Praten over de dood: de kunst is om responsief en sensitief te zijn
Mensen met een licht verstandelijke beperking lijken kwetsbaarder te zijn voor suïcide. Hoe ga je daarmee om? Teunis van den Hazel is psychotherapeut en klinisch psycholoog bij zorgorganisatie Trajectum. Hij onderzocht wat helpt bij suïcidepreventie bij mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB).
Mensen met een licht verstandelijke beperking lijken kwetsbaarder te zijn voor suïcide. ‘Het belangrijkste advies is: erover praten. Het liefst meteen als cliënten binnenkomen in een organisatie. Vráág wat hun ervaringen met de dood zijn. Of ze iets naars hebben meegemaakt, waar ze nog veel aan moeten denken. Bij mensen die eerder geconfronteerd zijn met suïcide moet je extra alert zijn, het is een voorspeller van een hoger risico.’
Gevoelig voor ongemak
‘In gesprekken is de kunst om responsief en sensitief te zijn. Dat is niet makkelijk. In een gesprek met de cliëntenraad hoorde ik twee ervaringen van cliënten die aan hun begeleiders vertelden over hun donkere gevoelens. Ze zagen dat de begeleiders juist op dat moment op hun horloge keken en naar de deur. Die begeleiders waren ongemakkelijk. En dat voelden die cliënten feilloos aan. Veel mensen met een LVB zijn juist gevoelig voor die non-verbale communicatie, dat wat je laat zien met je lijf.’
Een éigen plan
‘Suïcide is ook een hechtings- en zingevingskwestie. Dat betekent ook iets voor wat je doet, of juist laat, als je risico’s ziet toenemen. We zijn met zijn allen geneigd te investeren in veiligheid. Dan komen er camera’s, extra begeleiding, toezicht en afspraken. Terwijl je wilt práten, behandelen, alternatieven aandragen. Je zou daarom niet alleen een signaleringsplan van de begeleiders moeten hebben, maar ook een veiligheidsplan van de cliënt zelf. Dat hij het bij zichzelf herkent of leert herkennen wanneer hij zich rot voelt, weet wie hij kan bellen, en wat hij zélf kan doen om zich beter te voelen. Een uur knuffelen met de konijnen bijvoorbeeld, en dat iedereen hem dan met rust laat.’
Thuis in de omgeving
‘Volgens de protocollen moet je bij toenemend risico op suïcide sturen op veiligheidsmaatregelen. Dat iemand bijvoorbeeld naar een andere woning met meer toezicht gaat. Dat is soms noodzakelijk en vaak begrijpelijk, maar je haalt een cliënt dan uit de context waarmee hij zich verbonden voelt, waardoor je nieuwe risico’s creëert. Daarom laten wij het soms na om op te schalen, zodat een client niet wéér hoeft te verhuizen. En als het toch moet, zorgen we dat de kanarie en een aantal vaste begeleiders meegaan. Niet voor even, maar voor langere tijd.’
Meer informatie
Dit artikel is een aanvulling op het verhaal over suïcidepreventie dat journalist Rieke Veurink voor de vierde editie van Markant schreef. De volledige Markant leest u hier.