Systeem: ‘We snoeien met elkaar in de administratieve lasten’
Zorgprofessionals kunnen hun werk alleen goed doen als de randvoorwaarden op orde zijn. Sommige van die voorwaarden zitten ingebakken in ons zorgstelsel. En de VGN maakt zich er hard voor dat óók die op orde zijn. Afgelopen jaar hadden we speciale aandacht voor twee onderwerpen: administratieve lasten en een akkoord voor toekomstbestendige gehandicaptenzorg. Ernst Klunder vertelt erover.
Klunder: ‘We zien de administratieve lasten in de zorg al jaren toenemen. In de eerste plaats natuurlijk bij de zorgprofessionals. Die zijn gemiddeld ruim 30 procent van hun tijd bezig met administratie. Maar ook voor andere medewerkers van zorgorganisaties wordt het steeds ingewikkelder. Dat merken bijvoorbeeld de afdelingen die zich met contracten bezighouden.’
Overleg met de minister
Klunder: ‘Natuurlijk is administratie nodig, maar het kost ook tijd, geld en energie. De afgelopen jaren is de regeldruk ondanks al onze inspanningen toch toegenomen. Wij blijven vol inzetten op het terugsnoeien van administratie lasten en zullen de komende periode daar nog een tandje bijzetten. Daarom hebben we twee keer een bestuurlijk overleg gevoerd over regeldruk. Dat betekent dat bestuursleden van de VGN persoonlijk overleggen met de minister.’
Tijdens die overleggen heeft de VGN drie punten in het bijzonder onder de aandacht gebracht. Klunder: ‘In de eerste plaats de Wet zorg en dwang. Al voordat de wet in 2020 van kracht werd, waarschuwden we dat die wet de administratieve belasting voor zorgmedewerkers flink zou vergroten. Dat blijkt in de praktijk ook zo te zijn, bijvoorbeeld bij de uitvoering van het stappenplan. Medewerkers geven aan dat administratie ze veel tijd en energie kost die ze dus niet aan hun cliënten kunnen besteden. En iedereen snapt dat procedures nodig zijn, maar deze wet heeft de zaken wel heel ingewikkeld gemaakt. Wij pleiten ervoor om de kern van de wet te houden, maar het administratief veel eenvoudiger te regelen. We hebben concrete aanbevelingen gedaan aan de minister, bijvoorbeeld rondom de gelijkgestelde aandoeningen, en vereenvoudigingen in het stappenplan.’
Uniformere inkoop
De andere twee punten waar de bestuurders van de VGN de aandacht van de minister op vestigden, draaien om inkoop. Klunder: ‘In de eerste plaats de inkoop door gemeenten van zorg in het sociaal domein. De diversiteit daar is echt extreem. Sommige van onze leden werken in zo’n 200 gemeenten, en al die gemeenten vragen iets anders. Ik ken leden die misschien tien procent van hun werk doen in het sociaal domein, maar er wel de helft van hun administratieve capaciteit aan moeten besteden.’
Iets soortgelijks speelt er bij de inkoop van geneeskundige zorg aan specifieke patiënten die thuis wonen (GZSP). ‘Daar vallen ook volwassenen met een verstandelijke beperking onder. De GZSP wordt ingekocht door de verzekeraars, en iedere verzekeraar wil andere informatie van de aanbieder. Ook daarvan hebben we gezegd: kan dat niet uniformer? Daar was de minister ontvankelijk voor. Er is een mediator aangesteld, bekostigd door het ministerie, om te kijken of de verzekeraars de verschillen kunnen terugdringen. Zoiets zouden we natuurlijk ook graag zien bij gemeenten, maar daar is de minister nog terughoudend in. We houden de druk erop. Meteen in maart 2023 al, dan is het volgende overleg.’
Toekomstbestendige gehandicaptenzorg
In februari 2022 sloot de VGN een akkoord met Zorgverzekeraars Nederland (ZN): het landelijk akkoord Transitie naar een toekomstbestendige gehandicaptenzorg. Klunder: ‘Twee jaar geleden stonden we nog tegenover elkaar in de rechtszaal, omdat we ernstig van mening verschilden over de bekostiging van de gehandicaptenzorg. Wij waren toen de partij die naar de rechter stapte. Dat was niet fijn, maar wel nodig. We werden in die kwestie uiteindelijk in het gelijk gesteld. Dat was voor ons ook het moment om sámen met de zorgkantoren naar de toekomst te kijken. We hebben uiteindelijk allemaal hetzelfde doel en hoopten elkaar op de inhoud te vinden. Dat is gelukt.’
Akkoord voor vijf jaar
Het akkoord van VGN en ZN is bedoeld om sámen de transitie te maken naar een duurzame en betaalbare gehandicaptenzorg. Het is geïnspireerd op het VN Verdrag Handicap, en in lijn met de Visie 2030 én met de visie van de zorgkantoren. Klunder: ‘Het akkoord loopt tot 2026. We hebben vijf inhoudelijke ontwikkelthema’s benoemd. Kanslijnen noemen we die, en die vormen de basis voor de inkoop door zorgkantoren. De kanslijnen moeten er samen voor zorgen dat gehandicaptenzorg beschikbaar blijft voor wie dat nodig heeft, ook in tijden met krapte op de arbeidsmarkt. Die uitdaging wordt de komende jaren alleen maar groter.’
De kanslijnen draaien om technologie, ambulantisering, betekenisvolle daginvulling, een passend zorgniveau voor iedere cliënt, en het betrekken van het netwerk van cliënten. Klunder: ‘Dat zijn zaken waar veel van onze leden al wel mee bezig zijn, maar nog niet allemaal. En ze zijn zeker nog niet allemaal even ver. Daarom kiest iedere aanbieder in overleg met de cliëntenraad twee kanslijnen waar hij mee aan de slag gaat. Ze maken afspraken met hun zorgkantoor over de verwachte resultaten, en ze staan aan de lat om hun opgedane kennis te delen. Dat geldt voor in ieder geval de komende vijf jaar. De details willen we nu snel invullen, want we hebben ook afgesproken dat het steeds minder vrijblijvend wordt. We hebben twee transitiemanagers aangesteld die onze leden helpen met ondersteunend materiaal, en met bijvoorbeeld het organiseren van bijeenkomsten. Dit aanstellen hebben we samen met ZN gedaan. Dat onderstreept ook het gezamenlijk belang.’
Meer lezen
Dit artikel is een onderdeel van het jaarverslag van de VGN over het jaar 2022.