Marlijn Lenselink: In 2030 draagt iedereen een steentje bij aan de samenleving
Dat er onvoldoende personeel te vinden is voor de gehandicaptenzorg, is niet alleen een zorg maar ook een kans. Dat schrijft Marlijn Lenselink, in haar ‘droom’ over de gehandicaptenzorg in 2030. ‘We worden genoodzaakt om heel anders te gaan kijken en dat kan ook positief uitpakken voor mensen met een beperking!’
Hoe ziet de gehandicaptenzorg eruit in 2030? De VGN is afgelopen zomer een inspirerend proces gestart, om samen met bestuurders, cliënten, zorgmedewerkers en andere belanghebbenden (ministerie, gemeenten, zorgkantoor) een toekomstbeeld te vormen. Daar in spelen ook vragen als:
- Hoe gaan de vereniging en haar leden zich op die toekomst voorbereiden?
- Hoe dragen ze bij aan de ontwikkeling er van?
Bestuurders stappen uit hun comfortzone
Ik ben intensief bij het proces betrokken, omdat ik deel uitmaak van een dreamteam, met nog zeven bestuurders en een vertegenwoordiging van de VGN. Daar hoort bij dat we uit onze comfortzone stappen en zelf ervaren welke ontwikkelingen al gaande zijn en wat die betekenen voor de toekomst. Voor mij is dat heel leerzaam, want ik ben zelf als bestuurder nieuw in deze sector. Ik vind het een erg inspirerend proces, waar ik al mijn verwonderingen in kwijt kan!
Stap in het leven van iemand met een beperking
De eerste opdracht die we kregen was om 24 uur op te trekken met iemand met een beperking. Ik heb mijn logeertas gepakt en ben 24 uur in het leven van Ricardo gestapt. Ik kan iedere bestuurder aanraden om dit eens te doen. We werken allemaal wel eens mee op een locatie, maar dan kijk je toch vooral vanuit het perspectief van de medewerker. Door in het leven te stappen van iemand met een ondersteuningsvraag zie je wezenlijk andere dingen. Ik heb over mijn ’24 uur met Ricardo’ een vlog gemaakt.
Zorg draagt bij aan uitsluiting in de samenleving
Wat me opvalt is dat mensen met een beperking niet vanzelfsprekend deel uitmaken van de samenleving. Er is onbegrip en ongemak in de manier waarop we met elkaar omgaan. Daarnaast kreeg ik tijdens het proces het inzicht dat we als zorgsector, ondanks onze betrokkenheid en liefdevolle zorg, zelf ook bijdragen aan de uitsluiting van mensen met een beperking. In hun leven hebben wij de gewone en dagelijkse dingen ‘geprofessionaliseerd’. Moet al die ondersteuning wel door professionals worden uitgevoerd?
Richt je meer op de omgeving
We zouden als sector onze professionele focus kunnen verbreden (en misschien zelfs verleggen). Daarbij dragen we onze kennis en expertise meer uit aan de omgeving van mensen met een beperking. Zodat mensen kunnen ontdekken hoe er meer verbinding tot stand kan komen en wat je kunt betekenen voor elkaar.
Krapte op de arbeidsmarkt als kans
We maken ons allemaal zorgen over de krapte op de arbeidsmarkt. We zijn druk bezig extra mensen op te leiden en zij-instromers naar de sector te halen. Dat moeten we zeker blijven doen. Maar we moeten ook de realiteit onder ogen zien, dat er op een gegeven moment onvoldoende mensen op de arbeidsmarkt zijn om aan de zorg- en ondersteuningsvraag van mensen met een beperking te kunnen voldoen. Dat is een grote zorg, maar ik zie het ook als een kans. We worden genoodzaakt om heel anders te gaan kijken. En dat kan ook positief uitpakken voor mensen met een beperking: dat zij echt deelnemen aan de samenleving, echt meedoen.
Blij met iedereen die een steentje kan bijdragen
Het tekort aan professionals zal leiden tot een herverdeling van taken, dat kan niet anders. Welke zorg en ondersteuning is professioneel werk en wat maakt gewoon deel uit van de omgang met elkaar in de samenleving? Het begrip ‘werk’ zullen we vanwege de krapte op de arbeidsmarkt ook anders gaan definiëren. Geen werk hebben omdat je niet tegen loonwaarde kunt werken – dat bestaat straks niet meer. We zullen blij zijn met iedereen die een steentje kan bijdragen. Of je nu een beperking hebt of niet. Ik kijk uit naar 2030!