Logische stap: neem ouders in dienst
Ouders hebben vaak een helder beeld van wat het beste is voor hun kind. En ze kunnen hulp bieden in een krappe arbeidsmarkt. Dus nam bestuurder Irene Bernsen van zorgorganisatie Joyce House ouders van cliënten in dienst. Niet meer dan logisch, vindt ze: ‘Mensen zeggen soms: is dat niet vragen om problemen? Nee, zeg ik dan, dit is keihard nodig. En de zorg kan ook wel een beetje lef gebruiken.’
Joyce House heeft drie vestigingen, in Friesland, Drenthe en Overijssel. Daar biedt ze kleinschalige woonzorg met geïntegreerde dagbesteding. Bernsen: ‘Onze doelgroep is divers, van jong tot oud, en van puur fysiek beperkt tot ernstig meervoudig. Dat is wel eens een uitdaging. Het vraagt veel van teams, en het maakt het belangrijk dat je veel verschillende expertise in huis hebt.’
Ouders zijn nodig
Dat Joyce House toch vasthoudt aan die mix, komt ook doordat de organisatie vindt dat iederéén een thuis verdient. Ook mensen die ergens anders moeilijk een plekje vinden. ‘Bij ons woont één client, een jongen van dertien, die op verzoek van het ministerie bij ons geplaatst is. Hij heeft echt een-op-een-begeleiding nodig, en zijn moeder liep al vanaf zijn vierde met hem te leuren, oneerbiedig gezegd. Die jongen bleek nergens op zijn plek te zitten, en zijn moeder werd overal op afstand gehouden. Dat heeft voor veel frustratie en verdriet gezorgd. Nu woont hij bij ons. En moeder hebben we afgelopen zomer in dienst genomen.’
Dat deed Bernsen weloverwogen. ‘Ik ben ervan overtuigd dat we ouders nodig hebben. Wij zetten al vol in op ouderparticipatie, omdat we geloven dat onze zorg en ondersteuning er beter van wordt, én omdat we de hulp goed kunnen gebruiken. Veel ouders helpen ons vrijwillig. Soms richten ze zich daarbij op hun eigen kind, soms op de hele groep. De moeder van deze cliënt wilde heel graag helpen met de verzorging van haar zoon. Ze had alleen nauwelijks tijd, omdat ze natuurlijk moest werken. Toen hebben we gezegd: kom bij ons in dienst, dan slaan we twee vliegen in één klap. Dat bevalt tot nu toe uitstekend. Haar zoon is opgebloeid, komt voor het eerst in tijden weer buiten. Moeder is blij, wij zijn blij, het ministerie is blij. What’s not to like?’
Spannend natuurlijk
Een andere moeder draait sinds een paar maanden mee als professional op de groep waar haar eigen kind woont. En er is een vader die de nachtzorg op zich neemt van zijn eigen dochter, als ze bij hem thuis is. ‘Die dochter heeft bijvoorbeeld beademing nodig. Doordat hij dat in die nachten regelt, neemt hij echt een dienst van ons over. Dat mag betaald, vinden wij, omdat we er echt handen mee vrijspelen die we elders ook goed kunnen gebruiken. Als iemand iets extra’s doet voor zijn eigen kind of voor andere cliënten, ligt dat anders. Dat zit meer in de hoek van vrijwilligerswerk.’
‘Natuurlijk is het spannend. Iedereen kan zich wel iets voorstellen bij de mogelijke problemen die je tegenkomt als je ouders in dienst neemt. Daarom nemen we het ook heel serieus. Het gaat net als bij andere zij-instromers: mensen solliciteren bij ons, en als we ze aannemen, blijven we er dicht op zitten. We zorgen dat mensen de nodige opleiding krijgen, we coachen ze intensief, en we evalueren geregeld, ook met de rest van het team. En we hebben bij alles de gedachte: als er iets is, dan lossen we dat op.’
Selectie aan de poort
Bernsen: ‘Niet iedere ouder wil dit. Niet iedere ouder kan dit. En niet iedere ouder is geschikt. De selectie aan de poort moet dus goed zijn. Ik kan me voorstellen dat ze er daarom bij andere organisaties niet eens aan beginnen. Maar aan de andere kant zie ik ook dat de kans op gedoe veel groter is bij mensen die op vrijwillige basis helpen. Ouders die in dienst zijn, zijn werknemers. Dat brengt ook voordelen met zich mee. Werknemers kunnen gewoon vakantie nemen of zich ziek melden, zonder schuldgevoel en zonder dat wij ons af moeten vragen of we achter andere vrijwilligers aan willen bellen. Als een professional er niet is, moet je professionele vervanging regelen, punt. Dat geeft helderheid. En als het écht niet goed gaat, kun je van een werknemer veel zuiverder afscheid nemen dan van een vrijwilliger. Dat geeft óók helderheid.’
Tot nu toe is er nog geen enkele reden om van die helderheid gebruik te maken en afscheid te nemen. ‘Het is een groot succes. We zien dat het mes aan meer kanten snijdt. In de eerste plaats helpen deze ouders ons dus bij het oplossen van personele problemen. Daarnaast zien we dat onze professionals meer begrip krijgen voor hoe ouders in de wedstrijd zitten. En andersom: deze ouders begrijpen nu steeds beter waar de zorgteams van hun kinderen al jaren tegenaanlopen. En dat kunnen zij als geen ander weer inzichtelijk maken voor andere ouders.’
Niet van het gezeur
De reacties uit de teams zijn ook goed, tot nu toe. ‘Het helpt natuurlijk dat we niet zomaar iedereen een contract geven. En dat we de teams aan de voorkant meegenomen hebben in de afweging. Maar het belangrijkste is dat we allemaal weten dat de situatie bijzonder is, en dat we daarover blijven praten. Soms vraagt iemand zich af: hee, reageer je nu als moeder of als collega? Dan laten we dat niet etteren, maar dan gaan mensen hup, met zijn tweeën een kantoortje in. Praten ze erover.’
Dat is tekenend voor de manier van werken bij Joyce House, volgens Bernsen. ‘We zijn niet van het gezeur. Dat betekent niet dat we doen of er nooit iets is, in tegendeel. Natúúrlijk is er een spanningsveld tussen je rol als ouder en je rol als professional. Maar overal is wel eens wat, en problemen moet je oplossen. Neem nou vacatures. Een ouder of andere zij-instromer gaat nooit in een openstaande vacature passen, dat is logisch. Maar je hebt mensen tekort, en er zijn mensen met levenservaringen die graag willen. Dan maak je dat toch pas?’