De andere kant van de coronamaatregelen: sommige cliënten hebben baat bij de nieuw hervonden rust
Rust, structuur, vaste gezichten om hen heen – sommige mensen die in een woonvoorziening verblijven, blijken juist baat te hebben bij maatregelen tegen het coronavirus. Hoe gaan we straks, als die maatregelen zijn opgeheven, om met dit inzicht?, vraagt onderzoeker Simon van der Weele zich af.
Steven heeft geen last meer van epileptische aanvallen
‘Ik moet je eerlijk zeggen, we zijn er kapot van.’ Ik hang aan de telefoon met Sjak, de vader van Steven. Steven ontmoetten we vorig jaar tijdens ons veldwerk. We zijn benieuwd hoe het met hem en zijn ouders gaat, nu ze elkaar vanwege de nee-tenzij-regeling niet op kunnen zoeken.
‘Ik zou het liefst morgen weer naar hem toegaan’, vervolgt Sjak. ‘Maar eerlijk? Van zijn begeleiders hoor ik dat Steven nog nooit zo rustig is geweest.’ Steven heeft al weken geen last meer van epileptische aanvallen, vertelt Sjak. En waar hij doorgaans als hij spanning voelde nog wel eens flink met zijn vuisten op de muur kon gaan bonzen, hoeft de begeleiding nu nauwelijks nog in te grijpen. ‘Het is een ander mens, zeggen ze. Ik weet niet of het komt doordat wij niet meer langs kunnen komen. Maar het geeft te denken.’
Een ander geluid
Minder epilepsie, minder agressie, minder onrust. We horen het niet alleen van Sjak. Naast alle droevige verhalen van de bestuurders, medewerkers en ouders die we spreken over de impact van corona op de terreinen waar we onderzoek doen, klinkt af en toe ook een ander geluid: verwondering over een nieuw hervonden rust. Er komt geen bezoek meer, bewoners gaan niet meer naar huis in het weekend. Dat blijkt voor sommige bewoners rust te brengen.
Geen invalkrachten, dagbesteding op de groep
‘Waarschijnlijk heeft het niet alleen met de nee-tenzij-regeling te maken’, denkt een bestuurder. Er is namelijk nog meer veranderd op de groepen sinds de intrede van de bezoekersregeling. Er wordt niet langer gewerkt met invalkrachten en vrijwilligers, dagbesteding vindt plaats op de groep, dus heen- en weergereis van en naar dagbesteding is niet nodig.
Geen gejaag en gewapper
Bewoners van de woonvoorzieningen zijn de hele dag samen. Er komen niet continu mensen van ‘buiten’ binnen lopen die inbreuk doen op de rust en sfeer in de ruimte. En er is geen gejaag en gewapper meer langs de bewoners, want er valt gewoonweg minder te haasten. Dat biedt, te midden van de roerigheid die het coronavirus veroorzaakt, plotseling ook een nieuwe structuur. En dat is voor sommige bewoners best fijn. ‘Vooral mensen met een ernstige verstandelijke mensen lijken er baat bij te hebben’, zegt deze bestuurder. ‘Zij hebben nu de rust, structuur en het vaste gezicht die eigenlijk bij hen passen.’
Vroeger was Steven nerveus
Ik denk aan Steven. Hoe hij destijds vrijdagmiddag uit het raam stond te staren, wachtend tot zijn vader hem op kwam halen. Jas aan, pet op, tas op zijn rug. Nerveus wipte hij van de ene voet op de andere. Af en toe keek hij even om en riep hij iets naar achteren, naar wie er maar wilde luisteren. ‘Hij is er nog niet… Is de auto soms stuk?’, klonk het. En later: ‘Heeft hij de wasmand bij zich? Hij moet wel de wasmand bij zich hebben.’
‘Hij kan niet tegen de spanning’
Als er klokslag vier uur een auto voor de woning stopte, sprintte Steven naar de deur om zijn vader Sjak binnen te laten. Meteen griste hij de wasmand uit zijn vaders handen en beende hij naar zijn kamer om zijn vuile was erin te stoppen. Sjak schudde me intussen de hand. ‘Was hij weer zo aan het zenuwpezen? Zo gaat het ook op zondag, als we hem weer terugbrengen. Hij kan niet tegen die spanning, weet je. Hij hikt er tegenaan, al die veranderingen.’ Sjak zweeg even. ‘Nog een geluk dat alle stoelen nog recht staan’, lachtte hij daarna. Nu tuurt Steven al weken niet meer nerveus uit het raam op de vrijdagmiddag.
Wat doen we straks met deze kennis?
Rust, structuur en een vast gezicht. Het is geen nieuws dat dit mensen goed doet. En het moge duidelijk zijn: ‘nee tenzij’ is een ellendige situatie, zowel voor mensen met een beperking als voor hun naasten. Maar Stevens verhaal laat ook iets anders zien. Voor mensen zoals Steven is de balans tussen regelmaat en vertier nooit vanzelfsprekend. Steven vindt het heerlijk om bij zijn ouders te zíjn. Maar de weg ernaartoe en terug is moeilijk voor hem. Sociaal contact is fijn voor hem, maar ook intens enerverend. De coronacrisis laat zien hoe enerverend. Wat doen we met die kennis, wanneer ‘nee tenzij’ weer een volmondig ‘ja’ wordt?
Informatie
Simon van der Weele en Femmianne Bredewold schrijven om de beurt een blog over hun onderzoek ‘Sociale inclusie voor mensen die wonen in een beschutte leefomgeving’. Deze aflevering schreven ze samen.