is bij dagbesteding tussen MPT en de intramurale handelwijze (waar de koppeling al langer van toepassing is en blijft).