Wilma van der Scheer: 'Betrek directe zorgverleners bij je beslissingen'

Directe-zorgverleners betrekken bij je beslissingen. Luisteren naar wat ouders en cliënten zeggen. Dat noemt hoogleraar Wilma van der Scheer de basis voor ‘gedeeld leiderschap’. ‘De beste beslissingen neem je samen.’

Wilma van der Scheer
Wilma van der Scheer. Foto: Aleid Denier van der Gon

Hoogleraar en directeur van het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur

‘Had je me tijdens mijn studie gezegd dat ik hoogleraar zou worden, dan had ik hard gelachen’, zegt Wilma van der Scheer, bijzonder hoogleraar Leiderschap en Besturing in de Zorg en directeur van het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur. ‘Ik vond het onderwijs eerlijk gezegd niet erg inspirerend en wilde zo snel mogelijk in de praktijk aan de slag. Vanuit een adviesbureau kon ik toen veel verschillende organisaties leren kennen. Maar de hoogleraar bij wie ik was afgestudeerd, Ruud Lapré, zag wel een wetenschapper in mij. Na een paar jaar stelde hij voor om eens te gaan praten met Pauline Meurs. Dat was een geweldige match. Binnen vijf minuten wisten we dat we gingen samenwerken.’

Waarover waren jullie zo eensgezind?

‘Ik had in de zorg gezien dat veel professionals als ze op een leidinggevende positie terecht kwamen, min of meer afscheid namen van hun vak en op een bureaucratische manier gingen sturen. Vanuit regels en controle, zoals de managers boven hen. Dat hield ook Pauline Meurs bezig. Van haar leerde ik dat je bij de top moet beginnen, als je zoiets wilt veranderen. We gingen samen postacademische opleidingsprogramma’s voor de zorgsector ontwikkelen. Daar is uiteindelijk het Erasmus Centrum voor Zorgbestuur uit voortgekomen.’

Wat leren jullie die zorgbestuurders?

‘Een onderzoekende en lerende houding, dat wilden we aanwakkeren. Dat je jezelf als bestuurder vragen blijft stellen. Vroeger dacht men: als je eenmaal in het bestuur zit, dan weet je het allemaal wel. Daarvoor was je bestuurder geworden. En mensen verwachten ook antwoorden van je. Maar vaak ontstaan de beste antwoorden in interactie. Professionals weten bijvoorbeeld goed wat onmisbaar is voor de zorg en wat overbodig is. Terwijl de bestuurder het grotere krachtenveld overziet. Die kennisbronnen moet je samenbrengen.’

Uw oratie ging over gedeeld leiderschap. Wat is dat?

‘Leiderschap dat ook ruimte geeft aan anderen, op basis van wederkerigheid. Van de week werd me een reactie gevraagd op een conceptstuk van de universiteit over leiderschap. Daarin stonden allemaal competenties beschreven die begonnen met ‘ik’. Ik heb er bijgeschreven: waar is het ‘we’? De beste beslissingen worden genomen als je niet solistisch in je eentje goed hebt nagedacht, maar als anderen met verstand van zaken ook mogen inbrengen.’

‘De beste beslissingen worden genomen als je niet solistisch in je eentje goed hebt nagedacht, maar als anderen met verstand van zaken ook mogen inbrengen’

Wat betekent dat voor de zorg?

‘De huidige zorg is georganiseerd vanuit een escalatiemodel. Als een situatie ernstiger wordt, dan wordt de zorg steeds specialistischer. Degene die het meest gespecialiseerd is, wordt dan het meest bepalend, ook in de gehandicaptenzorg. Maar degene die het dichtst bij de cliënt staat, weet het beste wat je wel en niet moet doen, dus die moet je altijd een grote stem geven. Maar dat gaat tegen de professionele hiërarchie in.’

De gehandicaptenzorg wil zich meer gaan richten op het ondersteunen van de eigen netwerken van mensen met een beperking. Wat vindt u daarvan?

‘Dat is helemaal de goede beweging. Zeker als iemand gaat wonen in een zorginstelling, wil je familieleden betrokken houden. In de kern is elke hulpverlening een interventie in het leven van een cliënt. Jouw relatie met hem of haar is nooit belangrijker dan die van de familie. Als de relatie kortdurend is, dan ben je zelfs niet meer dan een incident in dat leven. Daarom mag de bescheidenheid van mij veel groter zijn. Wat je doet kan heel relevant zijn, misschien ben je zelfs onmisbaar, maar het gaat niet over jou. Dat betekent een uitdaging voor professionals, ik noem dat reprofessionaliseren.’

Hoe doe je dat?

‘Niet in je eentje. Bij verschillende organisaties ben ik betrokken bij een opleidingsprogramma. Ze onderzoeken een jaar lang met elkaar wat gedeeld leiderschap zou kunnen zijn. Zo kom je als organisatie of als team tot eigen antwoorden op je eigen vragen. Gedeeld leiderschap begint met eigenaarschap, het besef dat je zelf iets in te brengen hebt. Anders wordt het de zoveelste mode op het gebied van leiderschap.’

Samen met Annemiek Stoopendaal deed u tweemaal onderzoek naar het kwaliteitskader (nu kwaliteitskompas) van de gehandicaptenzorg. Daarin ging het ook over dialoog en reflectie.

‘We hadden de tweede keer een dilemmaspel bedacht en nodigden vertegenwoordigers uit van alle geledingen, van cliënten tot de raad van toezicht, om te praten over dilemma’s. We spraken af dat we elkaar tutoyeerden en dat cliënten het laatste woord kregen. Deelnemers voelden zich daar heel ongemakkelijk bij. Iedereen is gewend om beter te luisteren als een bestuurder iets zegt, dan een medewerker of cliënt. Ik had me van te voren niet gerealiseerd dat het zó ontregelend zou zijn. Er was bijvoorbeeld een cliënt die wilde verhuizen om dichter bij zijn werk te wonen. Dat was toch teveel gevraagd, terwijl jij en ik dat gewoon kunnen. Alle aanwezigen realiseerden zich op dat moment hoe absurd dat is.’

U bent ook voorzitter van MIND, de koepel van cliënten- en familieorganisaties in de ggz. Is dat gewoon een nevenfunctie?

‘Ja maar wel een heel belangrijke, net zo belangrijk als mijn hoofdbaan. We hebben zelf een kind met een psychische kwetsbaarheid. Dan voel je aan den lijve dat wat je als ouder zegt, bijvoorbeeld in een multidisciplinair overleg, geen enkel gewicht krijgt. Je bent er vooral om goed te keuren wat al die anderen hebben ingebracht. Als je met een groep zorgverleners praat over een behandelplan, dan geeft iedereen zijn visie en dan moet je zelf zeggen: vind je het ook interessant om onze visie te horen? Aangezien wij expert zijn als het gaat over ons kind? O ja, zeggen ze dan. Dat vind ik zo ontluisterend, hier ontbreekt zó de bescheidenheid. Gelukkig gaat het met de huidige zorgverleners van ons kind heel anders.’

‘Want niemand begrijpt ons kind helemaal, ik ook niet’

Hoe oud is uw kind nu?

‘Die is inmiddels zeventien. Ook als kind had het altijd behoefte aan contact met peers, leeftijdgenoten die hetzelfde doormaken. Die zijn moeilijk te vinden. Ons kind vroeg het een keer aan een psychiater en kreeg als antwoord: we hebben hier ook een afdeling met volwassenen die heel goed weten wat je meemaakt. Ik zag ons kind afhaken en zei: met alle respect, maar dat is geen antwoord op diens vraag. Misschien bestaat dat antwoord ook niet, maar de enorme neiging om diens vraag op een andere manier te beantwoorden, frustreerde die enorm. Want niemand begrijpt ons kind helemaal, ik ook niet.’

Hoe gaat u zelf om met gedeeld leiderschap? 

‘Gisteren kreeg ik toevallig via LinkedIn een reactie van een verpleegkundige op mijn oratie. Zij schreef dat ze er moeite mee heeft dat ik het steeds over ‘de werkvloer’ heb. Zou je dat wel moeten doen? ‘Werkvloer’ impliceerde voor haar toch een hiërarchie. Ze had helemaal gelijk. Ik had het niet zo bedoeld, maar ik snap het wel. Ik kan beter zeggen: directe-zorgverlening. Bij leiderschap denken we meteen aan invloed úitoefenen, anderen meekrijgen in jouw ideeën. Maar gedeeld leiderschap is dat je ook iets wilt doen met wat anderen je zeggen. Het leven praat terug.’

Informatie

Wilma van der Scheer
geboren op 10 augustus 1974 in Opende

1993 – 1998    
studie gezondheidswetenschappen aan de Erasmus Universiteit Rotterdam
1998 – 2003    
organisatieadviseur en interimmanager bij Compliance Consult, (nu CCzorgadviseurs)
2003 – heden    
directeur en wetenschappelijk onderzoeker bij Erasmus Centrum voor Management Development in de zorg (nu Erasmus Centrum voor Zorgbestuur)
2013      
promotie aan Erasmus Universiteit Rotterdam 
2019 – heden     
voorzitter MIND Landelijk Platform GGZ
2019 – heden    
voorzitter MIND Fonds Psychische Gezondheid
2021 – heden    
bijzonder hoogleraar Leiderschap en Besturing in de Gezondheidszorg, ESHPM, EUR 

Dit artikel komt uit de vierde editie van 2023 van Markant, het tijdschrift van de VGN. 

Wil je meer weten of heb je vragen of opmerkingen?

Neem contact op met Johan de Koning
Telefoonnummer
06-53358421