'Er zijn genoeg rijken die een eigen bijdrage kunnen betalen'
Twee miljard bezuinigen op de kwetsbaarsten in de samenleving, dat kan echt niet, vindt PvdA-kopstuk Jetta Klijnsma. Die bezuiniging is best terug te draaien, zegt ze. ‘Ik pleit voor veel meer eigen bijdragen, berekend naar draagkracht.’
Jetta Klijnsma, voormalig staatssecretaris van Sociale Zaken en vredestichter in de vakbeweging, staat voor de komende Tweede Kamerverkiezingen op de tweede plek van de PvdA-kieslijst. Ze wordt gezien als het sociale gezicht van de partij. Gehandicaptenzorg is een van haar onderwerpen sinds ze Tweede Kamerlid is. Ze stelde vorig jaar mondelinge vragen om het VN-Verdrag voor de rechten van mensen met een beperking geratificeerd te krijgen. Want iedereen moet de kans krijgen om mee te doen in de samenleving, vindt ze. Zelf is ze geboren met spastische benen. Ze woonde op haar dertiende een jaar in een revalidatiecentrum om na een ingrijpende operatie opnieuw te leren lopen.
Op de laatste zittingsdag van de Tweede Kamer, die naar verwachting tot vier uur ’s nachts zou duren, heeft ze toch nog tijd gevonden voor een gesprek over haar werk in dienst van mensen die ‘een zetje nodig hebben’.
Door de val van het Kabinet-Rutte zijn er wat losse eindjes blijven hangen in het gehandicaptenbeleid, zoals de overgang van begeleiding van AWBZ naar Wmo. Komt dat nog goed, denkt u?
‘Ja hoor, want op zich vind ik het prima om zorg en begeleiding zo dicht mogelijk bij mensen in de buurt te organiseren. Als de PvdA deel gaat uitmaken van het Kabinet na de verkiezingen, verwacht ik wel dat we dit onderwerp verder zullen uitwerken. Maar wel op een zorgvuldiger manier dan het Kabinet-Rutte het heeft aangepakt.’
U hebt veel ervaring in het lokale bestuur als wethouder van Den Haag. Kunnen we delen van de gehandicaptenzorg wel aan de gemeenten overlaten?
‘Dat ligt heel erg aan de schaal van de gemeente. Amsterdam heeft een veel groter ambtenarenapparaat voor het ontwikkelen van verschillende vormen van begeleiding dan bijvoorbeeld Schiermonnikoog. Gemeenten kunnen samenwerken, gelijkgestemden opzoeken. Dat is verder niet aan mij. Het is aan de gemeenten zelf om dat goed te organiseren.’
Wat moet er gebeuren om het VN-verdrag voor de rechten van mensen met beperkingen geratificeerd te krijgen? Uw Kamervragen van vorig jaar hebben nog geen resultaat gehad.
‘Dat komt omdat het Kabinet-Rutte het heeft laten sloffen. Ze hebben de coördinatie van het gehandicaptenbeleid niet goed opgepakt. Staatssecretaris Bussemaker was een heel eind. Ze had de ratificatie zeker rond gekregen als het Kabinet niet was gevallen. De Coalitie voor Inclusie heeft het steeds opnieuw op de agenda gezet, maar toch is er niks gebeurd. Ik denk dat dat komt omdat ze bang waren dat het teveel geld zou kosten. Ze waren van alles aan het afbreken: de pgb’s bijvoorbeeld, en de reiskostenvergoeding. Dat werkt natuurlijk averechts op de invoering van het mensenrechtenverdrag.’
Waren we echt zó dicht bij invoering? Wat moest er nog gebeuren?
‘Na de handtekening van de staatssecretaris moet je natuurlijk nog een plan maken voor zaken als het toegankelijk maken van de openbare ruimte voor iedereen, het aanpassen van de arbeidsmarkt en het verbeteren van de mobiliteit. Je kunt je voorstellen dat wij daar haast mee zullen maken als we de kans krijgen.’
Hoe moet volgens u de Wet Werken naar Vermogen eruit komen te zien? Door de val van het Kabinet-Rutte ligt dat dossier nu stil.
‘De filosofie van die wet deugt, maar Ruttes waanzinnige bezuiniging was van likmevest. Twee miljard bezuinigen op de kwetsbaarsten in de samenleving, dat kan echt niet. Aanvullend loon is voor veel mensen nodig. Die kunnen nu eenmaal door hun beperking niet fulltime werken. Wat je wel kunt werken, of het nu gesubsidieerd is of niet, dat moet je zeker doen. Mensen moeten wel tenminste het minimumloon ontvangen. Een baan is voor alle mensen, voor mensen met en zonder beperking, waanzinnig belangrijk. Het zorgt ervoor dat je ertoe doet. Dat je meedoet. Dat je iets bijdraagt.’
Is het financieel haalbaar om die bezuiniging terug te draaien?
‘Zeker. Er zijn genoeg rijke mensen in Nederland die prima een eigen bijdrage kunnen betalen voor hun hulpmiddelen of zorg. Ik krijg vanwege mijn kromme benen een gratis scootmobiel van de gemeente Den Haag. Dat is natuurlijk idioot, met mijn salaris. Ik krijg ook een vergoeding voor hydrotherapie, want ik zwem graag. Waarom eigenlijk? Ieder ander betaalt zijn sport toch ook zelf? Of zijn fiets? En waarom krijgen al die rijke bejaarden hun zorg voor niks? Ik pleit voor veel meer eigen bijdragen, berekend naar draagkracht. Ik ben er erg voor dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.’
Uw moeder schijnt gezegd te hebben: ‘Ga jij maar studeren, want je krijgt toch geen man’. Zou u dat iedereen met een beperking aanraden?
‘Ojee, nou, uh, nee. Maar ik vond het wel redelijk wat ze zei. Ze bedoelde: leg je lot niet in de handen van iemand anders. Het geldt natuurlijk voor iedereen. Zeker voor vrouwen. Ontwikkel je talenten en gebruik je hersens. Afhankelijkheid is fnuikend. Als je man wegvalt, wordt het leven ineens hartstikke zwaar zonder opleiding of baan. Met een beperking is onafhankelijkheid extra belangrijk. Het is toch zo dat je op de huwelijksmarkt net iets minder kansen hebt wanneer je een bril met jampotjes hebt of kromme benen? Als je een beauty bent die fysiek goed in mekaar zit is dat toch stukken makkelijker.’
Uiteindelijk kreeg u toch een man.
‘En een hele bijzondere. Mijn moeder heeft ongelijk gekregen, want ik had vóór mijn huwelijk ook vriendjes. Maar dat verhaal over onafhankelijkheid geldt voor mij nog steeds.’
Welke ervaring of gebeurtenis heeft ervoor gezorgd dat u politiek actief werd?
‘Dat is geloof ik niet een specifieke gebeurtenis. Ik ben de politiek ingegaan vanwege mijn gevoel voor mensen die maar een klein zetje nodig hebben om goed te functioneren in de samenleving. Dat geldt niet alleen voor mensen met een beperking. Iedereen kan wel eens door zijn bodem zakken. Dan zijn wij ervoor om ze op te vangen in een sociaal vangnet. We moeten met z’n allen zorgen dat deze mensen kunnen blijven meedoen. Ik wil graag helpen. Iedereen heeft hulp nodig. Niet veel mensen kunnen hun eigen schoenen maken. Of hun auto.’
Heeft u belemmeringen ondervonden in uw carrière?
(Peinst.) ‘Eigenlijk niet. Ik ben vooral heel vaak door allerlei mensen geholpen.’
Wat vindt u ervan dat uw lijsttrekker zijn gehandicapte dochter opvoert in een campagnespotje?
(Kijkt verward.) ‘Dat is gewoon z’n dochter. Of ze nou een beperking heeft of niet. Dat maakt toch niet uit?’
Critici vinden het effectbejag, om je persoonlijk leven zo tentoon te stellen.
‘Dat vind ik niet. Dit interview is toch ook heel persoonlijk? Als je dat niet wilt, dan moet je niet zo in de openbaarheid treden. Iedereen ziet toch wel dat ik kromme benen heb. Ik zit er echt niet mee om met rollator en al op de foto te gaan.’
Heeft u behoefte om een rolmodel te zijn voor mensen met een beperking, of juist niet?
‘Ik heb zelf niet zoveel problemen met mijn beperking. Ik word er wel vaak naar gevraagd, en dat is niet erg. Lucille Werner, die was hier gisteren, krijgt precies dezelfde vragen als ik. Voor mij is het eigenlijk helemaal geen issue. Ik had op het departement van Sociale Zaken een kamerheer van de sociale werkplaats die het mooi kon zeggen. “Staatssecretaris”, zei hij, “u kunt prima het land besturen, maar ze moeten u geen blad met koffie laten rondbrengen. Dat kan ik wel.” We hebben elkaar dus nodig.’
Was de acceptatie van uw beperking een pijnlijk proces?
‘Ja… al gaat het wel geleidelijk. Ik heb die benen al mijn hele leven. Ik weet niet beter. Het enige jammere vind ik dat ik niet kan schaatsen. Ook daar heb ik weer wat op gevonden: ik ga in de rolstoel het ijs op, man erachter en volle kracht vooruit. We zijn wel een bezienswaardigheid, maar dat moet dan maar. Op de Uithof (indoor skibaan, red.) heb ik een keer gezitskied, met skistokken. Dat was zo fantastisch, ik ga dat ook een keer in echte sneeuw doen. Dat soort dingen kan in ons land, waar in oplossingen wordt gedacht. Dat is ook de kern van het VN-verdrag, dat je streeft naar inclusiviteit. Je kunt hier dingen uitvinden waardoor je wereld heel groot blijft.’
Wat zijn uw ambities in het nieuwe Kabinet, mocht de PvdA daar deel van uitmaken?
‘Dat hangt er maar helemaal vanaf wat zich aandient. Ik heb ervaring op het terrein van arbeid, sociale zaken, cultuur. Maar ik heb als wethouder ook financiën gedaan, hoor! (Lacht.) Ik ben breed inzetbaar. Ik doe wat nodig is binnen de bestaande verhoudingen.’
U stelt zich buitengewoon dienstbaar op. Heeft u niet een passie, een droom voor de komende vier jaar?
‘Ja, natuurlijk. Maar dan kom ik weer uit op mijn pleidooi voor een goed sociaal vangnet voor mensen die dat nodig hebben, en de sterke schouders die de zwaarste lasten kunnen dragen. Je kunt, zoals ik, fysiek niet heel erg sterke schouders hebben en toch flink bijdragen aan de samenleving. Ik sta te popelen om een begin te maken met opbouwen van de samenleving na de afbraak van het vorige Kabinet.’
En als ze u nou voor Defensie vragen?
‘Dat lijkt me geen goed idee. Dan moet ik ver gaan reizen, dat wordt niks. En al dat geklauter op oorlogsschepen is niet echt iets voor mij. Je moet weten van jezelf waar je goed in bent, maar ook nuchter zijn over je beperkingen.’
JETTA KLIJNSMA
geboren op 18 maart 1957 in Hoogeveen
1975-1983 sociaal-ecomomische geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen
1982-1998 medewerker Tweede Kamerfractie PvdA
1990-2008 gemeentepolitiek Den Haag, o.a. wethouder Welzijn en Financiën, waarnemend burgemeester
2008-2010 staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
2010-heden Tweede Kamerlid PvdA, belast met o.a. gehandicaptenbeleid en werkgelegenheid
2012 tweede op de kieslijst van de PvdA