Deel wél informatie met justitie en politie!
Taxatiegesprekken verhelderen een vage uitspraak van een cliënt over seksueel misbruik en worden uitgevoerd door speciaal opgeleide gedragswetenschappers. Als zij zich houden aan het Scenariomodel (Heestermans, 2005) en een taxatiegesprek niet verwarren met een diagnostisch interview, levert dit gesprek een verheldering op van een vage, spontane onthulling over mogelijk misbruik. Hiermee voorkom je interpretaties die een obstakel zijn voor goede hulpverlening. Inconsistenties in het verhaal van de cliënt kun je voorkomen door op het juiste moment te stoppen met vragen stellen om verder (justitieel) onderzoek niet te dwarsbomen.
De ontstaansgeschiedenis en de beoordeling van een zedendelict is een belangrijke start voor onderzoek door politie en justitie. Als wij, hulpverleners, geen informatie daarover willen geven, begint een zaak incompleet en kan dit een reden zijn voor justitie om deze te seponeren. Sommige hulpverleners vinden het beangstigend dat het taxatiegesprek en de opname daarvan tot het justitieel dossier gaan behoren. Dat dossier is inderdaad toegankelijk voor advocaat en verdachte, maar moeten we daarom informatie achterhouden? Een ander gehoord argument is dat hulpverleners kwetsbaar worden voor tuchtzaken; niets is minder waar als de hulpverlener transparant is over zijn manier van vragen stellen. Een hulpverlener wordt mijns inziens juist kwetsbaar als er te weinig transparantie is.
Uiteraard moeten hulpverleners zich houden aan het medisch beroepsgeheim. Een van de elementen hiervan is dat alleen met toestemming van de cliënt of wettelijk vertegenwoordigers dit beroepsgeheim doorbroken mag worden. De hulpverlener moet daarbij het belang van de cliënt in het oog houden.
Marianne Heestermans, GZ-psycholoog Dichterbij Kennisn@ en lid van de Landelijke Expertisegroep Bijzondere Zedenzaken, m.heestermans@dichterbij.nl.
Reactie op opinie: Deel wél informatie met justitie en politie!
Van de regen in de drup?
Het taxatiegesprek wordt gevoerd in het kader van hulpverlening en heeft nooit waarheidsvinding of bewijsvoering als doel. (Video)opnames van deze gesprekken kunnen de gedragswetenschapper ondersteunen bij het zorgvuldig en objectief formuleren van de onderzoeksbevindingen. Het lijkt zo mooi om de opnames en het taxatieverslag ter beschikking te stellen aan de politie en justitie bij aangifte. Dit kan echter ook heel verkeerd uitpakken. Dit bleek weer eens afgelopen jaar. Bij een geval van seksueel misbruik werden het taxatieverslag en de video-opnames beschikbaar gesteld aan de politie. Hiermee werd het onderdeel van het justitieel dossier en kwam daardoor ook ter inzage voor de advocaat van de aangeklaagde partij. De verklaring van het slachtoffer werd ernstig in twijfel getrokken en de handelswijze van de gedragsdeskundige ter discussie gesteld. Gevolg: de zaak werd geseponeerd. In gesprek hierover met de recherche werd volmondig erkend dat dit de keerzijde is van het beschikbaar stellen van informatie uit het taxatiegesprek. Daarom zijn wij het eens met het advies om dit niet te doen. Maar hoe kunnen we cliënten die slachtoffer zijn van seksueel misbruik dan wel ondersteunen zodat het recht zijn beloop kan krijgen? Het wordt tijd dat juristen van de beroepsverenigingen (NVO en NIP) en deskundigen meedenken hierover, zodat instellingen en gedragswetenschappers beter geïnformeerd kunnen worden over de positie van de orthopedagoog of psycholoog tijdens en ná het houden van een taxatiegesprek. Wat kan en mag een gedragswetenschapper? Wat is zijn positie? Waar vervult de gedragswetenschapper nog zijn beroep uit en waar gaat hij de grens over ? Hoe zit het met het beroepsgeheim? Wie bepaalt dat een taxatiegesprek gehouden wordt en hoe worden deze getoetst? Op welke wijze wordt geregeld dat de cliënt toestemming geeft om de informatie aan politie en justitie te geven? We roepen iedereen op hierover mee te denken.
Marja Hodes, GZ- en klinisch psycholoog ASVZ, kaderlid NVO, mhodes@asvz.nl
Marion den Rooijen, GZ- en klinisch psycholoog, deskundigevoormalige verhoorpool voor mensen met een verstandelijke beperking, kaderlid NVO