Digitale toegang betekent mee kunnen doen
Wat houdt meedoen aan de digitale samenleving eigenlijk in? Dat er meer bij komt kijken dan het hebben van een apparaat en een internetverbinding beschrijft Sanne van der Hagen in haar blog over e-inclusie.
Meedoen is niet vanzelfsprekend
In Nederland vinden we het belangrijk dat iedereen mee kan doen. Zeker in de gehandicaptensector is daar veel aandacht voor. Kijk alleen al naar Visie 2030, de toekomstvisie van de VGN, die uitgaat van een betekenisvol leven en gewoon meedoen voor iedereen. Meedoen is niet vanzelfsprekend, ook niet in onze vergaande gedigitaliseerde samenleving. Er zijn in Nederland 2,5 tot vier miljoen mensen die niet goed kunnen meedoen in de digitale wereld. Dat betekent dat zij minder toegang hebben tot onderwijs, werk, een sociaal netwerk en gezondheid.
Wat betekent digitale toegang?
Toegang tot de digitale wereld krijg je in de eerste plaats door het hebben van een apparaat en een internetverbinding. Maar ook doordat iemand jou een apparaat of nieuwe app aanreikt. En doordat iemand rekening met je houdt door begrijpelijke taal te gebruiken. Door een makkelijke navigatie in een programma of een app, door eenknopsbediening, ondertiteling of de beschrijving van een afbeelding.
Maar toegang betekent meer
Toegang betekent ook toegang tot begrijpelijke informatie over zaken die voor jou belangrijk zijn, zoals corona of de oorlog in Oekraïne. Het is zelf dingen kunnen regelen, van het openen van je voordeur (met omgevingsbesturing) tot het doen van je bankzaken. Toegang betekent ook sociale contacten kunnen aangaan en onderhouden. Toegang betekent dus: mee kunnen doen.
Wie regelt die toegang?
Binnen de gehandicaptensector betekent meedoen vaak de tussenkomst van een ander, en in dit geval is het een ander die de toegang verschaft: een begeleider die kansen ziet, een ouder die een bruikbare app tegenkomt voor zijn of haar dochter met een beperking. Als die toegang niet geregeld wordt zijn mensen misschien wel welkom om mee te doen in de samenleving, maar houden anderen dit tegen.
Wat kunnen begeleiders doen?
Er zijn drie dingen die bijvoorbeeld begeleiders kunnen doen om mee te werken aan die toegang:
- Praat erover. Digitale ongelijkheid is niets om je voor te schamen. Een van jouw collega’s hoort waarschijnlijk ook bij die groep van vier miljoen. En zeker een deel van je cliënten.
- Herken gebrek aan toegang en onderken samen met de mensen om je heen hoe belangrijk het is om die toegang wel te realiseren.
- Luister naar zinnen als: ‘Dat is niks voor onze cliënten, dat kunnen zij niet’. Het zou beter zijn om te denken: 'Ik denk dat ze het niet kunnen, maar laten we eens kijken wat zij er zelf van vinden’.
Investeer nu in digitale toegang
In tijden waarin het personeelsgebrek voelbaar is en de werkdruk hoog, voelt het misschien vreemd om tijd te besteden aan digitale toegang. Maar, weet je nog dat ik eerder schreef over mijn maatje Betsie? Zij lag tijdens corona in het ziekenhuis en verloor het contact met de mensen om haar heen, omdat we vergeten waren haar toegang te verschaffen tot de digitale wereld. Investeer nu, zodat de mensen straks dingen zelf kunnen of kunnen regelen. Als jij er écht geen tijd meer voor hebt.
Dit blog verscheen in de mei-editie van Markant, het tijdschrift van de VGN. In deze editie lees je ook een interview met Tina Bellemans en Martina de Witte over hoe vaktherapie kan helpen bij het reguleren van stress en agressie.