Tips voor communicatie met mensen die doof zijn

‘Mijn wereld is stil’, schrijft Serhat Agacan in dit blog. Hij is doof. ‘Ik zie daar het probleem niet zo van in, ik heb alleen af en toe een hulpmiddel nodig. Ik wil het eigenlijk wel eens omdraaien: mensen die niet deze beperking hebben, hebben per definitie wel een ándere beperking. Zij hebben namelijk geen kennis van de dovencultuur, kunnen niet gebaren, weten vaak niet hoe om te gaan met doofheid.’ Agacan geeft in dit blog tips over communicatie met mensen die doof of slechthorend zijn.

SerhatAgacan

Een nieuwe wereld

Als jij buiten loopt tijdens het mooie lenteweer, hoor je de mussen tsjilpen, de vrolijke stemmen van spelende kinderen, het geronk van motoren van auto’s, de rinkelende bel van de ijscoman en ga zo maar door. Niet in mijn wereld. Mijn wereld is stil. Mijn naam is Serhat Agacan, ik ben 39 jaar oud, woon in Amsterdam en ik ben doof. Mijn moedertaal is de Nederlandse Gebarentaal. Ik ben opgegroeid in Rotterdam en heb op de dovenschool gezeten tot mijn achttiende jaar. Daarna ben ik naar een reguliere, horende school gegaan. Hier ging een hele nieuwe wereld voor mij open.

Ik hou van de dovencultuur

Plotseling zat ik in een grote klas. Dat was èrg wennen na de kleine klassen op de dovenschool. Het kostte mij erg veel moeite om voortdurend geconcentreerd naar de lippen van mijn medestudenten te kijken. Ze praatten vaak door elkaar. Ik kan heus wel liplezen, maar het blijft toch altijd vermoeiend. Tijdens de pauzes was ik vaak alleen, er werd weinig gecommuniceerd. De medestudenten konden geen gebaren. Ze maakten soms grappen over mijn doofheid, daar ging ik dan maar in mee, omdat ik niet goed begreep wat ze zeiden. Ik durfde hen ook niet te zeggen dat het geen leuke grappen waren en dat ik me eenzaam voelde. Nu, jaren later, sta ik zoveel sterker in mijn schoenen. Ik weet wie ik ben, wat ik wil, heb een sterke identiteit, ik hou van de dovencultuur en ik accepteer en omarm mijn doofheid volledig.

Gewoon met elkaar in gesprek

Soms vragen mensen om mij heen zich af of ik wel bij een bepaald bedrijf zou kunnen werken omdat je daar veel moet telefoneren of via de mail moet corresponderen. En de communicatie met de collega’s… kan dat wel? Ja! Dat kan makkelijk. Ik kan verschillende communicatiemiddelen inzetten: een tolk gebarentaal, Signcall (videobellen via de tolk), mailen, WhatsApp… Er zijn echt genoeg mogelijkheden. Stel dat ik een afspraak zou hebben met de gemeente Amsterdam. Ik maak me daar echt geen zorgen over. Ook al hebben zij geen ervaring met het inzetten van een tolk, dan introduceer ik dat gewoon. Dan zien zij ook dat je met mij gewoon een gesprek kan voeren, net zoals met horende mensen. Het gaat alleen op een iets andere manier.

Omdenken

Ik ben dus doof, ook wel auditief beperkt genoemd. Ik zie daar het probleem niet zo van in, ik heb alleen af en toe een hulpmiddel nodig. We wonen met ongeveer 17 miljoen mensen in Nederland, en ik wil het eigenlijk eens omdraaien: mensen die niet deze beperking hebben, hebben per definitie wel een ándere beperking. Zij hebben namelijk geen kennis van de dovencultuur, kunnen niet gebaren, weten vaak niet hoe om te gaan met doofheid.

Knipper met de lampen

Vaak wordt een persoon die doof is al snel als ‘zielig’ bestempeld, er zijn ook veel vooroordelen merk ik. Hoe vaak ik niet de vraag heb gehad of ik wel auto kan rijden, of ik kan praten (stem gebruiken), of ik ook braille kan lezen. Want doof is toch bijna hetzelfde als blind? Ook zijn horende mensen vaak verbaasd om te merken dat ik gewoon goed kan communiceren en op hetzelfde niveau zit qua denkwijze. Ik vind het geen enkel probleem om me aan te passen aan de horende wereld, maar vind het ook fijn als het omgekeerde gebeurt. Ik heb een aantal tips over hoe je kan omgaan en kan communiceren met mensen die doof of slechthorend zijn:

  • Een doof mens is ook gewoon een mens. Met wat kleine aanpassingen in je manier van communiceren kom je een heel eind. Met pen en papier, creatief uitbeelden of gebaren, door duidelijk richtingen aan te wijzen, door oogcontact maken en door niet overdreven, maar wel duidelijk te articuleren zodat de dove persoon jou kan liplezen.
  • Als je een doof persoon roept, roep je niet hun naam - dat horen ze niet. Tik gewoon lichtjes de schouders aan. Of als je in dezelfde ruimte zit, knipper even met de lampen of tik rustig op de tafel of de vloer, bijvoorbeeld.
  • Volg een basiscursus Nederlandse Gebarentaal. Dat kan in Amsterdam via www.swda.nl. Het is een kleine moeite waar de dovenmaatschappij heel blij mee is. Wederkerigheid voelt goed.
  • Als jij een videobericht maakt voor social media, doe er dan ook ondertiteling bij zodat dove mensen het ook kunnen volgen. Hetzelfde geldt voor televisieprogramma’s.

Dit blog is onderdeel van de doorgeefrubriek 'De visie van...' waarin een groot aantal mensen binnen en buiten de gehandicaptensector hun visie geeft op Visie 2030.

Deze pagina is een onderdeel van