Pameijer: 'Corona brengt ook een gevoel van verbinding, compassie en liefde'
In de serie 'Hoe gaat het nu bij', laten we instellingen aan het woord over het aantal besmettingen met corona onder cliënten en medewerkers, en wat dit voor de organisatie betekent. In deze aflevering: Pameijer, een zorgorganisatie met circa 6500 cliënten met een verstandelijke of geestelijke beperking in Rotterdam en omstreken.
'Bij ons gaat het om twee zaken’, zegt Arend Vreugdenhil, bestuurder bij Pameijer. ‘De bestrijding van het virus én de leefbaarheid. Hoe ga je om met eenzaamheid bij cliënten? Zij zijn in isolement. Hoe houd je het leefbaar voor hen?’
Veel samenwerking
Sinds de corona-uitbraak houden een calamiteitenteam en een medisch team de vinger strak aan de pols. ‘Wij zetten op elke locatie vol in op preventie’, zegt hij. ‘Er is veel Rotterdamse samenwerking: via het Maasstadziekenhuis en de GGD hebben we volop testmogelijkheden. Daar hebben tientallen cliënten en medewerkers al gebruik van gemaakt.’
Aan het front
Bij Pameijer is het aantal corona-infecties volgens Arend beperkt te noemen. ‘Dat heeft met geluk te maken’, zegt hij, ‘maar óók met de inzet van onze medewerkers in de frontlinie. Dat woordje ‘front’ vind ik heel toepasselijk. Iedereen zit ondergedoken, maar op de werkvloer wordt met man en macht het virus tegengegaan.’ Arend stelt zich als bestuurder vooral dienend op aan de zorgteams. ‘Je bent je meer bewust: wat heeft een team nodig? Wij handelen extra snel. Er staat elk moment van de dag een collega klaar om met een team mee te denken. Dat wordt gewaardeerd.’
Verbinding en compassie
De afzonderlijke teams krijgen bij Pameijer het vertrouwen om zelfstandig te handelen op basis van heldere protocollen, 24/7 ondersteuning en voldoende beschermingsmiddelen. Arend: ‘Het virus brengt ook een gevoel van verbinding, compassie en liefde. Het geeft teams de kracht om te doen wat nodig is. Er is veel geduld en begrip.’ Het ziekteverzuim ligt licht boven het normale gemiddelde. Arend: ‘We organiseren elke week een waarderingsactie. Zo houden we de moed erin.’
Energie in de lucht
Het virus bewijst volgens Arend des te meer dat het leven niet maakbaar is. ‘We hebben liefst alles onder controle’, zegt hij. ‘Dus wij regelen graag alles dicht. Nu kan dat niet. Het is moeilijk om die onmacht te accepteren.’ Hij typeert het als een onrustige tijd. ‘Niemand weet precies wat er aan de hand is. Het nieuws van gisteren is vandaag achterhaald. Dus je probeert maar zo gestructureerd en georganiseerd mogelijk te handelen.’
Onwerkelijk
Arend: ‘Soms vraag ik mij af of ik droom. Het is zo onwerkelijk. En het vreemde is tegelijk dat je er ook snel aan went. De lege winkels, de lange rijen.’ Ook bij zichzelf en buiten zijn eigen organisatie voelt hij meer verbinding, compassie en vernieuwde energie. ‘Straks heb ik een VGN-bestuursvergadering’, zegt hij. ‘Dat is altijd al een leuke club mensen. Maar ik heb het gevoel dat het in deze tijd een nog net even leukere club is. Er zit een nieuwe dimensie achter. De vraag is hoe we dit vasthouden, ook na de crisis.
Hoe gaat het nu bij...
In de serie Hoe gaat het nu bij... leest u ook de verhalen over andere instellingen in de gehandicaptenzorg ten tijde van corona.