Speciaal onderwijs: wel zorg, geen rompslomp
Meer aandacht voor de kinderen en minder administratieve rompslomp voor de ouders. Dat is het resultaat van de nieuwe aanpak op Leijpark, een school die samenwerkt met Siza en Amarant. Nu zorg in onderwijstijd centraal wordt ingekocht, hoeven ouders niet langer zelf te onderhandelen.
Juf weet uit elke pauze-ervaring iets prijzenswaardigs te benoemen
Dylan, hoe was jouw pauze?’, vraagt juf Anja van groep Krokodil van het Onderwijscentrum Leijpark in Tilburg. In deze groep zitten tien kinderen tussen tien en twaalf jaar oud. ‘Goed en rijk’, antwoordt Dylan. Hij zit alert op zijn stoel en spreekt enthousiast, met veel dubbele woorden en af en toe een reeks klanken. Juf Kitty luistert geconcentreerd, vat kort samen en duidt het verhaal.
De volgende is aan de beurt: ‘Pjotr, hoe was jouw pauze?’ De feedback van juf Anja is positief. Ze weet uit elke pauze-ervaring iets prijzenswaardigs te benoemen. Alleen Milano komt niet aan het woord, want hij is zojuist van de schommel gevallen. Om bij te komen, zit hij op een grote zitzak tegen de muur. Zorg-in-onderwijs-medewerker Dorien legt een washandje tegen de wond. ‘Druk maar’, zegt ze. ‘Gaat het zo beter?’
Grote verschillen tussen de leerlingen
Leijpark is een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De leerlingen zijn ingedeeld naar leeftijd en ontwikkelingsniveau. ‘Daarbinnen hebben ze elk hun eigen aandachtspunt’, vertelt leerkracht Anja. ‘Dat is in deze groep soms rekenen of taal, maar ook weerbaarheid, motoriek of emotieregulatie. Er zijn grote verschillen tussen de leerlingen.’ Op elk tafeltje is een papiertje geplakt met handige informatie voor dat éne kind. Bijvoorbeeld: ‘Een leeuw praat hard en streng, dat mag als iemand jou pijn doet.’ Of: ‘Goed kauwen met gesloten mond. Mond leeg? Volgende hap’. Bij Pjotr liggen bovendien drie kaartjes die samen een stoplicht vormen. ‘Nu ligt hier een groene’, wijst hij. ‘Maar als ik voel dat ik boos word, leg ik er de oranje neer.’
Bureaucratische en tijdrovende procedures
Voor veel kinderen die in aanmerking komen voor speciaal onderwijs, geeft de gemeente een tijdelijke beschikking af vanuit de Jeugdwet. Hierin ligt vast hoeveel extra zorg en ondersteuning een kind krijgt boven op het aanbod vanuit het speciaal onderwijs zelf, zoals de ondersteuning van een onderwijsassistent. De kinderen krijgen bijvoorbeeld hulp bij eten, bij medicijntoediening of bij persoonlijke verzorging.
Rik Aarden is schoolleider van onderwijscentrum Leijpark. ‘Ook bij ons regelden ouders deze extra ondersteuning voorheen zelf bij de gemeente’, zegt hij. ‘Het waren bureaucratische en tijdrovende procedures. Soms betaalden ouders de zorg uit een persoonsgebonden budget. Dan gingen ze met ons onderhandelen over het aantal in te zetten uren. Ouders gaven soms aan dat ze het bedrag niet konden missen. Dat waren vervelende situaties.’
Onrust door inefficiëntie, terwijl kinderen gebaat zijn bij rust
Bovendien was de zorg volgens Aarden inefficiënt en leidde het tot onrust in de klas. ‘Het was gefragmenteerde zorg’, zegt hij. ‘Zorgmedewerkers liepen in en uit, terwijl veel van deze kinderen juist gebaat zijn bij rust.’
De zorgmedewerkers komen van Amarant of Siza, twee zorgaanbieders in de regio Tilburg. Aarden: ‘Een medewerker van Siza kon geen kinderen helpen die zorg kregen van Amarant, en omgekeerd. Ook boden de zorgmedewerkers per kind ondersteuning op vastgestelde tijden. Aanbodgericht, in plaats van vraaggestuurd. Als ze bezig waren in de ene klas, waren ze niet beschikbaar voor kinderen in een andere klas. Met als gevolg dat een kind soms moest wachten voordat het verschoond kon worden.’
Pilot beschikkingsvrije zorg
Dat moest anders, vond Aarden. Hij stapte naar de gemeente Tilburg met een voorstel voor beschikkingsvrije zorg. Hij vertelt over het initiatief. ‘Niet de ouders, maar de gemeente koopt voor de school zorguren in bij de zorgaanbieder. Vervolgens bepalen school en zorgaanbieder in overleg hoe en waar de zorg wordt ingezet. De zorgverleners noemen we ZIO-medewerker (zorg in onderwijs). Zo vormen de leerkracht, onderwijsassistent en ZIO-medewerker samen een hecht team.
Alle kinderen in de klas krijgen zorg en ondersteuning van deze ZIO-medewerker zodra het nodig is. Niet pas als ze volgens het rooster aan de beurt zijn.’ De gemeente stond open voor zijn idee, evenals zorgaanbieders Amarant en Siza. Op 1 oktober 2021 startte daarom op Leijpark de pilot Beschikkingsvrije zorg.
In groepjes en zelfstandig leren
Terug naar groep Krokodil. De tien kinderen leren met juf Anja in kleine groepjes van twee of drie. Bijvoorbeeld klokkijken op muziek of lezen aan een tafeltje. De andere kinderen werken dan zelfstandig aan een taak, bijvoorbeeld rekenen, taal of knutselen. ZIO-medewerker Dorien helpt waar dat nodig is: ‘Niet in het matje knippen!’
Wie klaar is mag met blokken gaan bouwen aan een fantasiefiguur naar keuze. Maud bouwt een giraf, Benno een schietgeweer. Hij neemt het in zijn armen en schiet drie keer in de lucht: ‘Pjoe, pjoe, pjoe!’ De bel gaat, het is pauze, de broodtrommels komen tevoorschijn. De kinderen eten in stilte, dat zijn ze op school gewend. Benno eet zijn brood alsof het spareribs zijn, de korstjes laat hij liggen. Juf Anja ziet het. ‘Ook de korstjes eten, Benno!’
Strijden over grijs gebied ten koste van de zorg en onderwijs
Er zit overlap tussen de taken van de onderwijsassistent van school en de zorgmedewerker van Amarant of Siza. Wilma Houtepen is manager bij de divisie Jeugd van Amarant en samen met Aarden voortrekker van de pilot Beschikkingsvrije zorg. ‘Over dit grijze gebied kunnen we continu strijden’, zegt ze. ‘Maar dat gaat ten koste van zorg en onderwijs. Nu we één vast team vormen, is de taakverdeling veel gemakkelijker. We doen het in goed overleg.’
Volgens Houtepen groeien de scholen voor speciaal onderwijs, in elk geval in haar regio Tilburg en Breda. ‘Steeds meer kinderen hebben ondersteuning nodig. Reden temeer om te pleiten voor beschikkingsvrije zorg.’ Ze vraagt zich af waaraan de groei te wijten is. ‘Blijkbaar lukt het veel reguliere scholen niet om passend onderwijs te geven. Jammer.’
Kinderen geven blijk van zelfinzicht
Tot slot bezoeken we groep Pelikaan van Juf Sophie en ZIO-medewerker Floor. De kinderen zijn zo’n twaalf jaar en hebben het niveau om door te stromen naar het vmbo-onderwijs. Ze werken in groepjes aan een filmproject of individueel aan een taak, bijvoorbeeld over Oekraïne. Ze formuleren uitstekend en geven blijk van zelfinzicht. Jadey vindt het fijn dat er meerdere juffen voor de klas staan. ‘Dan kun je altijd een vraag stellen’, zegt ze. Later wil ze kapper worden. ‘Toen ik drie was knipte ik al mijn eigen pony.’
Ook Rowan vertelt openhartig, zijn blik gericht op de draaimolen die hij bouwt. ‘Een van mijn creaties’, zegt hij. ‘Als ik wil kan ik hem ombouwen tot een aeroplane.’ Hij vertelt over zijn woedeaanvallen en over hoezeer hij vroeger is gepest. Hij haalt zijn schouders op: ‘Ik was eraan gewend.’ In deze klas gaat het goed. ‘Hier kan ik zijn wie ik ben’, zegt hij. ‘En weet je? Ik kan heel goed Engels. Do you want a cup of tea?’
De naam van Benno is gefingeerd.
Dit artikel komt uit de mei-editie van Markant, het tijdschrift van de VGN.