Visie 2030: ‘De visie als kapstok, dat zorgt voor herkenbaarheid en consistentie’
Een helder verhaal voor de lange termijn, dat is de Visie 2030. We beschrijven erin hoe de gehandicaptenzorg er in 2030 uit moet zien. Een betekenisvol leven, gewoon meedoen. Dat is de kern van de visie die we in 2020 vaststelden. Het afgelopen jaar hebben we de eerste stappen gezet om die droom werkelijkheid te laten worden. Boris van der Ham en Beatrijs van Riessen vertellen erover.
Van der Ham: ‘De Visie 2030 is niet hoe wij dénken dat de gehandicaptenzorg er in 2030 uitziet, maar hoe we vinden dat het zou moeten zijn. En we geloven ook dat het kan, maar daarvoor moet er nog wel veel gebeuren. Het afgelopen jaar was het vooral zaak om beweging te creëren, en samen de stap te zetten van de papieren werkelijkheid naar de uitdagingen uit de praktijk.’
Grondslag voor besluiten
Dat deed de VGN op twee manieren. Van Riessen: ‘In de eerste plaats door de visie om te zetten in een concrete lobbystrategie. Het was een jaar waarin het misschien wel extra belangrijk was om de belangen van de sector goed te vertegenwoordigen in Den Haag, met de verkiezingscampagnes en de formatie. En daarbij hebben we continu houvast gehad aan de Visie 2030. Het fijne is ook dat die visie verder kijkt dan alleen de komende kabinetsperiode. Dat maakt het makkelijker om de stip op de horizon in de gaten te houden, en uit te leggen waaróm bepaalde zaken op korte termijn aandacht nodig hebben.’
Van der Ham: ‘Een speerpunt waren voor ons de mensen die niet meekomen in de samenleving, vaak doordat ze een lvb hebben. Daar maken we ons hard voor, ook omdat ze nu vaak een beroep doen op zorg, terwijl dat prima te voorkomen is. Zo hebben we ons ook hard gemaakt voor de positie van de complexe zorg. Want hoe zorgen we dat we mensen behouden, en kwaliteit blijven bieden, als we daar nu al te weinig geld voor hebben? Sowieso geldt wat ons betreft dat de beloning beter moet. Zelfs de SER zegt dat de loonontwikkeling in de zorg achterblijft bij de rest van de economie.’
Van Riessen: ‘We ervaren op veel vlakken al de voordelen van het hebben van een langetermijnvisie. Het is een soort kapstok voor ieder besluit dat we nemen, we vragen ons bij alles af: wat werkt met het oog op ons doel? Dat zorgt voor herkenbaarheid en consistentie. Zo was de visie de grondslag voor de gesprekken over de meerjarenagenda die we voerden met zorgkantoren. Die gaan over de inkoop, over welke contracten zij afsluiten met onze leden. De structuur in die contracten was altijd dat aanbieders extra vergoeding kregen als ze maar goede plannen maakten. Maar daarmee creëer je uiteindelijk geen beweging, je creëert er vooral veel plannen mee. Dat helpt niet om onze visie voor 2030 te verwezenlijken, dus hebben we gezegd: eigenlijk moet dat anders.’
Gedachtegoed verspreid
De tweede manier waarop de VGN werkte aan beweging, was het organiseren van ontmoetingen. Van Riessen: ‘Vóórdat de visie afgerond was, organiseerden we er al vaak bijeenkomsten over met onze leden. Dat deden we dan telkens met een dwarsdoorsnede van de organisatie, dus met bestuurders, professionals én cliënten. Die sessies waren bedoeld om te inspireren, en om de visie aan te vullen en aan te scherpen. Dat werd enorm goed ontvangen. En dus zijn we er afgelopen jaar mee doorgegaan. We hebben telkens met de deelnemers gekeken: wat spreekt je aan uit de visie, wat doe je al, waar kunnen anderen van leren? En waar ben je zelf nieuwsgierig naar, wil je meer over horen van anderen? Bijna zeventig leden hebben hieraan meegedaan, dat zegt wel wat over de grote betrokkenheid.’
Van der Ham: ‘Zo zijn we ook in gesprek gegaan met andere stakeholders. Met de NZa bijvoorbeeld, en met de Inspectie. We hebben hen ook gevraagd: denk mee, help ons dit concreet te maken, wat zien jullie voor moeilijkheden, en hoe kun je helpen? Met dit soort ontmoetingen brengen we ons gedachtegoed goed over het voetlicht, en vergroten we het draagvlak voor onze visie.’
Van draagvlak naar uitvoering
Van der Ham: ‘Verder hebben we op een aantal terreinen veel voorbereidend werk gedaan. Daarop bouwen we komend jaar concreet verder. Dat klinkt altijd een beetje flauw, maar de stap van draagvlak naar uitvoering vraagt nu eenmaal vaak een stevige fundering. Die hebben we bijvoorbeeld gelegd op de gebieden technologie, arbeidsmarkt en dagbesteding. Voor die onderwerpen hebben we netwerken opgezet en concrete oplossingsrichtingen uitgewerkt. En we hebben een begin gemaakt met een campagne over ons idee over maatschappelijke beweging. Daar zijn verschillende pilots mee gedaan, waar we filmpjes over hebben gemaakt. Die laten zien hoe inclusiviteit er in de praktijk uit kan zien. Die proeffilmpjes hebben we gepresenteerd op de ALV, en daar werden ze goed ontvangen. Dus volgend jaar gaan we daar breder mee aan de slag.’
Meer weten over de visie?
Wilt u meer weten over de Visie 2030? Kijk dan op de themapagina.