Jacht op zzp’ers overschaduwt wezenlijke kwaliteit van zorg

De opheffing van het moratorium dat zzp’ers in de luwte hield op een overspannen arbeidsmarkt, krijgt te veel aandacht. De ‘goede voornemens’ van de Belastingdienst om vanaf 1-1-25 actiever te gaan handhaven op schijnzelfstandigheid zijn begrijpelijk. Maar de aandacht moet naar het verleiden en behouden van vaste medewerkers.

ZZPer verleent complexe zorg

Andere realiteit

De vraag is trouwens hoe heet de soep gegeten wordt met die opheffing. Het kabinet heeft vorige week in een Kamerbrief over de kwestie al het woord ‘coulance’ laten vallen bij het uitschrijven van vergrijpboetes. De capaciteit van de Belastingdienst schiet bovendien tekort, de materie is ingewikkeld en handhaving is tijdrovend. Wellicht maakt deze realiteit dus van de fiscus een tandeloze tijger… 

Noodgedwongen opdrachten

Maar eerst nog even de huidige, onwenselijke situatie. Door de krappe arbeidsmarkt is steeds vaker sprake van gedwongen opdrachtgeverschap. In de gehandicaptenzorg werken weliswaar weinig zzp’ers - slechts 2,7 procent van alle werkenden, tegenover 11 procent in de hele zorgsector – deze groep werkt wél met complexe zorgtaken op de meest kwetsbare groepen. 
Die dwang is natuurlijk zeer ongewenst. Om te beginnen is zzp-arbeid duur en blijft er onnodig zorggeld kleven aan intermediairs. Deze inzet leidt ook tot wisselende in plaats van vaste gezichten op de groep. Door de onevenwichtige verdeling van zzp’ers is, ook in de gehandicaptenzorg, een behoorlijk risico ontstaan als het gaat om continuïteit en kwaliteit van zorg. Juist de complexe zorg is te zeer afhankelijk geworden van de inzet van zzp’ers.

Momentum benutten

Dit betekent overigens niet dat de sector stilzit. Onlangs merkte ik tijdens een VGN-ledenbijeenkomst dat er veel stemmen opgaan voor een brede en integrale aanpak. De snelle noodgreep naar inzet van zzp’ers maakt steeds meer plaats voor creatieve oplossingen met flexibelere roosters. Het werk wordt anders georganiseerd. Vast personeel mag meer uren werken. En er wordt in toenemende mate geïnvesteerd in het behoud en het werkgeluk van hun vaste medewerkers. Juist op dit moment zouden deze mooie ontwikkelingen meer ruimte moeten krijgen. 

Verkeerd accent

Tegelijkertijd is het wenselijk om het moratorium op te heffen en daarmee schijnzelfstandigheid tegen te gaan. Waarbij ik aanteken dat, hoe de samenstelling van onze capaciteit ook zal zijn, de zorg altijd inzet van zelfstandigen zonder personeel nodig zal hebben. Het kabinet doet er echter beter aan juist nu de continuïteit van zorg op één te zetten. Het is cruciaal dat zorgorganisaties voldoende tijd krijgen om de inhuur van zorgprofessionals op orde te krijgen tot de nieuwe wet Vbar van kracht is. Lobby om de opheffing van het handhavingsmoratorium zo lang mogelijk uit te stellen is verspilde moeite. De opheffing is niet meer en niet minder dan een noodzakelijke tussenstap naar gezonde en evenwichtige inhuur van zzp’ers. Veel belangrijker is dat ondertussen de continuïteit van zorg niet in gevaar komt. Want de meest kwetsbaren in onze samenleving hebben recht op die continuïteit. 

Inzet van flexibele arbeid indammen en zoveel mogelijk vakmensen verleiden om een vertrouwd, hecht dienstverband aan te gaan. Laten we het één doen en het ander niet laten. 

Josien van Breda
Manager Arbeidszaken VGN

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Josien van Breda
Telefoonnummer
06-51265469
Josien van Breda

Deze pagina is een onderdeel van